Nederlandse schepen blijven Rode Zee voorlopig mijden
Zelden was het zo onrustig in de Rode Zee. Houthirebellen uit Jemen beschieten schepen. Vorige week vielen daarbij voor het eerst dodelijke slachtoffers. Zes vragen aan Annet Koster, directeur van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR).
Nederlandse reders zijn niet meer actief in het gebied. Wat zijn daarvan de gevolgen?
„De scheepvaart in de Rode Zee en de Golf van Aden ligt niet helemaal stil, maar schepen onder de Nederlandse vlag gebruiken die route inderdaad niet langer. De risico’s zijn te groot. Dat betekent dat ze om Afrika heen moeten varen. Dat kost natuurlijk meer tijd en geld, terwijl het ook niet goed is voor het klimaat. De uitstoot van CO2 is vanzelfsprekend veel hoger.
De economische schade voor onze leden is overigens gelukkig beperkt. Omvaren brengt wel meer kosten met zich mee als het gaat om het brandstofverbruik, maar tegelijkertijd wordt er ook geld bespaard. Reders hoeven geen tol meer te betalen voor het passeren van het Suezkanaal.”
De Houthi’s zeggen hun aanvallen uit te voeren uit sympathie voor de Palestijnse zaak. Hoe kijkt u hier tegen aan?
„De scheepvaart mag niet worden gebruikt als speelbal in de geopolitiek. Het recht op vrije doorvaart (Mare Liberum) is vastgelegd in internationaal recht. Dat dit wordt geschonden is onaanvaardbaar en daar moet de internationale gemeenschap ondubbelzinnig tegen optreden.”
De Houthi’s lijken bereid te zijn om schepen tegen betaling toestemming te geven om de Rode Zee te bevaren. Een positieve ontwikkeling?
„Zeker niet. Daarmee schenden ze het internationale recht. Er moet een vrije doorvaart zijn, zoals die er was voordat de beschietingen begonnen. Deze mensen treden de regels met voeten. Voor ons is dat onaanvaardbaar.”
Inmiddels is het Nederlandse fregat Tromp op weg naar het gebied. Zorgt dat voor veranderingen?
„Natuurlijk zijn we blij dat er extra bescherming voor de scheepvaart komt, maar dat betekent niet dat de problemen voorbij zijn. De militaire aanwezigheid van de internationale gemeenschap heeft tot nu toe veel betekend, maar de situatie is aan veranderingen onderhevig. Hopelijk draagt de inzet van het fregat positief bij.”
En als de Houthi’s gaan stoppen met hun aanvallen?
„Dat zou heel goed nieuws zijn, maar zelfs dan zijn alle problemen niet voorbij. De Golf van Aden blijft een probleemgebied voor de scheepvaart. Al veel langer maken piraten daar de boel onveilig. We zien graag een situatie zoals die van voor de recente aanvallen. De veiligheid staat voorop.”
Dus dan kan er nog steeds niet gevaren worden?
„Dat is afhankelijk van de omstandigheden. Zodra de risico’s beheersbaar zijn, namelijk wanneer er adequate bescherming wordt geboden, zouden schepen wellicht weer in de Rode Zee en Golf van Aden kunnen varen. We weten nu nog niet wanneer dat moment wordt bereikt. Maar zodra de aanvallen van de Houthi’s stoppen, is het belangrijk dat er weer beveiligers mogen worden ingezet aan boord van schepen onder Nederlandse vlag. Gebeurt dat niet, dan zorgt de piraterij dus alsnog voor een probleem. En in dat geval kan er zomaar oneerlijke concurrentie ontstaan. Als scheepseigenaren uit andere landen wel bewapende bewakers mogen inhuren en onze leden niet, ontstaat er namelijk een ongelijk speelveld.”