OpinieOpinie

Schiet niet in kramp van huwelijksgebod

In zijn lezing over ”Deugdethiek, gereformeerde traditie en de morele verlegenheid rond huwelijk, echtscheiding en hertrouwen” brengt dr. Pieter Vos (RD 5-1) belangrijke noties naar voren. Toch ben ik er verlegen mee. Ik leg graag uit waarom.

Ds. T.A. Bakker
21 January 2023 08:16Gewijzigd op 30 January 2023 13:40
„Als het water in het huwelijksbootje ons aan de lippen staat, mogen we onszelf en elkaar in herinnering roepen dat het huwelijk Gods zaak is.” beeld iStock
„Als het water in het huwelijksbootje ons aan de lippen staat, mogen we onszelf en elkaar in herinnering roepen dat het huwelijk Gods zaak is.” beeld iStock

Allereerst mijn waardering voor zijn verhaal. Vos merkt op dat er sprake is van een verlegenheid in de kerk als het gaat om huwelijk en echtscheiding. Die verlegenheid herken ik. Daarin moeten we volgens hem niet de kant opgaan van relativisme: gebroken huwelijken horen er gewoon bij. Nee, zegt Vos, we moeten leren om de deugd van de trouw te beoefenen. Juist in de kerk kunnen we leren om trouw te zijn. Daarmee pleit hij voor een deugdethische benadering.

Wat mij betreft zit er een waardevolle kant aan deze deugdethiek. Het gaat Jezus niet slechts om naleving van een set regels, het gaat Hem om een deugdelijke levenshouding. Binnen en buiten het huwelijk vraagt God van ons trouw, moed en zelfverloochening. We kunnen ons aan alle Bijbelse regels houden, zonder de christelijke deugden te beoefenen. Andersom hebben we mogelijk veel Bijbelse geboden overtreden, maar mogen we toch weten in alle gebrek gestreefd te hebben naar het volgen van Jezus. Aandacht voor de christelijke deugden is toe te juichen.

Wettisch

Dat wil echter niet zeggen ­–en nu kom ik bij mijn moeite met de visie van Vos– dat we de ethische voorschriften voorbij moeten. Vos zet zich af tegen de traditionele reactie op echtscheiding. Hierbij wordt op grond van een aantal Bijbelteksten (met name Mattheüs 19 en 1 Korinthe 7) het verbreken van het huwelijk afgekeurd, tenzij er sprake is van de uitzonderingen die in de teksten genoemd worden: overspel of kwaadwillige verlating. We noemen dit een gebodsethische benadering. Volgens Vos is dit een verlegenheidsreactie, waar we beter afstand van kunnen nemen. We zullen tussen veroordeling en vrijblijvendheid door moeten laveren.

„Waarom?” zo vraag ik me hardop af. Wat maakt nu dat we afstand zouden moeten doen van de gebodsethische benadering? Mogelijk omdat het voor de kerk ingewikkeld is om de Bijbelwoorden over echtscheiding te laten functioneren. Dit is inderdaad een probleem. Wanneer is er sprake van overspel? Wanneer is er sprake van kwaadwillige verlating? Mogen we dit laatste criterium bijvoorbeeld oprekken en toepassen op situaties waarbij iemand zijn echtgeno(o)t(e) verlaat om andere dan godsdienstige redenen?

Een andere reden om de gebodsethische benadering af te wijzen, is het gevaar van wetticisme en daarmee de veroordeling van hen die zich niet aan de strikte regels (kunnen) houden. Dit is een groot gevaar, dat met de liefde van Christus vermeden moet worden. Maar ik zou zeggen: als het gevaar van wetticisme helemaal niet meer dreigt, is er ook iets mis met onze ethiek. Dan is ze (onbedoeld) toch te vrijblijvend geworden.

Gods zaak

Laten we de kosten overrekenen, voordat we de gebodsethiek overboord zetten. Toegegeven, we lijken mensen die op huwelijksgebied in de knel zitten te helpen door hun via een deugdethiek ruimte te geven voor echtscheiding. Het is echter maar zeer de vraag of we hen echt behulpzaam zijn. Immers, op deze wijze ontnemen we echtgenoten in deze tijden van romantiek (waar Vos terecht op wijst) het houvast en de stabiliteit van Gods Woord. Hebben we dat niet nodig, juist in deze fase van de cultuurgeschiedenis?

Wat kan het een rust geven om te weten dat God je als man en vrouw in het heilige huwelijk aan elkaar verbonden heeft tot de dood scheiding maakt. In het heetst van de huwelijksstrijd mogen we geloven dat God meestrijdt. Juist als het water in het huwelijksbootje ons aan de lippen staat, mogen we onszelf en elkaar in herinnering roepen dat het huwelijk geen bedenksel is van ons mensen. Nee, het is de zaak van God Zelf! Hij strooide Zijn beloften breed uit over de kostbare tuin van het huwelijk, maar omtuinde dat huwelijk ook met geboden. Daar hoeven we niet meteen van in de kramp te schieten. Dat is juist een heerlijke zaak, want dat betekent voor ons „dat Hij den getrouwden Zijn hulp en bijstand altijd wil bewijzen, ook wanneer men zulks allerminst verwacht” (klassieke huwelijksformulier). En daar mogen we Hem aan houden!

Geen optie

Een prachtig voorbeeld van een echtpaar dat dit heeft begrepen, was recent te zien in het NPO-programma ”Een goed gesprek over de Bijbel”. Wies en Marcel Sarot pleitten daarin publiekelijk voor trouw in het huwelijk. In hun bijna 40-jarige huwelijk hebben ze ook moeilijke tijden gekend. „Maar”, zo zei mevrouw Sarot, „dan is het idee dat het gewoon geen optie is om op te houden een heel prettig idee, hoe raar het ook klinkt”. „Want dat hadden jullie besloten?” vroeg de presentatrice. „Ja, vanaf het allereerste begin was dat voor ons heel duidelijk. Het is geen optie om op te houden. En dat bevalt mij prima!” Een ontroerend getuigenis van een rooms-katholiek theologenechtpaar.

Sluiten een deugd- en een gebodsethiek elkaar per definitie uit? Ik denk het niet. Eerder vullen ze elkaar aan. Laten wij ze dan ook niet tegen elkaar uitspelen, maar het goede uit beide benaderingen benutten. Op hoop van zegen voor huwelijk en gezin.

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente in Nieuwe-Tonge.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer