De VVD is het niet eens met de manier waarop gemeenten de wet moeten uitvoeren, zo werd woensdag duidelijk.

„Opnieuw laat het kabinet de asielcrisis uit de hand lopen”, zegt Tweede Kamerlid Suzanne Kröger (GroenLinks). Ze verwijt het kabinet „alleen maar met elkaar overhoop gelegen te hebben” sinds de alarmerende situaties bij het aanmeldcentrum in Ter Apel afgelopen zomer. Ze noemt het „politiek ten koste van kwetsbare mensen en al die gemeenten die worstelen met de opvang.”

Volgens PvdA-Kamerlid Kati Piri „lijkt het erop dat we hier vooral kijken naar een interne VVD-discussie over asiel”. Die partij wil dat het aantal immigranten omlaag gaat, maar het tegendeel gebeurt nu. Begin juni komen VVD-leden bij elkaar op een beladen congres.

Piri benadrukt nogmaals dat de wet er op 1 oktober 2022 al had moeten zijn, en is ze er niet over te spreken dat die er nog steeds niet is. „Een goede, werkende spreidingswet is hard nodig om asielzoekers op een fatsoenlijke manier op te vangen en de lasten eerlijk te verdelen over de gemeenten.” De wet is in maart bij de Tweede Kamer ingediend, maar moet nog behandeld worden door beide Kamers.

Ook JA21-leider Joost Eerdmans wijst naar de VVD. Die partij is „bang voor de dwang in de dwangwet waarmee ze zelf hebben ingestemd”, meent hij. Het dwangaspect ligt moeilijk voor de liberale partij, maar is onderdeel van een politiek zeer gevoelige deal. Eerdmans spreekt van een „klucht”.

De linkse partijen zijn wel te spreken over het besluit van staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) om gemeenten niet langer bepaalde asielzoekers te laten weigeren in hun (crisis)noodopvang. Piri noemt het ingrijpen van de staatssecretaris „goed” en Kröger spreekt van „een nodige stap”.

PVV-leider Geert Wilders noemt de maatregelen van de staatssecretaris juist „knettergek”.