Uitzien naar de nieuwe tijd van stille auto’s, motoren en vliegtuigen
„Jingle bells, jingle bells, alles gaat op stroom…” De originele tekst is anders, maar zo hoorde ik het als kind iemand zingen. Misschien de elektricien. Het maakte indruk, waarom anders deze regels onthouden? Onlangs moest ik er weer aan denken. Dat kwam zo. Om de doelen uit het klimaatakkoord te behalen, sleurt het duo Jetten-Timmermans ons bijna met geweld de stekkerauto in. Verbrandingsmotoren worden weldra verbannen. Bravo! Liever nog vandaag dan morgen.
De nieuwe generatie stekkerauto’s is weliswaar zuiniger, maar zwaarder en verbruikt derhalve meer energie. Grondstoffen voor batterijen zijn niet eindeloos beschikbaar. Er zijn vooralsnog te weinig laadpalen, chips en kabels. Het elektriciteitsnet is vol. Batterijauto’s, -motoren en -scooters zijn prijzig. Nog wel. Maar het komt goed. Laat Timmermans en Jetten maar schuiven. „Wir schaffen das.”
Ik ben om. En wel vanwege alle motorherrie waar een mens in ondergedompeld wordt zodra het kwik boven de 10 graden stijgt en dat is tegenwoordig met klimaatverandering al heel snel.
Auto’s, scooters, brommers, motoren, solexen en ander herriespul plegen een voortdurende aanslag op oren en zenuwen. Niets moet zo heerlijk zijn als alle geluid open te gooien, luidruchtig knallen en knetteren en als kers op de taart gierende banden en een motor zonder decibelkiller.
Het Noord-Hollandse Bergen kaartte in 2001 het probleem van geluidsaso’s aan bij de minister. Ruim zeventig gemeenten deden mee. Daarna volgde een oorverdovende stilte. Politie en politiek begrijpen het probleem. Wie klaagt, krijgt altijd gelijk en ontvangt immer begrip, alleen gebeurt er niks. Aan wetten, verordeningen, bepalingen, regels, geboden en verboden geen gebrek of tekort. Hét probleem is handhaving, terwijl dat een vette inkomstenbron voor de overheid kan zijn.
Waarom geen akoestische flitspalen en geluidscontroles, zoals vroeger gebeurde? Voed aankomende weggebruikers op. „Wat jij niet wilt dat een ander jou aandoet, doe dat een ander ook niet aan.” Probeer je te verplaatsen in de bewoner van de rivierdijk en de bosweg, van de dorpsstraat en de polderbaan. Doorlopend en ongevraagd in andermans herrie bivakkeren, maakt je gillend gek.
Omdat de overheid ons duidelijk niet kan beschermen, heb ik me deze zomer aangesloten bij het verzetsgilde. Ik ben nog net geen bandenprikker. Hartstochtelijk zie ik uit naar de nieuwe tijd van stille auto’s, tractoren, vliegtuigen, brommers, grasmaaiers, bladblazers, scooters, drilboren, keukenmixers et cetera.