Rechter: Banken moeten akkoord gaan met redding scheepsbouwer IHC
De noodlijdende scheepsbouwer Royal IHC kan opgelucht ademhalen: met een gunstige uitspraak van de rechter, gistermorgen, is een dreigend faillissement afgewend. Daarmee zijn de zorgen echter niet voorbij.
De rechtbank in Rotterdam bekrachtigde donderdag het reddingsplan van IHC om de zeer winstgevende dochteronderneming Iqip uit Sliedrecht aan investeringsmaatschappij HAL te verkopen. Met dit besluit dwingt de rechter de drie banken die de verkoop blokkeerden zich aan het plan te binden. Zes andere banken van het negenkoppige consortium waren al akkoord, maar voor het besluit was unanimiteit vereist. Tegen het besluit van de rechtbank is geen hoger beroep mogelijk.
Met de opbrengst, naar verluidt 300 miljoen euro, kan de schepenbouwer met een jaaromzet van 532 miljoen euro zijn bestaande bankschulden „grotendeels” vervroegd terugbetalen. IHC houdt zelfs een mooi restbedrag over; naar eigen zeggen genoeg voor een „aanzienlijke liquiditeit en een sterke balans”.
En, niet minder essentieel: dankzij de rechterlijke uitspraak blijven ook de bestaande garantielijnen vanuit het bankenconsortium – waar onder meer Rabobank, ING en ABN AMRO deel van uitmaken – voor IHC behouden. Hierdoor blijven de bankiers verplicht tot voorfinanciering bij de bouw van bijvoorbeeld grote schepen, en is IHC weer in staat dergelijke orders binnen te halen.
Bij een ongunstige uitspraak van de rechter had de schepenbouwer per direct in grote financiële problemen gezeten.
Vooraf schatte voorzitter Martijn van de Beurcht van de ondernemingsraad van IHC de winstkans op 50 à 60 procent. Op 23 februari was hij bij de hoorzitting aanwezig. Toch sprong hij donderdagmiddag geen gat in de lucht bij het nieuws dat de verkoop van Iqip doorgaat. „Een kroonjuweel verkoop je niet zomaar”, vertelde hij eerder in het Reformatorisch Dagblad. „We worden ertoe gedwongen, dat is de ellende. Het is noodzakelijk voor het voortbestaan van ons bedrijf.” Bovendien is het leed hiermee niet geleden. „Zoals eerder gezegd zijn we nog niet gered met het winnen van dit proces. Er moeten winstgevende orders vallen.”
Eén van de mogelijke opdrachtgevers is de Papendrechtse maritieme dienstverlener Boskalis, met een order voor de bouw van twee grote sleephopperzuigers. Vanwege onder meer de financiële problemen bij IHC vergunde de baggeraar tot nog toe de order nog niet definitief. Maar die moet daar dan wel alsnog mee over de brug komen. Zelf sprak IHC donderdag de verwachting uit nu weer „meer complexe opdrachten, waar al veel contacten over bestaan, te kunnen gaan scoren”.
De ondernemingsraad werkt momenteel aan een visiedocument (plan om door te kunnen, DdB), meldt Van de Beurcht. De realisatie hiervan moet de scheepsbouwer prijstechnisch aantrekkelijker maken voor klanten, en voorkomen dat IHC de scheepsbouw naar lagelonenlanden verplaatst.