Hoe concreet zijn Omtzigts plannen?
”Tijd voor herstel”, heet het programma van Pieter Omtzigt. De politicus voert een slimme mediastrategie, waarmee hij de aandacht voortdurend vestigt op zichzelf. Intussen plaatsen deskundigen nog wel de nodige vraagtekens bij zijn voorstellen. En hoe zit het met de financiële degelijkheid van het geheel?


In de campagne gaat Omtzigt zijn eigen gang

Hij laat zich minder zien dan zijn politieke rivalen, maar domineert vooralsnog de verkiezingscampagne. Pieter Omtzigt (NSC) kan volgende week zomaar eens de grootste worden. Wat is zijn campagnestrategie?
Lezing
Eén ding is duidelijk. Omtzigt grijpt niet elke mogelijkheid aan om in de media te komen. De politicus was niet aanwezig bij het RTL-debat van afgelopen zondag en liet als enige lijsttrekker het NPO Radiodebat aan zich voorbij gaan. In plaats daarvan reisde Omtzigt af naar Deventer voor een lezing over bestaanszekerheid.
De leider van NSC bedankte ook voor het Debat van het Noorden en het Debat van het Zuiden, die respectievelijk gepland stonden op 10 en 16 november.
Tactisch? Alle debatten volgen is volgens Omtzigt „simpelweg niet te doen”, zei hij donderdag in gesprek met de NOS. „Ik heb ook een gezin en woon in Enschede”, voegde hij er nog aan toe. Verder zei de politicus kort na het oprichten van zijn partij begin september geen trek te hebben in een lange serie debatten, „waarin zes, acht of tien lijsttrekkers in twintig seconden mogen zeggen wat ze ervan vinden.” Tot zover Omtzigts eigen redenen.
Toch lijkt zijn wegblijven bij tv-optredens vooral een tactische zet. Waar kleine partijen en meer onbekendere politici hunkeren naar media-aandacht, verkeren grotere partijen en bekendere kopstukken vaak in de luxepositie dat ze kunnen kiezen. Dat geldt zeker voor Omtzigt. Blijft de politicus weg bij een debat, ook dan zal er over hem worden gesproken. Mooie bijkomstigheid is dat hij zo niet het gevaar loopt fouten te maken.
In de campagne lijkt Omtzigt vooralsnog zijn eigen regels te volgen. Toen hij eind oktober mocht aanschuiven bij het BNN-programma Khalid en Sophie, liet hij kort van tevoren weten zijn rechterhand Eddy van Hijum mee te willen nemen. „Niet de bedoeling”, was het antwoord van de programmamakers. Toen Omtzigt dreigde niet te komen, kreeg hij toch zijn zin.
Fijn debat
Eind oktober ging Omtzigt op eigen initiatief met Frans Timmermans (GL-PvdA) in debat over bestaanszekerheid, goed bestuur en klimaat. De eerste twee thema’s had hij zelf aangedragen. Omtzigt zelf vond het een fijn debat, eindelijk ging het over de inhoud. De politicus had ook graag zo’n debat gehad met Yeşilgöz (VVD), maar die wilde niet.
Omtzigt, die pas eind augustus bekendmaakte met een eigen partij mee te willen doen aan de Tweede Kamerverkiezingen, liet in eerste instantie veel in het ongewisse. Vragen of hij wellicht premier wilde worden en of hij in elke kieskring wilde meedoen, bleven boven de markt hangen. Gevolg: wekenlang werd er gespeculeerd over de vraag wat nu eigenlijk de plannen waren van de politicus.
Schijnwerpers
Weliswaar hield hij daarmee de schijnwerpers op zichzelf gericht, toch ontstond ook het beeld van een politicus die moeilijk besluiten kan nemen. „Omtzigt wil niet, durft niet en weet niet”, kopte het weekblad Vrij Nederland. In de laatste peiling van I&O Research, afgelopen woensdag, leverde hij vier zetels in. De verklaring van de peilers: de kiezers zien zijn tactiek voor een deel als besluiteloosheid.
Woensdag moet blijken of hij daarvoor wordt afgestraft en in hoeverre zijn mediastrategie zich uiteindelijk tegen hem heeft gekeerd.
Van Hijum (NSC): Wij duiken niet weg voor pijnlijke keuzes

NSC liet het verkiezingsprogramma niet doorrekenen door de rekenmeesters van het planbureau. Zwak, vinden critici. Financieel woordvoerder Van Hijum is het daar mee oneens. „Wij duiken niet weg voor pijnlijke keuzes.”
Nee, Eddy van Hijum (51) heeft de achterliggende maanden geen moment getwijfeld of Nieuw Sociaal Contract (NSC) niet te snel te groot werd. De partij selecteerde uit 2500 sollicitaties uiteindelijk 44 kandidaat-Kamerleden. „Dat gaf ons het benodigde vertrouwen: we kunnen dit aan”, zegt Van Hijum.
Van Hijum schreef het verkiezingsprogramma voor de partij van Pieter Omtzigt. Van origine is de getogen Fries CDA’er. Van Hijum zat van 2003 tot 2014 voor de christendemocraten in de Tweede Kamer. Tot afgelopen zomer was hij voor het CDA gedeputeerde in de provincie Overijssel.
In campagnetijd treedt Van Hijum −nummer zes op de NSC-lijst− op als financieel woordvoerder van de partij. Het was voor NSC niet haalbaar om vanwege de late start hun verkiezingsprogramma te laten doorrekenen. Dat leverde veel kritiek op, onder anderen van VVD-lijsttrekker Yesilgöz. Zij noemde het NSC-verkiezingsprogramma laatdunkend „een menukaart zonder prijzen”.
„Dat is echt een frame dat andere partijen op ons proberen te plakken”, pareert Van Hijum. Tussen de regels door uit hij op zijn beurt kritiek op de VVD. De liberalen beloofden gratis kinderopvang in hun verkiezingsprogramma, maar schrapten deze belofte toen hun plannen moesten worden doorgerekend. Hetzelfde geldt voor de beloofde vrije artsenkeuze. Ook zou de VVD het volledige budget voor ontwikkelingshulp willen wegbezuinigen. Van Hijum: „Hoe gaat Nederland migratiedeals sluiten zonder één euro budget voor ontwikkelingshulp?”
Hoe weet de kiezer −zonder doorrekening− of het verkiezingsprogramma van NSC financieel in balans is?
„Wij beloven geen dingen die we niet kunnen waarmaken. Van de beloftes die we doen, zorgen we dat we weten waar we het van willen betalen. Dat betekent concreet dat wij niet hebben meegedaan aan het wedstrijdje ”Wie biedt het hoogste minimumloon”. Dat kost miljarden. We doen ook niet mee aan het wedstrijdje ”U gaat er bij ons netto het meest op vooruit”. Sterker nog, we zijn transparant over een aantal belastingverhogingen.
Dat zit me nog het meest dwars aan de kritiek; alsof we zouden wegduiken voor pijnlijke keuzes. Dat doen we niet. Er staan vervelende lastenverhogingen in ons programma, bijvoorbeeld de hogere btw voor logies. Daar worden niet heel veel ondernemers vrolijk van, zeker niet in de grensstreek. Wij kiezen er toch voor, zodat de energiebelasting omlaag kan.
Daarbij komt dat zowel Pieter als ik van de financiële degelijkheid zijn. Het gaat ons niet gebeuren dat de overheidsfinanciën uit het lood slaan. Ik snap dat mensen mij niet op m’n bruine ogen geloven. Maar toch, het mag een combinatie van factoren zijn.”
NSC wil het klimaatfonds en het stikstoffonds schrappen. Op welke manier levert dat geld op? Er is dan geen geld meer voor kernenergie of het uitkopen van boeren.
„Het schrappen van het klimaat- en stikstoffonds zien wij niet als een besparing. Wij willen er vanaf omdat het parlement niet goed kan controleren waar geld uit een fonds aan wordt besteed. Probeer maar eens uit te vogelen waar een euro uit het klimaatfonds naartoe gaat. Het is veel te complex gemaakt.
Wij zeggen niet dat er geen geld nodig is voor klimaat- of stikstofbeleid. De middelen die daar nu voor gereserveerd staan, zullen in belangrijke mate nodig zijn.”
Alle partijen sturen met hun plannen onder de streep aan op een begrotingstekort van drie procent −de Europese maximumnorm− of zitten daar maar heel weinig vanaf. Is het niet verstandiger meer afstand te houden?
„Eigenlijk wel, maar ik zal eerlijk zijn. Ik denk dat ook wij niet ver onder de drie procent zullen uitkomen. Ik ben het ermee eens dat het tekort lager zou moeten liggen, maar het gaat hier om een tanker die een andere kant op moet.
Rutte IV heeft de begroting −vanuit de veronderstelling ”geld is gratis”− enorm verhoogd. Nu de werkelijkheid veranderd is, moeten we langzaam maar zeker een bocht maken. De opgave is groot, dat ga ik niet ontkennen. Er zullen pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden.”

Er is een grote belastingkloof ontstaan tussen een- en tweeverdieners. Hoe kijkt NSC daarnaar?
„Pieter Omtzigt heeft zich in het verleden bewezen op dit punt. We zijn enorm doorgeschoten in het naar de arbeidsmarkt prikkelen van mensen. Sommige partijen (VVD en D66, HK) gaan daar nog steeds mee door. Wij willen dat het hele belasting- en toeslagenstelsel, inclusief minimumloon, herzien wordt. Dat is een van de hoofdopdrachten voor een volgend kabinet. Een belangrijke keuze die dan voorligt, is of het gezinsinkomen het uitgangspunt vormt of dat het stelsel volstrekt geïndividualiseerd wordt. Wij kiezen voor dat eerste.”
NSC wil de komende periode stappen zetten om de belastingkloof te verkleinen?
„Absoluut. De manier waarop we dat willen doen, hangt samen met hoe de kosten van kinderen worden benaderd. Ik heb persoonlijk wel een lichte voorkeur als het gaat om concrete, fiscale maatregelen, maar het is nog te vroeg die te delen.
Ik zeg er wel bij: Het is belangrijk dat de stelselherziening op breed draagvlak kan rekenen. Als alle partijen hun eigen stokpaardjes willen blijven berijden zal de operatie nooit slagen. Terwijl heel veel gezinnen, middeninkomens en het bedrijfsleven er juist bij gebaat zouden zijn als het belastingstelsel eenvoudiger wordt.”
Uw partij pleit voor meer bestaanszekerheid, maar noemt in het verkiezingsprogramma argumenten waarom het minimumloon juist niet zo veel zou moeten stijgen. Hoe valt dat te rijmen?
„Het minimumloon is al fors verhoogd door Rutte IV, nadat bestaanszekerheid door Pieter op de politieke agenda is gezet. Het gaat per 1 januari opnieuw omhoog door de invoering van een minimumuurloon. Zonder extra ingrepen stijgt het minimumloon al naar 16 euro per uur in 2028.
Ik denk niet dat daar nog een aanzienlijke schep bovenop hoeft. Het gaat erom dat een gezin rond kan komen. Daar zit voor Nederland het echte probleem. We hebben op twee landen na het hoogste minimumloon van Europa. Maar daar staat tegenover dat een Nederlander 40 tot 50 procent van zijn netto inkomen kwijt is aan woonlasten. We zijn ook het land met veruit de hoogste energiebelasting, waardoor de gasrekening voor sommigen echt onbetaalbaar wordt. De oplossing voor het bestaanszekerheidsvraagstuk ligt in het verlagen van de kosten van levensonderhoud, niet in het steeds verder verhogen van het minimumloon.”
Als NSC straks aan de formatietafel zit, hebben Kamerleden dan ook invloed op de besluiten? Of hakt Pieter Omtzigt uiteindelijk elke knoop zelf door?
„Als wij gaan onderhandelen −en we zijn al in groepjes bezig ons daarop voor te bereiden− worden Kamerleden daar vanaf het begin intensief bij betrokken. NSC is geen onemanshow. De manier waarop wij dat gaan doen, zal vele malen democratischer zijn dan ik in mijn verleden als CDA-Kamerlid heb meegemaakt.”
De Vries: Programma onhelder over stikstof

Hoe denkt Omtzigt over stikstof, hoe betaalt hij zijn zorgplannen en waarom wil hij een nieuw constitutioneel hof? Kenners komen er niet helemaal uit.
Normen
„De uitstoot van stikstof moet significant zijn teruggedrongen in 2035”, ronkt het verkiezingsprogramma van NSC. De partij belooft een wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare grenswaarde voor de stikstofdepositie en wil boeren vrijlaten in de manier waarop ze die normen halen. Alle sectoren moeten meedoen, vindt NSC.
„Een beetje makkelijk”, is het eerste oordeel van Wim de Vries, hoogleraar milieusysteemanalyse bij Wageningen University & Research, over de NSC-stikstofparagraaf. De expert tekent verder aan dat hij ook pluspunten ziet. Welke dat zijn? „Dat NSC boeren vrijlaat in hun methoden spreekt mij aan”, zegt De Vries. Kritisch is hij met name omdat Omtzigt het houdt bij de term „significant” als het gaat om stikstofreductie. „De tekst specificeert dat verder niet. Mede daardoor klinkt de suggestie door dat NSC het stikstofprobleem niet ontkent, maar er meteen bij zegt dat we ons niet hoeven te houden aan de landelijke emissiedoelen die de Tweede Kamer heeft aangenomen. Wordt dat ook bedoeld? Dat is mij niet duidelijk”, zegt hij.

In een advies voor het ministerie pleitten De Vries en collega’s recent voor heldere normen per bedrijf op basis van landelijke emissiedoelen. Zoals een maximale uitstoot van 20 tot 25 kilogram ammoniak per hectare in de melkveehouderij. „Dan weet iedereen hoe ver hij daar nog van is verwijderd en wat hem nog staat te doen”, zegt De Vries. „Het punt is alleen dat je eerst helderheid moet geven over de reductiedoelen. Pas aan de hand daarvan bepaal je vervolgens per sector de norm.” Wat hij ervan vindt dat Omtzigt het noemen van concrete doelen uit de weg gaat? De Vries: „Ik vind dat hij zich zeer op de vlakte houdt.”
Constitutioneel hof
Om burgers te beschermen tegen ongrondwettige wetgeving pleit Omtzigt voor de komst van een constitutioneel hof. Dat moet nieuwe wetten gaan toetsen aan de Grondwet. Prima, zo’n extra toets, vindt Aalt Willem Heringa, als emeritushoogleraar constitutioneel recht verbonden aan de Universiteit van Maastricht. Maar waarom een nieuw hof? „Burgers kunnen zich nu al beroepen op het EU-recht en het Europese mensenrechtenverdrag”, verduidelijkt hij. „Vragen over de interpretatie van het verdrag mogen rechters zelf afdoen, voor het EU-recht moeten ze bij het Europese Hof van Justitie zijn.”
De komst van een derde instantie voor de grondrechtentoetsing vindt Heringa „onnodig complex” en zeker geen schoolvoorbeeld van bestuurlijke vernieuwing. Ook ‘gewone’ rechters kunnen zo’n extra taak prima aan, denkt hij.
Zorgkosten
Gegeven de noodzaak om de zorgkosten in de hand te houden, had Omtzigt de lat voor de zorgparagraaf in zijn verkiezingsprogramma „best wat hoger” kunnen leggen, vindt Jurre de Bruin. „Ik zie eigenlijk alleen maar voorstellen die de zorg nog duurder maken”, zegt de strategisch consultant van Gupta Strategists, een toonaangevend consultancybureau in de zorg. Hij noemt onder meer het uitbreiden van de basisverzekering met mondzorg en anticonceptie, meer loon voor het verpleegkundig personeel, het openhouden van de spoedzorg in kleine ziekenhuizen, meer thuis- en verpleeghuiszorg voor ouderen en meer betaald verlof en vervangende zorg voor ouderen.
De Bruin: „Voorstellen doen om de betaalbaarheid van de zorg te borgen, is blijkbaar niet de manier om de kiezer aan je te binden. Jammer, van Omtzigt had ik meer verwacht. Ik acht het niet heel waarschijnlijk dat zijn voorstellen worden uitgevoerd.”
Hoe de geplande investeringen zich verhouden tot het uitgavenplafond voor de zorg, iets waar het NCS-verkiezingsprogramma eveneens over spreekt, maakt de tekst niet duidelijk.