Kerk & religieJubileum

Ds. C.G. Vreugdenhil (GG) blikt terug na halve eeuw dienen: „Ik hoop dat de jonge generatie de kerk trouw blijft”

Als 28-jarige predikant bouwde hij zijn eigen huis op het zendingsveld. Vijftig jaar later blikt ds. C.G. Vreugdenhil (78) terug in zijn appartement in Houten. „Ik heb mijn werk gedaan. Dat de Heere geeft dat ik nog mag preken, is bonus.”

10 April 2024 08:06Gewijzigd op 10 April 2024 09:16
Ds. C.G. Vreugdenhil is een halve eeuw predikant en bouwt zijn werkzaamheden af: „In het preken moet je identiteit niet liggen. Die ligt in Christus”. beeld RD, Anton Dommerholt
Ds. C.G. Vreugdenhil is een halve eeuw predikant en bouwt zijn werkzaamheden af: „In het preken moet je identiteit niet liggen. Die ligt in Christus”. beeld RD, Anton Dommerholt

Overhaast arriveerde ds. Vreugdenhil in 1974 met zijn gezin op het zendingsveld in Papoea. Kort daarvoor had er een moordpartij plaatsgevonden op de zendingspost Nipsan. Het zendingsdeputaatschap van de Gereformeerde Gemeenten (GG) vroeg de juist bevestigde zendingspredikant daarop versneld naar Irian Jaya te gaan. In het begin moest hij beducht zijn voor geweld: een collega-zendeling instrueerde hem hoe hij mogelijke aanvallers met een bijl moest afweren. Maar zo ver kwam het gelukkig niet.

De predikant bouwde er vervolgens zijn eigen huis van bomen die lokale bewoners voor hem omhakten en liep vaak uren van preekplaats naar preekplaats. Toch waren het geen tropenjaren in de zending, zegt hij. „We bepaalden er onze eigen agenda. Na zes uur was het donker. Daarna was ik er voor mijn kinderen en maakten we een vuurtje.”

Coach

Na veertien jaar verruilde het gezin het zendingsveld weer voor Nederland. Lokale predikanten die hij bevestigd had, zetten zijn werk voort. „Wel kwam ik elk jaar zo’n drie weken terug om les te geven. Op het zendingsveld heb ik de gereformeerde belijdenis meer leren waarderen. We moesten daar alles vanaf het begin opbouwen. Ik heb de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels vertaald in de Yali-taal.”

Ds. G.C. Vreugdenhil op het balkon van zijn appartement in Houten. beeld RD, Anton Dommerholt

In Nederland braken de ‘tropenjaren’ alsnog aan. „Als predikant in Vlissingen heb ik me te veel gegeven aan het werk. Twee nieuwe preken per week –één preek kost me drie dagdelen–, twee avonden catechisaties, het pastoraat, vergaderingen… Mijn vrouw waarschuwde me wel. Zij is nog steeds mijn coach.”

De drukte van het predikantenbestaan is nu verwisseld voor meer rust. Hij preekt nog twee keer per zondag –„ik heb nog steeds een drive om zoveel mogelijk mensen bij de Heere te brengen”–, maar hij overweegt dat af te bouwen, vooral vanwege de vele voorbereiding. „Mijn kinderen waarschuwen me dat ik geen roofbouw moet plegen op mijn lichaam. In het preken moet je identiteit ook niet liggen. Die ligt in Christus.”

Daarnaast verzorgt de emeritus predikant van de gg in Houten daar nog de belijdeniscatechisatie. Dat houdt hem „in contact met de jonge generatie. Ik wil begrijpen hoe zij denken. Vroeger nam de jeugd aan dat het waarheid was wat de dominee zei. Het studeren maakt de jeugd kritischer dan vijftig jaar geleden.” Dat is niet alleen negatief, vindt de predikant. „Voorheen deden de mensen automatisch belijdenis rond hun 20e, 22e. Je moest je vragen opzeggen en er werd niet gevraagd: geloof jij in de Heere Jezus? Die periode is in veel gemeenten gelukkig voorbij. Jongeren moeten goed motiveren waarom ze belijdenis willen doen. Hier in Houten moeten ze ook opschrijven waarvoor ze zich in de gemeente willen inzetten.”

„Ik zei tegen ds. P. Blok: Nou Piet, zo ruim preek je in Nederland niet” - Ds. C.G. Vreugdenhil, emeritus predikant

Flapuit

Zijn kerkverband is in de achterliggende halve eeuw veranderd, denkt de emeritus predikant. „Er zijn stromen van rechts binnengekomen en naar links –als je dat zo wilt noemen– uitgegaan. De sfeer was destijds anders, minder scherp. Met mensen als ds. Th. van Stuijvenberg, ds. J. van Vliet, ds. P. Honkoop uit Kampen en ds. D. Hakkenberg hadden mijn vrouw en ik in mijn studententijd goed contact. Ook met ds. P. Blok, onder wie ik tot bekering ben gekomen en bij wie ik belijdenis heb gedaan, ben ik altijd goed gebleven. Hij kwam eens op het zendingsveld als deputaat. Op een grote steen hield hij een preek over „Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt”. Ik zei tegen hem: „Nou Piet, zo ruim doe je het in Nederland niet.” Maar dat leverde nooit ruzie op.”

In die vijftig jaar veranderde hij zelf echter ook wel, erkent de predikant. „De jaren op het zendingsveld hebben mijn visie verbreed.” Soms leverde dat spanningen op. „Ik ben van nature een flapuit. Mijn hart ligt op mijn tong. Soms maak ik een opmerking waarvan ik later denk: die was niet slim. Maar ik houd niet van ruzie; ik ben met alle collega-predikanten goed en ik kan iedereen recht in de ogen kijken. Ook met het zendingsdeputaatschap of met mijn kerkenraden had ik nooit conflicten. Daar ben ik dankbaar voor.”

„Ik hoop zo dat de jonge generatie trouw blijft aan de kerk” - Ds. C.G. Vreugdenhil, emeritus predikant

Ds. Vreugdenhil ziet ernaar uit „de Heere Jezus, van Wie ik zoveel houd, straks te zien. Mijn vrouw en ik hebben misschien nog een paar jaar, maar onze toekomst is verzekerd. Ik hoop alleen zo dat de jonge generatie trouw blijft aan de kerk. Het bloed van Christus moet verkondigd worden, dát heeft toekomst.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer