Kabinet verstevigt toezicht op seksbranche
Als het aan het kabinet ligt, krijgen gemeenten binnenkort ruimere mogelijkheden om na te gaan of exploitanten van seksinstellingen zich wel houden aan de gemeentelijke vergunningsvoorwaarden.
In opdracht van staatssecretaris Van der Burg (Justitie) is daartoe de Wet gemeentelijk toezicht op seksbedrijven (Wgts) opgesteld, die later dit jaar bij de Tweede Kamer aanhangig wordt gemaakt.
De wettekst werd begin deze week openbaar gemaakt in het kader van de publieksconsultatie.
Bij de opheffing van het bordeelverbod in 2000 werd de Gemeentewet al zo gewijzigd dat colleges regels konden stellen aan de prostitutiebranche, onder meer door een weloverwogen vestigingsbeleid te voeren. Voor exploitanten konden voorwaarden worden opgesteld waaraan de bedrijfsvoering moest voldoen, zoals een verbod op het in dienst nemen van minderjarigen.
Gemeenten die actief op deze voorwaarden wilden handhaven, liepen echter al snel tegen beperkingen aan. De doodsteek kwam toen sekswerkers, exploitanten en de Autoriteit Persoonsgegevens zich in rechtszaken tegen gemeenten met succes beriepen op de privacywetgeving.
Zo eiste de gemeente Amsterdam dat exploitanten aan de hand van een intakegesprek moesten vaststellen dat een sekswerker voldoende zelfredzaam was. De gemeentelijke toezichthouder kreeg vervolgens de bevoegdheid die verslagen in te zien en te archiveren. De Raad van State keurde die werkwijze in 2018 in hoger beroep af.
In 2020 ging de burgemeester van Utrecht op de bon. In het kader van het gemeentelijk vergunningenbeleid moesten sekswerkers in de Domstad zich registreren en daarvoor verplicht een gesprek voeren bij de GGD. Het aanleggen van zo’n register, inclusief de gespreksverslagen, was volgens de hoogste bestuursrechter echter niet toegestaan aangezien de Gemeentewet daarvoor geen deugdelijke grondslag bood.
Het is de bedoeling dat de Wgts van Van der Burg alsnog in die grondslag gaat voorzien.
De bewindsman benadrukt dat de nieuwe bevoegdheid van gemeenten uitdrukkelijk is bedoeld voor handhaving en toezicht op exploitanten, niet op individuele sekswerkers. Het staat gemeenten dus uitdrukkelijk niet vrij om dossiers van sekswerkers aan te leggen, waarschuwt hij. Uiterlijk vijf jaar na de laatste update moeten gemeenten hun persoonsgegevens vernietigen.
De landelijke vergunningplicht en een landelijk register voor sekswerkers werden in 2017 al aangekondigd in het regeerakkoord van Rutte III. Dat kabinet zou het landelijk beleid ten aanzien van het sekswerk gaan regelen in de Wet regulering sekswerk (Wrs). Die had echter de nodige voeten in de aarde en werd tijdens de formatie van Rutte IV op last van D66 nog eens aanzienlijk afgezwakt.
Omdat nog niet duidelijk is wanneer de Wrs eindelijk in werking kan treden, komt Van der Burg nu met de Wgts, die wat hem betreft dus de status heeft van interim-wet.