Een Feyenoordsjaaltje redde opnieuw de wankelende monarchie
Koning. Het lijkt me de meest ondankbare baan. Je hebt er niet voor gesolliciteerd, maar bent er ‘gewoon’ voor in de wieg gelegd. Je ligt permanent onder het vergrootglas en woont in een glazen huis. Ga er maar aan staan.
Gevraagd naar wat deel uitmaakt van de Nederlandse identiteit, kan ik alleen nog maar de monarchie bedenken. Op de populariteitsschaal van de Verdeelde Nederlanden scoort die echter verontrustend laag. Onze nationale gemoedstoestand verkeert in voortdurende staat van opwinding, dat merkt de koning ook. Minder dan de helft van de natie heeft nog sympathie voor hem. Republikeinse divisies groeien. Het is een tijd van onbehagen. De botte bijl wordt gretig gehanteerd. Zal kroonprinses Amalia de troon nog halen…? Of zijn de poten er dan volledig onder vandaan gezaagd? Als het aan de protesterende republikeinen op Koningsdag in Rotterdam ligt, wel. Ze wonden er geen doekjes om: ”Willem de Laatste”.
Scheve-schaatsen-rijderijen worden de koning uitbundig nagedragen. Befaamde ‘populariteitskillers’ zijn de Griekse vakantie en Amalia’s verjaardagsfuif, beide in coronatijd. De waakhonden –Rutte en Rijksvoorlichtingsdienst– sliepen, of sloop de vorst stilletjes weg…? Geïrriteerde onderdanen verwijten de Oranjes slechts eigenbelang en eigenbehoeften na te streven. ’s Konings recentste uitglijder was de onthulling Ajaxfan te zijn. Niet handig net voordat je naar de stad van Feyenoord en mocromaffia-explosies afreist. „Beetje dom”, moet Máxima gedacht hebben. Een Feyenoordsjaaltje om de vorstinnelijke hals redde opnieuw de op zijn sokkel wankelende monarchie.
Tien jaar geleden nam de koning het regeerstokje over van moeder. Afgelopen week werd dat ingetogen gevierd. Er verscheen een podcast. De eerste van een reeks.
De Nederlandse identiteit…? Misschien weet ik het inmiddels: wispelturigheid, botheid, afkeer van traditie. En daarom, in een uiteengevallen samenleving, waarin weinig wordt samen-geleefd, kan de monarchie een laatste bindmiddel zijn. En omdat wij eigenlijk allang een republiek zijn, bewijst Oranje de natie goede diensten. En zo vierden orangisten en republikeinen eensgezind feest rondom de jubilerende koning en koningin.
Wie de gangen van vorst en vorstin nagaat, stuit op nabijheid, openheid en kwetsbaarheid. Dat kunnen ook evenzo vele valkuilen zijn. De monarchie kan te ver bij het volk vandaan staan, maar ook te veel een met haar worden. Of heeft de dalende populariteit meer te maken met onze visie op God-Nederland-en-Oranje…?