Rutte blikt niet terug, maar verdedigt wel zijn beleid en waarschuwt Kamer
Vragen over reflecties op zijn functioneren als premier, wuift hij in eerste instantie luchtig weg. Ook is hij niet melancholisch omdat hij Prinsjesdag voor het laatst als premier meemaakt. Maar zijn politieke erfenis verdedigt hij als een terriër. En hij waarschuwt de fracties die fors willen sleutelen aan de begroting.
Premier Rutte spreekt op Prinsjesdag traditiegetrouw met een aantal vertegenwoordigers van de schrijvende parlementaire pers. Voor het eerst sinds coronatijd gebeurt dat weer in ‘zijn’ torentje.
Maar waarschijnlijk vindt dat gesprek met hem voor het laatst plaats. Want Mark Rutte is niet beschikbaar voor de VVD-kandidatenlijst en ook niet als bewindspersoon. Alle reden dus om terug te blikken op de afgelopen dertien jaar dat Rutte de minister-president was. Hij is ook nog eens de langstzittende premier.
Maar aan reflecties wil hij niet beginnen. Alle vragen daarover wuift hij luchtig en lacherig weg. Bovendien zit hij er nog wel even. Eerst komen er nog verkiezingen en dan volgt nog de formatie. Hij wil zijn werk ook zo goed mogelijk afmaken. „Ik ga nooit praten over wat mijn erfenis is, ik doe niet aan terugblikken.”
Wat voor gevoel heeft Rutte dan op deze laatste Prinsjesdag? Maar ook hier geeft hij geen sjoege. Tenminste als journalisten graag willen horen dat het allemaal zo moeilijk is en dat hij wellicht een traantje weg moest pinken. Er schoot geen emotie door zijn hoofd: „Ik ben niet de hele dag melancholisch met mijn eigen leven bezig; ik kan geen emoties veinzen die ik niet heb.”
En dan vertelt Rutte een nieuwtje. Hij zal nooit een biografie over zichzelf schrijven. „Politici die terugblikken, dat vind ik zó zielig.” Wel opmerkelijk, voor iemand die heel wat biografieën van beroemdheden heeft verslonden.
Zwaar weer
Toch ontkomt Rutte er niet aan om terug te blikken op de dertien jaren van zijn premierschap. Nederland komt opnieuw in zwaar financieel weer, net als in de begintijd toen Rutte aantrad. Een groep ambtenaren die kritisch naar de overheidsfinanciën keek, adviseerde vorige week dat het nieuwe kabinet maar liefst 17 miljard moet bezuinigen. En zei de Raad van State niet dat de rijksbegroting „langs de vangrail scheert”? Laat Rutte het land in eenzelfde desolate toestand achter als waarin hij het in 2010 aantrof?
Dan is de premier een en al alertheid en schudt hij moeiteloos een aantal voorbeelden uit zijn mouw waaruit blijkt dat zijn beleid wel degelijk succesvol was. „Kijk naar de staatsschuld, die zakt onder de 50 procent. Onze staatsschuld is in percentage veel lager dan die van Duitsland. De werkloosheid is nu laag, toen dreigde die de 10 procent aan te tikken. We moesten 51 miljard ombuigen. Daardoor hebben wij nu een van de snelst groeiende economieën van de westerse wereld.”
Maar alle discussies over de bestaanszekerheid dan? En alle acties om de koopkracht van de minima te verbeteren? En de grote woningnood onder jongeren? En de kosten voor de gezondheidszorg die de pan uit dreigen te rijzen?
Rutte weet het, maar hij beziet het vanuit zijn eigen perspectief. Hij herhaalt nog maar eens dat Nederland „een gaaf land is”. Maar daarmee wil de premier niet zeggen dat er geen problemen zijn. „Maar sinds de jaren 90 is de armoede alleen maar gedaald. Op onderdelen valt er nog veel te verbeteren, maar onze gezondheidszorg behoort tot de top.’’
En dan geeft Rutte aan de journalisten een lesje over politieke haalbaarheid naar aanleiding van de stijgende kosten in zorg. „Er is in dit land geen draagvlak voor snijden in de zorg. Verstandig regeren is ook rekening houden met wat een samenleving aankan.” Wel moet er op gelet worden dat de zorguitgaven niet harder stijgen dan de economie groeit.”
Waarschuwingen
En hoewel de premier aanvankelijk niet van plan was om te reageren op de plannen vanuit de Tweede Kamer om de begroting op een aantal punten aan te passen, laat hij toch een aantal waarschuwingen horen. De afgelopen dagen maakten Kamerleden duidelijk dat ze willen sleutelen aan het minimumloon en de accijnzen op autobrandstoffen.
Het is in ieder geval „niet verstandig om het overheidstekort verder op te laten lopen of om de rekening eenzijdig bij bedrijven te leggen. Uiteindelijk moeten die onze welvaart verdienen. Gebruik bedrijven niet als pinautomaat. Denk aan onze concurrentiepositie.” En heel specifiek over het minimumloon dat GroenLinks en ChristenUnie willen verhogen: „Dat kan de inflatie aanwakkeren. Bovendien kost het miljarden als ook de AOW omhoog moet.”
Zelfs heeft Rutte nog een welgemeend advies voor de volgende kabinetten. Die moeten „echt de hand op de knip houden” vanwege de naweeën van corona, de effecten van de hoge inflatie door de Oekraïne-oorlog en de hoge gasprijzen.”
Tot slot zijn de journalisten natuurlijk benieuwd wat Rutte gaat doen als hij na de vorming van een nieuw kabinet de deur van het Torentje achter zich dichttrekt. Het onderwijs in, liet zij zich eens ontvallen. Rutte staat nu al een aantal uren in de week voor de klas. Maar hij twijfelt nu wel. „Je leeft maar een keer.” Is secretaris-generaal van de NAVO iets voor hem? Die post komt volgend jaar vrij. De huidige secretaris-generaal, Jens Stoltenberg, voormalig premier van Noorwegen, heeft nog niet gebeld. „Erg triest”, zegt Rutte met een veelbetekenende glimlach.