De chatbot heeft nooit hoofdpijn
„Draai eens om.” De vrouw in kwestie doet het gehoorzaam. Terwijl ze de kijker een blik op haar achterkant gunt, kijkt ze wulps de camera in. „Ga zitten.” Ook dat doet ze. „Geef me een kus.” Het wordt een handkusje, met een verleidelijke lach richting de kijker geblazen.

Ik weet niet of het aan mij ligt, maar ik krijg de laatste weken geregeld onlineadvertenties te zien met dit soort taferelen. En ik hoor het ook van anderen. Het concept van AI-gezelschap is enorm in opkomst.
Nu ik me er een beetje in verdiep, zie ik dat er tientallen varianten van dit soort chatbots zijn die als app zijn te downloaden. Ze heten Dialogue of Anime Roleplay of Sweet AI Companion en ze komen allemaal op hetzelfde neer: ze bieden een onlinepartner met wie je ook, en ik vermoed zelfs in de eerste plaats, pikante gesprekken kunt voeren. Ze heeft nooit hoofdpijn, is altijd gewillig. Het is een nieuwe vorm van wij/zij: mens versus robot.
Sommige recensies zijn lovend. Eén recensent schrijft: „Dit is een ideale keuze voor diegenen die op een authentieke en betekenisvolle manier in contact willen komen met anderen. Je kunt de sensatie ervaren van hoe het is om iemand op een dieper niveau te leren kennen, en je kunt een blijvende relatie ontwikkelen.”

Zou dat kunnen? Kun je verliefd worden op een chatbot? Journalist Lisa Kleisen probeerde het. Ze liep echter al snel aan tegen de grenzen van de chatbot: hij had niet echt een persoonlijkheid. Een chatbot is een echokamer: je krijgt terug wat jij of anderen erin stoppen. Tegelijk hoorde ze van anderen die wel degelijk een langdurende relatie ontwikkelden met chatbots.
Geen innerlijk
Ik heb het sterke gevoel dat hier iets heel erg mis gaat, maar wat precies? Zijn de woorden van een chatbot geen echte woorden? Zijn de sensaties die die woorden oproepen bij de gebruiker niet echt?
Nee, er is een veel groter risico dat achter zo’n digitale gezelschapsdame schuilgaat: dat we de leegte achter haar woorden niet meer opmerken.
En dat is cruciaal, zegt de Amerikaanse theoloog en filosoof Jordan Joseph Wales, die zich al jaren verdiept in AI. Wat maakt de mens uniek? Zijn antwoord is: dat hij in staat is om zichzelf te geven, om te delen vanuit zijn innerlijk. Dat is waarin we volgens hem God kunnen weerspiegelen, Die Zichzelf gaf aan de wereld. Een AI-persoonlijkheid kan dat nooit. Er bestaat immers geen innerlijk; geen mogelijkheid om liefde te ontvangen en al helemaal geen mogelijkheid om liefde te delen.
Het is precies om die reden dat de bekende theoloog John Piper onlangs fulminerend op een podium stond. Hij had ChatGPT de volgende vraag gesteld: „Maak alsjeblieft een 30 seconden durend gebed in de geest en theologie van Don Carson waarin de glorie van Gods genade wordt geroemd.” Don Carson is een bekende Amerikaanse gereformeerde theoloog en een gebed met zo’n onderwerp zou inderdaad heel goed denkbaar zijn.
ChatGPT had er weinig moeite mee. Drie seconden later kreeg John Piper een theologisch onberispelijk gebed. Een citaat: „Sinds de eeuwigheid was het Uw voornemen om genade te schenken aan onverdiende zondaren door het bloed van Uw geliefde Zoon. Wij prijzen U voor de glorie van Uw barmhartigheid; onverdiend, onmetelijk en zichtbaar geworden in de gekruisigde en verrezen Christus. Mogen onze levens, verlost en geheiligd door Uw Geest, voorwerpen van lofprijzing zijn voor de rijkdom van Uw genade.”
Waarom stond Piper dan toch fulminerend op het podium? Omdat dit gebed voor hem absolúút geen lofprijzing is. Hij parafraseerde Christus’ woorden uit Mattheüs 15: „Deze machines eren Mij met hun lippen en hun bytes, maar hun hart houdt zich verre van Mij.”
Het universum is geschapen voor mensen die kunnen voelen wat de schoonheid van genade betekent
Het universum, aldus Piper, is geschapen voor mensen die kunnen voelen. Die kunnen voelen wat de schoonheid van genade betekent, of ze er nu woorden aan kunnen geven of niet.
Imago Dei
En dat is waar chatbots ons naar terugbrengen: naar de kernvraag wat het is om mens te zijn. Om geschapen te zijn naar Gods beeld. Die kern komt neer op de mogelijkheid om te voelen, zegt Piper. Om te kennen, om lief te hebben.
Zo is de kern van het mens-zijn al bijna 2000 jaar verwoord, ook door theologen en filosofen die zich met geen mogelijkheid een chatbot konden voorstellen. De imago Dei, het beeld van God, is in de eerste plaats relationeel omdat God Zelf relationeel is. De Bijbel laat steeds opnieuw zien hoe relaties zijn verbroken – met God, met anderen, met de rest van de schepping en met onszelf. Maar ook hoe deze relaties hersteld kunnen worden waardoor het beeld van God in ons hersteld wordt.
Augustinus ziet het kennen van God als een van de belangrijkste kenmerken van het mens-zijn. Calvijn zegt het niet veel anders. Zelfs Thomas van Aquino, de grote middeleeuwse theoloog met zijn sterke nadruk op het intellect, stelt dat het vermogen om lief te hebben fundamenteler is voor de imago Dei dan de ratio.
Ik maak me weinig illusies hoe deze theologen een digitale vriendin beoordeeld zouden hebben. Dat zou ongetwijfeld langs de lijn van John Piper zijn: dit zijn wóórden, meer niet. Ze zijn niet eens oprecht. Ze zijn trouwens evenmin onoprecht; het zijn gewoon samengestelde letters en klanken zonder bedoeling en zonder bezieling. Achter de verleidelijke glimlach grijnst een gapende leegte.
Als ik weer een advertentie zie voor een AI-gezelschapsdame, zal ik haar dat voor de voeten werpen.
Journalist Jacob Hoekman speurt in de geschiedenis naar antwoorden op weerbarstige vragen bij het nieuws