Wij zien niet Gods hand, maar soms wel zijn werk
Wie bezorgd is over de ruimte voor Bijbelgetrouwe scholen en andere instellingen kan beter niet naar de politiek kijken. Grote seculiere partijen betogen: alle scholen moeten alle kinderen zelf laten kiezen hoe ze willen leven. Moties tegen identiteitsverklaringen zijn herhaaldelijk breed aangenomen, vanuit afkeer van de Bijbelse visie op seksualiteit.

Tot zo’n tien jaar geleden was dat anders. We maakten ons wel zorgen, maar er was geen Kamermeerderheid met concrete zorgelijke plannen op dit punt. Die is er de laatste tijd wel.
Onze tijd doet denken aan die van Juda en Israël na de ballingschap. Hun godsdienstvrijheid hing af van de sterk onzekere gunst van de Perzische vorst. Kores liet hen als door een wonder terugkeren en beval de tempelbouw. Maar toen het fundament er lag, regeerde Arthahsasta en moesten de Judeeërs stoppen. Toen zij ruim vijftien jaar later toch weer verder bouwden, kwam de landvoogd gefronst vragen wat ze deden. Door middel van een beroep op de wet van Kores, die gelukkig ergens werd teruggevonden, kon de tempelbouw toch doorgaan.
De CU bedong het ongewijzigd respecteren van artikel 23 van de Grondwet
Zo’n vijftig jaar later hing de Joodse godsdienst opnieuw aan een zijden draad, toen Haman bij de koning in de gunst was. Ook het boek Esther vertelt niet over een rechtstreeks ingrijpen door God, zoals bij de Rode Zee of de Jordaan. Het noemt Gods Naam zelfs niet. Wel tekent het een reeks in elkaar grijpende gebeurtenissen waardoor het gevaar verdween. Hoewel, niet zonder vasten en bidden. Weer veel later, toen Alexander de Grote voor Jeruzalem kwam, kon niemand voorspellen of hij de stad zou sparen of vernietigen. Maar het eerste gebeurde. En zo ging het door.
Opvallend is dat de Bijbelboeken uit die tijd, zoals Daniël en Nehemia, steeds spreken over „de God des hemels”. Niet de planeten of de sterren, zoals veel heidenen geloofden, maar God heeft alle gebeurtenissen volledig in Zijn hand – én Hij verbindt Zijn Naam aan de uitkomst.
Terug naar nu. De laatste tien jaar is vrijwel onafgebroken een meerderheid in de Tweede Kamer voorstander van inperking van de onderwijsvrijheid. Tot een paar jaar geleden stond het toelatingsbeleid als eerste op de tocht: scholen zouden niet meer van ouders mogen vragen om de grondslag te onderschrijven (ook niet van een deel van hen, wat nodig is om een Bijbelse cultuur op school te behouden). In het kabinet-Rutte III (2017-2021) verhinderde de CU dat het grondwetswijzigingsvoorstel hierover werd ingediend. Diezelfde partij had een heilzame invloed op de wetgeving over burgerschap. In 2021 werd Rutte IV gevormd en dat leek een volledig seculier kabinet te gaan worden, met diverse plannen om ook van het reformatorisch onderwijs meer ruimte voor andere levensvisies af te dwingen. Genoemd wijzigingsvoorstel voor artikel 23 van de Grondwet werd alvast ingediend. Plotseling liep het anders. GroenLinks werd in de zomer van 2021 de deur gewezen. De CU deed opnieuw mee in het kabinet en bedong het ongewijzigd respecteren van artikel 23.
Een van de recente zorgelijke wetsvoorstellen (naast de Wet toezicht op informeel onderwijs) is de Wet strafbaarstelling van conversiehandelingen (het genezen óf onderdrukken van seksuele geaardheid of genderbeleving). Het voorstel leek het met enorme steun te zullen halen. Het probleem ermee was dat die strafbaarstelling ook kon uitkomen bij een ambtsdrager die in pastorale gesprekken de weg wijst. Om onduidelijke redenen werd de Kamerbehandeling in september 2024 uitgesteld. De SGP-fractie kreeg de gelegenheid om extra deskundigen te laten horen. De politieke meerderheidssteun werd zwakker, maar leek tot aan de daadwerkelijke Kamerbehandeling in februari aanwezig, totdat één dag voor die behandeling de fracties van PVV en NSC zich onverwachts tegen verklaarden. Daarmee was de meerderheid verdwenen.
We kunnen Gods handelen niet narekenen. En zeker, op deze en andere terreinen zijn weer aangepaste voorstellen of nieuwe routes in voorbereiding en we moeten blijven doen wat nodig is. Vasten en bidden en onvermoeibaar met woord en daad verantwoorden dat het goed is voor kinderen om Bijbels gevormd te worden. Maar toch, één ding is en blijft bepalend: de God des hemels leeft en blijft altijd dezelfde.
De auteur is advocaat bij BVD advocaten.