Rapport: emotionele schade door opvoeding bij apostolischen
Veel (ex-)leden van het Apostolisch Genootschap hebben emotionele schade opgelopen door de strenge en hiërarchische cultuur binnen de religieus-humanistische groepering.
Dat stelt de adviescommissie onder leiding van Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens, die de ervaringen van 207 (voormalig) leden van het Apostolisch Genootschap onderzocht. Deze personen hebben zich vanaf 1 december 2020 tot 31 maart 2022 gemeld bij het meldpunt van het Apostolisch Genootschap.
Uit het rapport van de adviescommissie komt naar voren dat melders door hun opvoeding in het Apostolische Genootschap „geen eigen identiteit konden ontwikkelen. Er is sprake van gebrek aan zelfvertrouwen, pleasegedrag, angsten, niet boos kunnen worden, geen nee durven zeggen en het extreem vermijden van conflicten.”
Veel melders hadden en hebben nog steeds het gevoel het nooit goed te kunnen doen en velen wilden in hun jeugd graag „een lichtje voor oom Apostel” zijn, refererend aan een kinderliedje dat veelvuldig werd gezongen binnen het ApGen ter ere van de heren Slok die zichzelf als hedendaagse Christus zagen, aldus de adviescommissie. Door meerdere melders werd er melding gemaakt van ernstige, psychiatrische problematiek waarvoor ze behandeling volgden en nog volgen in met name de ggz.
De commissie heeft geen aanleiding om vast te stellen dat er sprake is geweest van structureel seksueel misbruik door geestelijk verzorgers of andere ambtsdragers binnen het Apostolisch Genootschap. Wel constateert zij „dat het heeft ontbroken aan doorverwijzen naar professionele hulp bij leden als die slachtoffer werden van misbruik”.
De ervaringen van melders en de beschreven gevolgen daarvan voor hun persoonlijk leven waren vaak gedetailleerd, zo goed als altijd consistent en in de kern eenstemmig, aldus de commissie. „Dat maakte dat de commissie een verband tussen de opvoeding in het genootschap en de gevolgen daarvan voldoende aannemelijk acht.”
De adviescommissie dringt bij het Apostolisch Genootschap aan op een breder onafhankelijk onderzoek naar het sektarisch karakter van het genootschap, en vooral naar de apostolische jeugdverzorging. „Van groot belang is dat feiten op tafel komen. Belangrijk is daarbij dat het bestuur erkent, dat (ex-)leden, door de besloten cultuur die destijds heerste onder apostel Slok sr. en Slok jr., zijn beschadigd. Openheid, verantwoording en erkenning zijn van evident belang. Met name expliciete erkenning van de schadelijke gevolgen van de opvoeding binnen het ApGen helpt bij een stuk verwerking van het trauma dat in het verleden is ontstaan.”
Met 160 van de 207 melders had de adviescommissie persoonlijk of schriftelijk contact. Het grootste deel van hen ontving een financiële tegemoetkoming voor gemaakte kosten van psychische hulp. Ruim honderd mensen wilden onder professionele begeleiding samenkomen. Hiervoor zijn meerdere lotgenotengroepen (zes bijeenkomsten per groep) gestart op diverse plaatsen in het land en een in het buitenland.
Aanleiding voor de oprichting van het meldpunt was het in april 2020 verschenen boek ”Apostelkind”. Voormalig lid Renske Doorenspleet doet daarin kritisch verslag van haar jeugd binnen het Apostolisch Genootschap. Dat riep veel reacties op van mensen die zich in haar relaas herkenden.
Doorenspleet vindt het jammer dat het meldpunt en de adviescommissie niet onafhankelijk zijn. „De commissie is volledig gefinancierd door het genootschap zelf. Veel leden en ex-leden wilden hierdoor hun verhaal niet doen. Toch meldden 207 mensen zich aan en is er een helder rapport verschenen. Dat is een mooie stap.” Verder is ze kritisch op het feit dat het Apostolisch Genootschap niet alles duidelijk openbaar heeft gemaakt. „Niet over het bestaan van het meldpunt, en nu ook weer niet over dit rapport. Hun eigen persbericht over het rapport verdraait feiten en bevat fouten.”
Ze hoopt dat het genootschap de aanbevelingen van de commisie zoals de oproep tot verder onafhankelijk onderzoek opvolgt. „Echte eerlijke openheid over feiten en ervaringen, zonder schaamte en angst; daar wordt het nu toch hoog tijd voor.”
Voormalig lid Ilonka Sinkeldam vult hierop aan: „De adviescommissie stelt voor dat het bestuur van het genootschap Renske Doorenspleet publiekelijk (dus niet op de website) te bedankt voor het schrijven van het boek Apostelkind. Wat mij betreft zijn zulke openlijke excuses aan Renske Doorenspleet meer dan op zijn plaats. Ik weet dat vele apostelkinderen dit ook vinden. Door het boek van Renske ontdekten we eindelijk waar onze problemen in het heden vandaan kwamen, en konden we er eindelijk daadwerkelijk mee aan de slag. Ook ontstond er lotgenotencontact, bijvoorbeeld in besloten Facebookgroepen, wat mij enorm heeft geholpen.”
Eind 2020 bood het Apostolisch Genootschap voor het eerst haar excuses aan alle leden en oud-leden aan die emotionele schade hebben geleden door de strenge en hiërarchische cultuur binnen de groepering. Het genootschap doet dit nu opnieuw. Het Apostolisch Genootschap werd in 1951 opgericht door de eerste apostel, Lambertus Slok. In de hoogtijdagen had het 30.000 leden, tegenwoordig nog 14.000 leden en sympathisanten. Het genootschap noemt zich een „open, levensbeschouwelijke, vrijzinnige organisatie.”