Samuel Wells neemt tien bezwaren tegen het christendom onder de loep
De Engelse theoloog Samuel Wells schreef een boek vol medicijnen tegen de zelfoverschatting van het christendom. Maar vaker nog verwoordt hij de kernen van het Evangelie zo dat God bepaald niet groter wordt.
Een schrijver is Samuel Wells, predikant van de kerk St Martin-in-the-Fields in Londen, zeker. Een geboren verhalenverteller en een begaafd, veelgevraagd spreker. Zijn boek ”Kleiner geloof grotere God” is geschreven in een aansprekende stijl en toch word je er moe van. Te veel woorden? Dat misschien ook wel, maar vooral omdat er in de tien verhalen die hij weergeeft meer filosofisch bepaalde constructies dan theologisch doordachte concepten zitten. Het gaat om een bespreking van vijf aanklachten tegen God en vijf tegen christenen en de kerk.
De titels van de tien hoofdstukken geven samengevat de vraag weer die ter sprake komt: ”Krukken voor misleiden”, ”Catalogus voor verraad”, ”Sprookje voor volwassenen”, ”Verdovend middel voor de arme”, ”Intolerant vergif”, ”Aanrichter van intense schade”, ”Oorzaak van eindeloze conflicten”, ”Een van de vele wegen”, ”Arrogant narcisme” en ”Wrede fantasie”.
Houdbaarheid
Ieder hoofdstuk begint met wat de schrijver het aloude verhaal van een overwegend traditioneel en orthodox christendom noemt, waarna Wells vervolgens veelvoorkomende tegenspraak de ruimte geeft. Hij wil daarmee recht doen aan –wat hem betreft– terechte bezwaren die hiertegen in zijn gebracht. Vervolgens komt het concurrerende seculiere verhaal aan de orde: de manier waarop „geschoolde, rationele mensen in grote lijnen denken”. Daarvan worden ook de houdbaarheid en de gebreken aangetoond.
Het derde deel van ieder hoofdstuk biedt dan de uitkomst van de schrijver: „een verhaal om mee te leven”, waarbij hij duidelijk maakt waarin dat verschilt van het aloude en concurrerende verhaal. Een heldere compositie wat structuur betreft.
Het grootste manco lijkt het soteriologische tekort: de visie op het heil en op wat redding betekent. Kun je nu werkelijk stellen dat we Jezus „instrumenteel” gebruiken als we Hem als „de weg” tot de Vader zien en zo onze toevlucht tot Hem nemen? Is dat echt allemaal zo ”ziel-ig”, gericht op slechts God en de ziel? Wells is van mening –en dat is niet nieuw– dat Jezus Christus toch wel mens geworden zou zijn, los van de breuk tussen de Schepper en Zijn schepselen. Hij denkt meer in zijns-categorieën (ontologisch) dan in woorden van heil (soteriologisch).
Als illustratie een typerend citaat uit de geloofsbelijdenis waarmee hij zijn boek samenvat: „Ik vertrouw op de volmaakt relatie, het eeuwige, volkomen zijn-met, de ware essentie, zo verschillend dat we zeggen: Drie-eenheid, zo samen dat we zeggen: God. Ik vertrouw erop dat deze Drie-eenheid van ons gezelschap wilde genieten, en daarom de existentie inluidde, het universum voortbracht, de wereld koesterde, en ons tevoorschijn trok uit het zich ontwikkelende leven, om in Jezus Christus onder ons te komen.”
Het gaat dus om een relatie tussen de ware essentie –het ware zijn als aanduiding van wie God is– en onze existentie, ons bestaan. Jezus Christus is deze verbinding.
Het boek bevat ook fragmenten die stimuleren tot verder nadenken, zoals deze uitspraak, aangehaald door Wells: „Een getuige houdt zich niet bezig met propaganda of met het opjutten van mensen, maar met het belichamen van een levend geheim.” Ik vind dat laatste een prachtige omschrijving van een bezielde prediking, waarin taal gegeven wordt aan het „heilsgeheim van God”.
Aloude verhaal
Niet sterk is het boek in het formuleren van het zogenaamde aloude verhaal. Zeker niet op het punt van het ”God-met-ons”. Die uitspraak wordt niet verbonden met het ”God-voor-ons” van de verzoening. God is altijd (al) de God-met-ons, aldus Wells. „Het kruis is geen offer om Gods gerechtvaardigde toorn te bezweren en ook geen overwinning op onze laatste vijand.”
Het gaat in de (gereformeerde) theologie echter niet om een „bezweren” van Gods toorn, al moeten we toegeven dat sommige mensen het Evangelie wel soms op deze manier verminken. De Bijbel is duidelijk als het gaat om verzoening: „Want Gód was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende” (2 Korinthe 5:19).
Een boek kan je vreugde geven, maar ook wel verdrietig stemmen. Wie eerdere boeken van Samuel Wells las, zal in dit boek weinig nieuws aantreffen. Wie dit boek niet ter hand neemt, mist het uitgedaagd worden door de schrijver, maar verder niets wat van waarde en betekenis is. Het geloof wordt op deze manier niet nederiger en God niet groter. En dat laatste is toch de bedoeling van de beoefening van theologie?
Een nederiger geloof? Dat is meer receptief in het ontvangen van het „oude verhaal” dan productief in het schrijven van een „nieuw verhaal”.
Kleiner geloof grotere God. Een verhaal om mee te leven, Samuel Wells; uitg. KokBoekencentrum; 304 blz.; € 24,99