Dinsdagochtend is Turkije opnieuw opgeschrikt door een zware naschok met volgens het Europees-Mediterraan Seismologisch Centrum (EMSC) een kracht van 5.3. Sinds de zware bevingen maandag met een kracht van 7.8 en 7.5 volgden ruim honderd naschokken. Maandagavond was er ook al een beving met een kracht van 5.3. Volg de laatste ontwikkelingen via dit liveblog.
Advertentie
In navolging van Amsterdam en Rotterdam gaan ook de gemeenten Almelo (Overijssel) en Maassluis (Zuid-Holland) per inwoner 1 euro doneren voor de hulpverlening in Turkije en Syrië. De twee landen zijn getroffen door zware aardbevingen.
„Het verlies aan mensenlevens is ongekend, de hoeveelheid gewonden is talloos en de materiële schade is onbeschrijfelijk”, aldus de gemeente Almelo op Twitter. „Alle hulp is nodig.” In de gemeente wonen ruim 73.000 mensen.
Maassluis stelt in totaal meer dan 35.000 euro beschikbaar voor de hulpverlening, meldt de gemeente. Burgemeester Edo Haan zegt dat de gedachten uitgaan naar de slachtoffers en iedereen om hen heen. Hij is geraakt door de betrokkenheid van inwoners. „We betuigen ons medeleven naar de Turkse gemeenschap in Maassluis en onze Syrische stadsgenoten die familie en vrienden in het getroffen gebied hebben en in onzekerheid verkeren over hun lot.”
De donatie van Amsterdam en Rotterdam komt in totaal neer op een bedrag van ruim 1,5 miljoen euro.
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR heeft zijn basiskamp opgezet vlak bij de Turkse stad Hatay, meldt Defensie. Dat dient de komende dagen als uitvalsbasis voor de 65 personen en acht hulphonden. Verkenners brengen in kaart waar het team kan helpen. Volgens Defensie is op luchtbeelden van Hatay te zien dat complete appartementencomplexen zijn ingestort.
Het basiskamp fungeert als slaapplek voor de hulpverleners en de honden. Ook staan er een medische tent en een commandotent om de reddingsoperatie aan te sturen.
USAR vertrok maandagavond vanaf vliegveld Eindhoven naar de Turkse stad Adana. Het team bestaat uit medewerkers van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie die hiervoor speciaal zijn getraind. De vier reddingsgroepen werken 24 uur per dag, zeven dagen in de week in wisselende diensten. In de regio Hatay zitten meerdere reddingsteams uit verschillende landen.
In Turkije en Syrië zijn volgens officiële cijfers inmiddels zeker 7300 doden geteld, na de zware aardbevingen maandag. Het gaat om 5434 slachtoffers in Turkije en zeker 1872 in Syrië.
De wereldgezondheidsorganisatie WHO waarschuwde eerder dat het aantal doden de komende week nog „significant kan oplopen”. De organisatie noemde het cijfer van 20.000 slachtoffers.
Inmiddels is de redding van overlevenden een race tegen de klok geworden, mede door het winterweer met temperaturen onder het vriespunt en sneeuw.
Een medewerker van Defensie heeft veertien familieleden verloren door de aardbevingen in Turkije en buurland Syrië, meldt Defensie. „Terwijl het aantal doden stijgt, hebben ook collega’s bij Defensie triest nieuws gekregen over het lot van familieleden in het getroffen gebied”, is te lezen in een verklaring.
Islamitische geestelijke verzorgers van Defensie organiseren de komende dagen bijeenkomsten voor „collega’s die samen stil willen staan bij de natuurramp”, aldus Defensie.
Koning Charles is „zeer geschokt en bedroefd” door de verwoestende aardbevingen in Turkije. De vorst heeft, mede namens zijn echtgenote Camilla, zijn steun betuigd aan de Turkse president Recep Tayyip Erdogan.
„Ik kan me de omvang van het lijden en verlies als gevolg van deze vreselijke tragedie nauwelijks voorstellen”, schrijft Charles. Ook zegt hij mee te leven met iedereen die „dierbaren heeft verloren”.
De koning en koningin-gemalin denken aan en bidden voor „iedereen die door deze verschrikkelijke natuurramp is getroffen, hetzij door verwondingen of de verwoesting van hun eigendommen” en ook voor de „hulpdiensten en degenen die helpen bij de reddingswerkzaamheden”.
Hulporganisaties die goederen naar Turkije willen brengen om mensen te helpen met de verwoestende aardbevingen, mogen dat gratis via vluchten van touroperator Corendon doen. Dat meldt een woordvoerder van Corendon.
Maandagavond vloog al een toestel van Corendon, dat Turkse wortels heeft, met het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR vanaf Eindhoven Airport naar het Turkse Adana. De 65 mensen en acht reddingshonden gaan helpen met reddingswerkzaamheden in het rampgebied.
Ook heeft Corendon maandag twee bussen met hulpgoederen zoals water en dekens naar het rampgebied in het zuidoosten van Turkije gestuurd. Die bussen hebben vervolgens overlevenden uit het rampgebied opgehaald om ze naar een eigen hotel van Corendon in Antalya te brengen. Daar kunnen zij dan tijdelijk verblijven. Ook op dinsdag worden weer bussen ingezet om overlevenden elders onder te brengen, aldus Corendon.
Turkije, dat dwarsligt bij de Zweedse toetreding tot de NAVO, krijgt aardbevingshulp van Zweden. Ook de Finnen, die eveneens NAVO-lid willen worden, gaan helpen in het rampgebied.
Ruim twintig NAVO-lidstaten en partners zoals Finland en Zweden sturen meer dan 1400 reddingswerkers naar Turkije „in solidariteit met het Turkse volk”, meldt het bondgenootschap.
Het Turkse regime in Ankara zegt een Zweeds lidmaatschap niet te zien zitten. Het vindt dat Stockholm Koerdische terroristen in Zweden toelaat en die Koerden zouden de Turkse veiligheid bedreigen.
Nederland staat klaar om Turkije verder bij te staan in de nasleep van de aardbeving, heeft premier Mark Rutte gezegd tegen de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Net als gisteren heeft Rutte aan hem zijn medeleven betuigd voor alle slachtoffers in Turkije en Syrië.
„De impact is haast niet te bevatten”, aldus de premier op Twitter. „We kunnen nu alleen maar hopen dat er snel duidelijkheid komt over het lot van alle mensen die in het gebied vermist worden.” In ieder geval acht Nederlanders worden vermist in het getroffen gebied.
In Turkije en Syrië zijn 6200 doden geteld na de zware aardbevingen van maandag. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaat ervan uit dat dit cijfer nog fors zal stijgen. In Turkije alleen gaat het om 4544 doden en bijna 27.000 gewonden.
Advertentie
Volgens de Turkse minister van Binnenlandse Zaken, Süleyman Soylu, zijn al 28.000 reddingswerkers vertrokken naar de provincies die werden getroffen door de aardbevingen. Zij moeten helpen bij het speuren naar overlevenden. 18.000 van hen zijn gendarmes, te vergelijken met de Koninklijke Marechaussee, en de andere 10.000 zijn politieagenten.
Het is moeilijk werken in de getroffen gebieden. Het gaat om een enorm gebied, van 300 bij 450 kilometer, waar 13,5 miljoen mensen wonen. Ook de weersomstandigheden, met regen en sneeuw, spelen de reddingsactie parten.
Als een mokerslag komt het nieuws van de aardbevingen in Zuid-Turkije en Syrië aan in de Turkse gemeenschap in Deventer. Vanuit de stad komt al snel hulp op gang. „We gaan door zolang het nodig is.”
De samenwerkende hulporganisaties zijn een nationale actie gestart en hebben Giro555 opengesteld om geld op te halen voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië. „Er is dringend noodhulp nodig, op zowel de korte als langere termijn. De samenwerkende hulporganisaties slaan de handen ineen en roepen heel Nederland op om samen in actie te komen voor de slachtoffers van deze humanitaire ramp”, aldus Giro555.
Op woensdag 15 februari is een Nationale Actiedag voor de slachtoffers. Hoe die er precies uitziet, is nog niet bekendgemaakt. Giro555 staat ook nog open voor de slachtoffers van het conflict in Oekraïne. Ook daarvoor kunnen mensen nog doneren. Eerder opende het Rode Kruis al een rekeningnummer vanwege de aardbevingen. Binnen 24 uur werd al meer dan 2 miljoen euro opgehaald.
ING helpt het personeel van zijn Turkse dochterbedrijf na de verwoestende en dodelijke aardbevingen in Turkije. Dat laat een woordvoerder van ING weten. Het Nederlandse financiële concern is in Turkije landelijk aanwezig met duizenden werknemers, waaronder in de streek waar de ramp plaatsvond. Het is volgens de woordvoerder nog onduidelijk of er ook slachtoffers zijn onder het Turkse ING-personeel.
Volgens de zegsman is ING nog druk bezig werknemers in het getroffen gebied in het zuidoosten van Turkije te bereiken en worden zij met „alle mogelijke mankracht” ondersteund. Zo heeft de bank een groot kantoor vrijgemaakt voor onderdak. Ook bieden ING-werknemers in Turkije hulp bij het organiseren van transporten met noodgoederen voor de getroffen regio, waaronder vanuit Istanbul.
Er wordt door ING gekeken naar meer mogelijkheden om hulp te bieden aan slachtoffers van de ramp. „We zijn nog bezig met het organiseren”, aldus de woordvoerder. ING heeft naar eigen zeggen meer dan tweehonderd vestigingen met ruim 3600 werknemers in Turkije. De bank is onder meer actief met kredietverstrekking aan bedrijven in het land.
De brand in de haven van Iskenderun in Turkije is geblust. Dat meldt het Turkse ministerie van Defensie. Dinsdag stonden honderden containers in brand in de nasleep van de aardbevingen. Verschillende rederijen hadden als gevolg daarvan hun werkzaamheden in de haven stilgelegd. Onder hen de Deense vrachtvervoerder Maersk, ‘s werelds grootste containerrederij.
De brand was uitgebroken tussen de containers in de terminal van de haven, meldde Maersk eerder. De vrachtvervoerder probeerde een inschatting te maken van de schade aan de lading, maar dat was door de brand niet mogelijk
Volgens Maersk zouden de logistieke infrastructuur en transportroutes in het aardbevingsgebied „aanzienlijke schade” hebben opgelopen. De haven van Iskenderun ligt in dit gebied. Door de schade is Maersk van plan schepen naar andere havens om te leiden. De activiteiten in Iskenderun zijn daarom tot nader orde volledig stopgezet, aldus de containervervoerder.
De omgeving rond de stad Gaziantep werd in de vroege maandagochtend getroffen door een aardbeving met een kracht van 7.8. Duizenden mensen kwamen daarbij en bij meerdere naschokken in Turkije en Syrië om. Later volgde nog een aardbeving in het zuidoosten van Turkije. Iskenderun ligt op ruim 100 kilometer van Gaziantep.
De aardbeving maandagnacht in Zuid-Turkije en Syrië was met een kracht van 7.8 uitzonderlijk zwaar voor de regio. De laatste keer dat Turkije werd getroffen door een aardbeving met een kracht van 7.5 of hoger was in 1999. Bij deze aardbeving nabij het West-Turkse Izmit kwamen ruim 17.000 mensen om het leven.
Sinds de eeuwwisseling vonden er wereldwijd 128 aardbevingen plaats met een kracht van 7.5 of hoger. Dat is op te maken uit openbare data van de Amerikaanse seismologische dienst USGS. Zowel de aardbeving maandagnacht als de zwaarste naschok maandagmiddag vallen in deze categorie.
Het grootste deel van de zware bevingen vond plaats in of rond de Stille Oceaan. Met name Japan, Indonesië en de westkust van Zuid-Amerika - onderdeel van de zogenoemde Ring van Vuur - werden vaak getroffen.
De aardbeving op tweede kerstdag 2004 in Indonesië en de aardbeving voor de noordoostkust van Japan in 2011, allebei met een catastrofale tsunami, waren de zwaarste aardbevingen sinds de eeuwwisseling. Bij deze rampen kwamen respectievelijk zo’n 230.000 mensen en ruim 15.000 mensen om het leven.
Het Consulaat-Generaal van Turkije in Deventer opent woensdag een condoleanceregister voor mensen die hun medeleven willen betuigen met de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië. Het consulaat betuigt zelf op Facebook ook medeleven met familieleden van de slachtoffers.
Het register kan tot en met vrijdag elke dag worden getekend van 10.00 tot 12.00 uur ’s morgens en ’s middags van 14.00 tot 16.00 uur. Het consulaat is gevestigd aan de Keizerstraat. Turkije heeft tot zondag nationale rouw afgekondigd.
Een groep van zo’n dertig vrijwilligers gaat dinsdag- en woensdagavond in Utrecht de straat op om geld op te halen voor de door de aardbevingen getroffen slachtoffers in Syrië. Via een QR-code kunnen mensen ter plekke geld doneren aan een van de geselecteerde goede doelen: het Rode Kruis, de Witte Helmen, Stichting Vluchteling, The Molham Team en Het Syrische Comité.
De actie is opgezet door een groep Syrische Nederlanders. „We voelden ons machteloos en wilden iets doen voor de mensen in het gebied waar nauwelijks noodhulp is”, vertelt een van de initiatiefnemers, Tamer Alalloush. Hij komt zelf uit Syrië en zijn familie woont in het westen en noorden van het land. „De flat waar een oom van mij woont, is ingestort. Met hem gaat het goed, maar hij kan niet terug naar zijn huis. Bovendien is het heel koud”, vertelt Alalloush.
Omdat hulporganisaties het gebied vanuit Turkije nauwelijks in komen, is er weinig humanitaire hulp. „Er zijn ook weinig ziekenhuizen en opgeleide artsen. Inwoners helpen elkaar”, zegt hij. De groep vrijwilligers in Utrecht heeft daarom besloten geld op te halen, in plaats van spullen. „Het duurt heel lang voordat hulpmiddelen daar aankomen, maar met geld kan er gelijk iets gedaan worden om de mensen daar te helpen.”
Onder andere bij de uitgangen van Utrecht Centraal en op het Vredenburgplein kan worden gedoneerd. „Alles wat we ophalen, is mooi meegenomen”, aldus Alalloush.
Oekraïne, zelf afhankelijk van buitenlandse steun in de strijd tegen de Russen, stuurt hulpverleners naar het aardbevingsgebied in Turkije. Het gaat om een negentigtal reddingswerkers, onder wie piloten.
De Oekraïense president Volodimir Zelenski had de hulp al snel na de ramp aangekondigd. Oekraïne staat „in deze moeilijke tijd dicht bij de Turkse mensen”, zei hij op Twitter.
Turkije werpt zich in de oorlog tussen agressor Rusland en Oekraïne geregeld op als bemiddelaar.
Het aantal Nederlanders dat vermist wordt na de zware aardbeving in het zuidoosten van Turkije is gestegen naar acht. Eerder op de dag meldde het ministerie van Buitenlandse Zaken nog zes vermisten.
Er is nog geen bevestiging van de Turkse autoriteiten van Nederlandse doden of gewonden. Door het natuurgeweld zijn in Turkije meer dan 3500 mensen om het leven gekomen. De vrees bestaat dat nog veel mensen onder het puin liggen.
De NOS deelt artikelen over de aardbevingen in Turkije en Syrië als experiment ook in het Turks en Arabisch op de website en in de app. De automatisch vertaalde berichten zijn via een link in de Nederlandstalige artikelen te vinden op de website van NOS Lab, de site waarop de omroep experimenteert met nieuwe technieken en vertelvormen.
„Omdat de ramp groot nieuws is met vanzelfsprekend een grote impact op Nederlanders met een Turkse of Syrische achtergrond, zetten we de vertaaldienst nu in”, schrijft de NOS op zijn website. „We hopen ons publiek dat de Nederlandse taal niet of minder goed machtig is, met deze tool te helpen om het NOS-nieuws over de aardbeving te volgen.”
De vertaalde artikelen zijn steekproefsgewijs gecontroleerd door tolken en een groep van honderd gebruikers. Daarnaast wordt lezers opgeroepen feedback te sturen.
Turkije weigert aardbevingshulp van het nabijgelegen Cyprus. De Turkse autoriteiten hebben het sturen van een reddingsteam afgewezen, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken tegen Cypriotische media.
De hulp was aangeboden door de regering van het Griekse deel van Cyprus, dat lid is van de Europese Unie. Het door Turkije bezette noordelijke deel van Cyprus wordt internationaal niet erkend.
Cyprus was bereid te helpen maar het antwoord van Turkije was afwijzend, aldus een topmedewerker van het ministerie: „Er is de kwestie van niet-erkenning en het lijkt erop dat bij natuurrampen en menselijke tragedies de politieke positie vaak de overhand heeft.”
Ondernemers in gebieden die door de aardbevingen zijn getroffen zijn nu vooral nog bezig met overleven en niet met het inventariseren van de schade die ze hebben opgelopen. Dat zegt voorzitter Ethem Emre van de Stichting Kamer van Koophandel Nederland-Turkije. Emre vindt het daarom belangrijk dat ondernemers in de aardbevingsgebieden niet alleen met geld en materieel worden geholpen, maar dat er vanuit Nederland ook emotionele steun komt.
„De schade door de aardbevingen moet nog in kaart worden gebracht, maar vanuit Nederland kunnen we ondertussen wel proberen zo veel mogelijk draagvlak te creëren voor het geven van steun”, aldus Emre. „Daarom mijn oproep aan onder meer werkgevers, midden- en kleinbedrijf en bedrijven om Turkse ondernemers in de getroffen regio’s te helpen. Tot nu toe krijg ik met mijn oproep voor steun nog niet veel respons. En dat terwijl hulp zo belangrijk is. De infrastructuur in de getroffen gebieden heeft grote schade opgelopen. Er moet zo veel worden hersteld.”
Amsterdam en Rotterdam doneren beide1 euro per inwoner aan het Rode Kruis voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië. „De aardbeving in Turkije en Syrië is een ongekende ramp. We leven mee met de getroffenen en alle Turkse, Koerdische en Syrische Nederlanders die op dit moment in angst en onzekerheid leven”, twitteren de steden dinsdag.
Amsterdam laat weten als stad 905.000 euro te geven. In Rotterdam wonen iets meer 664.000 mensen, maar noemt geen specifiek bedrag. Telefonisch was de gemeentewoordvoerder vooralsnog niet bereikbaar. Maar in totaal zou dat dan neerkomen op een bedrag van ruim 1,5 miljoen euro.
Het Rode Kruis opende maandag Giro 7244 voor hulp aan de getroffen gebieden. Rond 14.00 uur was in iets meer dan 24 uur al meer dan 2 miljoen euro gedoneerd voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië, meldde een woordvoerder van het Rode Kruis.
Familieleden hebben een pasgeboren baby van onder het puin gered in het noorden van Syrië. Het kind zat nog met de navelstreng vast aan haar moeder, die wel stierf als gevolg van de aardbevingen. Ook de lichamen van de vader, vier broers en zussen en een tante werden gevonden onder een ingestort gebouw.
Een familielid vertelt aan persbureau AFP dat de zoekende familie een stem hoorde tijdens het graven en zo de baby vond. De familieleden sneden de navelstreng door en brachten het pasgeboren kind naar het ziekenhuis in de nabijgelegen stad Afrin. Een kinderarts bevestigt dat de baby stabiel is, maar in slechte staat in het ziekenhuis arriveerde. Ze was onder meer onderkoeld door de koude weersomstandigheden.
De Turkse politie heeft vier mensen opgepakt naar aanleiding van „provocerende” posts op sociale media over de aardbevingen in Turkije en Syrië. Dat meldt de politie dinsdag.
Met de berichten wilden de vier volgens de politie „angst en paniek” zaaien rond de aardbevingen die aan meer dan 5000 mensen het leven hebben gekost. De precieze inhoud van de posts is niet bekendgemaakt.
Het Turkse parlement stemde in oktober vorig jaar in met een strenge wet die controle van de autoriteiten op sociale media uitbreidt. Gebruikers van sociale media kunnen onder deze wet tot drie jaar gevangenisstraf krijgen bij verspreiding van „nepnieuws”.
De Islamitische Stichting Nederland (ISN) heeft sinds maandag 1,2 miljoen euro opgehaald voor slachtoffers van de aardbevingen in Turkije. Een woordvoerder van de koepelorganisatie die 148 moskeeën vertegenwoordigt, zegt trots te zijn dat veel Nederlanders de slachtoffers willen steunen.
„We werden platgebeld door mensen die vroegen waar ze geld of goederen konden doneren. Vanwege drukte was onze website tijdelijk onbereikbaar.” Volgens de woordvoerder van ISN komt hulp van alle kanten. Zo bieden transportbedrijven aan om goederen naar het getroffen gebied te brengen en willen ook veel organisaties en ondernemers samenwerken.
„De bereidheid om te helpen is zó groot dat je soms mensen een beetje moet afremmen om de hulp goed te kunnen coördineren. We zijn daarnaast ook positief verrast door de vele steunbetuigingen uit alle lagen van de samenleving, ongeacht religie of afkomst. Die solidariteit maakt ons trots en geeft een goed gevoel.”
Het onderwijs in het rampgebied in Turkije wordt zeker niet hervat voor 20 februari. Dat meldt de Turkse televisiezender TVNET. Veel scholen hebben schade opgelopen door de aardbevingen. Eerder werd al bekend dat de scholen in het hele land een week dicht zouden blijven.
Turkije is deze week in nationale rouw. In het aardbevingsgebied is ook voor drie maanden de noodtoestand afgekondigd.
Een team van de Nederlandse stichting Signi zoekhonden vertrekt „met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” zaterdag naar Turkije om hulp te bieden in gebied dat de door de aardbevingen is getroffen. „Het is de bedoeling om met vijf personen en vijf honden naar Turkije te gaan”, zegt een woordvoerster van de stichting.
„We weten nog niet waar we precies naartoe gaan en hopen in Turkije samen te werken met een crisisteam ter plekke”, aldus de woordvoerster. „We zijn nu druk bezig met de voorbereiding. Er moet van alles worden geregeld. Denk bijvoorbeeld maar aan tenten om in te overnachten.”
De speurhonden van Signi zijn sinds 2004 ingezet bij zoekacties in onder meer Japan, Thailand en Sri Lanka (tsunami’s 2004 en 2011), Nepal (aardbeving, 2012), de Filipijnen (na de tyfoon Haiyan in 2013) en Haïti (aardbeving 2010), maar ook na natuurrampen in de Verenigde Staten, Pakistan, Turkije en Marokko. Op aanwijzingen van de honden werden honderden vermisten onder het puin of onder modderlagen vandaan gehaald.
De situatie in het noorden van Syrië is na de zware aardbevingen van maandag zeer zorgelijk. Dat stelt Dokters van de Wereld, de hulporganisatie die werkzaam is in de provincies Idlib en Aleppo. Er was al sprake van een humanitaire ramp en samen met de vrieskou is dit „een dodelijke combinatie”, zegt directeur Jasper Kuipers. Internationale hulp is er volgens de organisatie nauwelijks.
Dokters van de Wereld heeft negen klinieken in Syrië en is met 250 mensen in het getroffen gebied om medische hulp te verlenen. „Maandag zagen we vooral mensen met botbreuken, vandaag gaat het veel om onderkoelingsverschijnselen. Het is een gevecht tegen de klok, vanwege de lage temperaturen.” Hoewel hij berichten heeft ontvangen dat er dinsdagochtend nog mensen levend onder het puin vandaan zijn gehaald, dringt de tijd. „Het wordt deze week alleen maar kouder. Dan kun je niet overleven zonder beschutting.”
Zelf heeft Dokters van de Wereld ook enkele hulpverleners verloren bij de aardbevingen. Een tiental is nog vermist, onder wie hun coördinator. „We weten waar hij onder het puin ligt, maar kunnen hem niet bereiken.”
Volgens Kuipers is er nauwelijks internationale hulp in het gebied en gaat de aandacht vooral uit naar Turkije. „Daarbij is het ook lastig om het gebied binnen te komen. Aan de grens wordt streng gecontroleerd. Er zijn hier geen professionele reddingsteams en reddingshonden en mensen proberen zelf met blote handen door het puin te komen”, zegt Kuipers. „Vandaag is een kritieke dag. Ik hoop dat de hulp voor mensen daar nog op tijd komt.”
Veel Syriërs in het gebied leven in vluchtelingenkampen. Zij waren vanwege de oorlog al afhankelijk van humanitaire hulp en die wordt door de bevingen alleen maar bemoeilijkt. De organisatie deelt noodkits uit, waarmee mensen twee tot drie dagen kunnen overleven. Daarin zitten onder meer voedsel, water, dekens en medicatie. Kuipers zegt zich wel zorgen te maken over de hygiëne in de kampen. „Vorige week waren er al veel mensen met diarree en doken er gevallen van cholera op. De watertoevoer is door de bevingen waarschijnlijk beschadigd, waardoor het water vervuild is en ziektes kunnen uitbreken.”
Het Amerikaans seismologisch instituut USGS noteerde sinds de eerste verwoestende aardbeving in Zuid-Turkije maandagnacht al zeker tachtig naschokken met een kracht van 4.5 of hoger. Dat blijkt uit openbare cijfers van het instituut.
Na de aardbeving met een kracht van 7.8 maandagnacht, werd het zuiden van Turkije maandagmiddag rond 13.30 uur lokale tijd opgeschrikt door een aardbeving van 7.5. In totaal werden er maandag zo’n zeventig naschokken gemeten met een magnitude van 4.5 of hoger.
Ook dinsdag vinden er in de regio nog geregeld krachtige naschokken plaats. Sinds het verstrijken van middernacht in Turkije telde het USGS er tot nu toe dertien, waarvan vier met een kracht van 5 of hoger.
Overigens vinden er naast zwaardere naschokken ook talloze lichtere naschokken plaats. De Turkse rampendienst AFAD spreekt van in totaal meer dan driehonderd naschokken.
Maandag waarschuwde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) al voor het gevaar van naschokken in de regio. Tijdens naschokken kunnen eerder beschadigde gebouwen alsnog instorten.
Twee plaatsen in Turkije en Syrië die door UNESCO aangemerkt zijn als werelderfgoed, zijn beschadigd door de verwoestende aardbevingen die daar maandag plaatsvonden. Dat blijkt uit verkennend onderzoek van de VN-organisatie. UNESCO staat klaar om hulp te bieden, zegt directeur-generaal Audrey Azoulay.
Het gaat om de oude stad van Aleppo in Syrië en het fort van Diyarbakir in Turkije. Volgens UNESCO lopen nog minstens drie andere plaatsen die op de werelderfgoedlijst staan risico om schade op te lopen als gevolg van de aardbevingen.
UNESCO maakt zich met name zorgen om Aleppo, dat sinds 2013 bedreigd werelderfgoed is vanwege de oorlog in Syrië. „De citadel is aanzienlijk beschadigd. De westelijke toren van de oude stad is ingestort, en meerdere gebouwen zijn verzwakt”, aldus UNESCO. Voor de oorlog was Aleppo het commercieel centrum van Syrië.
Bij het fort van Diyarbakir zijn volgens UNESCO verschillende gebouwen ingestort. Het fort en de omliggende Hevsel-tuinen zijn al sinds de Hellenistische tijd een belangrijk centrum.
Ook het Turkse werelderfgoed van Göbekli Tepe, de berg Nemrut en Arslantepe zijn mogelijk beschadigd volgens UNESCO. In Göbleki Tepe zijn onder meer de resten van circa 11.500 jaar oude bouwsels met versierde pilaren blootgelegd. Nemrut staat bekend om de enorme beelden die er te vinden zijn, en Arslantepe is een belangrijke archeologisch vindplaats bij Malatya, een stad die zwaar is getroffen door de bevingen.
UNESCO is bezig experts te mobiliseren om de schade verder in kaart te brengen. Het doel is om het werelderfgoed in gevaar zo snel mogelijk veilig te stellen en te stabiliseren.
De Duitse buitenlandminister Annalena Baerbock wil dat onder meer Rusland druk op Syrië uitvoert zodat humanitaire hulp het door aardbevingen getroffen land kan bereiken. De hulp aan de duizenden slachtoffers moet volgens haar snel en zonder extra obstakels geleverd worden.
„Het is belangrijk dat de wapens nu opzij worden gelegd en alle inspanningen in de regio gericht zijn op humanitaire hulp en het zoeken en beschermen van slachtoffers”, aldus Baerbock. De Syrische president Bashar al-Assad wordt in de burgeroorlog, die in maart 2011 uitbrak, gesteund door Rusland. Turkije staat aan de kant van enkele milities van de Syrische oppositie.
De al bestaande humanitaire hulp aan het door oorlog verscheurde Syrië wordt geleverd via internationale ngo’s. Baerbock zegt dat Duitsland extra miljoenen euro’s zal verstrekken aan Malteser International en ook andere ngo’s in Syrië van financiële steun wil voorzien.
In Duitsland is de Turkse gemeenschap, de grootste buiten Turkije, begonnen met het inzamelen van geld en spullen voor de vele slachtoffers van de aardbevingen. Dat gebeurt onder meer in Berlijn, Frankfurt en München. In het land wonen ongeveer 2,3 miljoen mensen van Turkse afkomst.
De Europese Commissie heeft geen verzoek van Syrië ontvangen om Europese reddingsteams naar de door de aardbevingen getroffen gebieden te sturen. Daardoor kan de EU niet het zogeheten, door Brussel gefinancierde, Europese mechanisme voor civiele bescherming (rescEU) inzetten voor Syrië, aldus een commissiewoordvoerder. Hij wees erop dat „elk land ter wereld”, niet alleen EU-lidstaten, rescEU kan activeren, maar dat heeft Syrië niet gedaan.
Volgens de commissie kunnen EU-teams niet zomaar zonder toestemming van een regering naar een land komen. „We moeten verzekerd zijn dat de teams veilig kunnen werken. Als een verzoek komt, kunnen we direct in actie komen”, aldus de woordvoerder. De commissie werkt wel ter plaatse samen „met de humanitaire partners” en co-financiert zoek- en reddingsoperaties en de distributie van bijvoorbeeld water en dekens. „We overwegen alle haalbare opties om extra middelen in Syrië in te zetten ter ondersteuning van de getroffen bevolking.”
In Syrië brak twaalf jaar geleden een burgeroorlog uit die het land heeft verscheurd en in een humanitaire en economische crisis heeft gestort. Hulpverleners in het door rebellen bezette noordwesten hebben zeker 792 doden geteld. De overheid maakt melding van minstens 812 doden in het gebied waar ze de controle heeft.
Op Giro 7244 is in iets meer dan 24 uur meer dan 2 miljoen euro gedoneerd voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië, meldt een woordvoerder van het Rode Kruis. De hulporganisatie opende het gironummer maandag na de zware bevingen, die al vele levens kostten.
Het Rode Kruis helpt onder meer mensen onder het puin vandaan te halen, zorgt voor eerste hulp en vervoert slachtoffers naar het ziekenhuis. Ook worden mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt voorzien van bijvoorbeeld tenten, dekens en eten. In het gebied is het koud, op veel plekken ligt sneeuw. Volgens de organisatie is het „een race tegen de klok” om mensen levend onder de ingestorte gebouwen vandaan te halen.
Ook UNICEF is een inzamelingsactie gestart. De hulporganisatie zamelt geld in om kinderen te helpen die getroffen zijn door de aardbevingen.
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR nadert de plek waar het zijn tentenkamp zal opslaan. Volgens een woordvoerder is het laatste deel van de route lastig begaanbaar. Het 65 personen tellende team en de acht hulphonden komen naar verwachting dinsdagmiddag aan. Het is nog niet duidelijk waar de uitvalsbasis precies komt.
Het Nederlandse Urban Search And Rescue Team (USAR) vertrok maandag vanaf vliegveld Eindhoven naar de Turkse stad Adana. Rond 08.30 uur reed het met drie vrachtwagens vol reddingsmateriaal en vier touringcars naar de regio Hatay, in het zuidoosten van Turkije.
Hoewel de tijd dringt om overlevenden onder het puin vandaan te halen, heeft USAR volgens de woordvoerder nog niet eerder zo’n snelle inzet kunnen doen bij zo’n grote ramp. „Veel sneller gaat ook niet met 65 mensen en acht honden.” Hij zegt dat het lastig is in te schatten hoe groot de kans is dat mensen kunnen worden gered. „Dat hangt ook af van de situatie. Als iemand gewond onder een berg puin ligt, is de kans kleiner dan wanneer iemand in een ruimte zit opgesloten maar nog wel enigszins kan bewegen en eten en drinken heeft.”
Zodra het kamp is opgebouwd, gaat het team aan de slag. Het gaat om medewerkers van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie die hier speciaal voor zijn getraind. Ze werken volgens de woordvoerder 24 uur per dag in wisselende diensten. In de regio Hatay waar de Nederlanders aan de slag gaan, zitten meerdere reddingsteams uit verschillende landen. Het eerste team dat in het gebied arriveert, neemt de coördinatie voor zijn rekening. „Zoals het er nu naar uitziet, zijn dat de Zwitsers”, zegt de woordvoerder. „Zij maken alvast een eerste inschatting en kijken naar een werkverdeling.”
Het hoofd van de Syrische Rode Halve Maan, dat onderdeel is van het internationale Rode Kruis, vraagt de EU om de strafmaatregelen tegen het Syrische regime op te heffen. De sancties bemoeilijken volgens hem de hulp aan Syrië na de aardbeving van maandagochtend.
Volgens Khaled Hboubati is er dringend behoefte aan zwaar materieel zoals graafmachines, ambulances en brandweerwagens, om hulp te verlenen en de schade van de beving op te ruimen. „De vrijwilligers staan klaar”, zegt hij, „maar ze hebben geen materieel”. In totaal zouden er 3000 vrijwilligers van de Rode Halve Maan paraat staan.
Het epicentrum van de aardbeving lag in buurland Turkije, maar ook in Syrië werden al zeker 1600 doden en 3600 gewonden geteld. Er is schade in zowel de delen van het land die onder de controle van president Bashar al-Assad staan, als in de delen die door rebellen worden bezet.
Sinds de Syrische president al-Assad in 2011 burgerprotesten hardhandig heeft neergeslagen, gelden er verregaande westerse sancties tegen zijn regime. In de oorlog die uit de protesten voortvloeide kwamen al zeker een half miljoen mensen om het leven. De helft van de inwoners van het land is op de vlucht geslagen.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft een noodtoestand van drie maanden afgekondigd voor de tien provincies die zijn getroffen door de aardbevingen van maandag.
Met de noodtoestand wil Erdogan ervoor zorgen dat de zoek- en reddingsoperaties in het land snel kunnen worden uitgevoerd, evenals het werk dat daarop volgt. Hij maakte het besluit op televisie bekend.
De president vertelde ook dat zeventig landen hulp hebben aangeboden bij de zoek- en reddingsacties. In Turkije, maar ook in buurland Syrië, wordt in het puin van ingestorte gebouwen volop gezocht naar slachtoffers. De overheid wil getroffenen tijdelijk opvangen in hotels in de populaire badplaats Antalya.
In de haven van de Turkse stad Iskenderun woekert een grote brand na de zware aardbevingen van maandag. De brandweer is druk bezig met het blussen van het vuur en ook een schip van de kustwacht is ingezet om de vlammen onder controle te krijgen.
Het is niet duidelijk hoe de brand precies is ontstaan. Volgens Turkse media begon het vuur op maandag. Op beelden is te zien dat veel containers in de haven zijn omgevallen en in brand staan. Boven de haven is een dikke donkere rookwolk ontstaan.
De Turkse autoriteiten melden maandagochtend al snel na de eerste bevingen dat de haven beschadigd was geraakt en daarom voorlopig dicht zou blijven. Iskenderun ligt in het zuidoosten van Turkije en in de hoek van de Middellandse Zee, op zo’n 100 kilometer van het epicentrum. In de havenstad is ook een deel van een ziekenhuis ingestort.
Op diverse plekken in het land zamelen Turkse organisaties spullen en geld in voor de getroffenen van de zware aardbevingen in Turkije. Zo kwamen er al honderden mensen naar de Turks Islamitische Culturele Stichting Den Haag. Voorzitter Tahsin Çetinkaya verwacht de komende dagen zeven vrachtwagens vol met onder meer dekens en kleding naar het rampgebied te kunnen sturen.
De eerste twee vrachtwagens zijn al gevuld. Volgens Çetinkaya melden chauffeurs zich vrijwillig om de spullen naar Turkije te brengen. Hij verwacht dat ze er zo’n vier tot vijf dagen over doen om in het getroffen gebied te komen. „We hebben hierover contact met de overheid en de gemeenten in het aardbevingsgebied”, aldus de voorzitter.
Ook UID Nederland, een Turkse non-gouvernementele lobbyorganisatie, is een inzamelingsactie gestart. Vanuit plaatsen als Deventer, Apeldoorn en Zutphen worden ingezamelde artikelen naar een centrale locatie in Arnhem gebracht. UID laat wagens rondrijden om spullen op te halen bij mensen die zelf geen vervoer hebben. Met name aan luiers en dekens is veel behoefte volgens Rauf Çiçek, want degenen die dakloos zijn geworden hebben het erg koud. In het weekeinde vertrekken vrachtwagens naar de getroffen gebieden.
Çiçek wijst erop dat er ook erg veel behoefte is aan geld. Veel mensen laten een donatie achter in een moskee of een theehuis, zegt hij. UID Nederland heeft ook inzamellocaties in Eindhoven, Haarlem en Zaandam.
De Turkse Arbeidersvereniging in Nederland HTIB zamelt samen met andere organisaties eveneens geld en spullen in. Volgens voorzitter Mustafa Ayranci is er al 30.000 euro binnengekomen. De organisatie heeft de burgemeester van de Turkse stad Adana gevraagd om een opslagruimte, waar vandaan alle ingezamelde spullen kunnen worden verdeeld in het aardbevingsgebied.
Mogelijk zijn meer dan 23 miljoen inwoners van Turkije en Syrië getroffen door de zware aardbevingen van maandag, schat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Onder hen zijn ongeveer 5 miljoen kwetsbaren en 1,4 miljoen kinderen.
Turkije heeft volgens een hoge WHO-functionaris een sterk vermogen om op de crisis te reageren, in tegenstelling tot Syrië. Zij zegt dat vooral Syrië op de korte en middellange termijn hulp nodig heeft. Beide landen krijgen van de internationale gemeenschap hulp aangeboden. Ook de WHO levert hulp.
In Syrië brak twaalf jaar geleden een burgeroorlog uit en dat heeft niet alleen een humanitaire crisis veroorzaakt, maar ook grote problemen voor de economie. De verwoestende bevingen worden in het geval van Syrië omschreven als „een crisis bovenop crises”.
Wael uit de Syrische stad Aleppo sliep vannacht met zijn familie in de auto, op een open plek. Zijn flat staat nog overeind, maar na twee aardbevingen zit de schrik er diep in.
Internationaal komt de noodhulp aan Turkije op gang na de verwoestende aardbevingen van maandag. De Turkse vicepresident Fuat Oktay zei dinsdagochtend dat reddingsteams uit Roemenië, Zwitserland, Azerbeidzjan en Libanon al aan het werk zijn in de getroffen gebieden.
De Europese Unie heeft meer dan 1150 reddingswerkers en zeventig speurhonden gestuurd. De teams uit negentien EU-landen gaan helpen met het zoeken naar overlevenden en het bieden van medische hulp in het rampgebied. President Recep Tayyip Erdogan zei maandag al dat 45 landen hulp hebben aangeboden.
Ook dinsdag maken nog veel landen bekend te helpen of nog meer hulp ter beschikking te stellen. Spanje, Zuid-Korea en India kondigden bijvoorbeeld aan een veldhospitaal, medische teams en hulpmiddelen te sturen.
Maandagavond landde een Nederlands team met reddingswerkers in Adana. Zo’n 65 mensen van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie zijn met vrachtwagens en touringcars onderweg naar het rampgebied.
Van de Turkse rampendienst AFAD zijn bijna 25.000 hulpverleners actief in het getroffen Zuidoost-Turkije. Ze gebruiken meer dan 3000 graafmachines bij het puinruimen en zoeken naar overlevenden. Voor de mensen die ontheemd zijn geraakt, zijn meer dan 40.000 tenten en 300.000 dekens beschikbaar.
Vanuit alle delen van de wereld zijn reddingswerkers of hulpgoederen onderweg naar de regio in Turkije en Syrië Volgens de Turkse krant Sabah zijn vanaf de luchthaven van Istanbul dinsdagochtend 13.000 reddingswerkers en vrijwilligers vertrokken richting de Turkse provincie Hatay.
Ingezamelde hulpgoederen voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije staan bij een Turks centrum in Den Haag klaar voor transport naar het zuiden van Turkije. beeld ANP, Phil Nijhuiis
Ingezamelde hulpgoederen voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije staan bij een Turks centrum in Den Haag klaar voor transport naar het zuiden van Turkije. beeld ANP, Phil Nijhuiis
Ingezamelde hulpgoederen voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije staan bij een Turks centrum in Den Haag klaar voor transport naar het zuiden van Turkije. beeld ANP, Phil Nijhuiis
Ingezamelde hulpgoederen voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije staan bij een Turks centrum in Den Haag klaar voor transport naar het zuiden van Turkije. beeld ANP, Phil Nijhuiis
Ingezamelde hulpgoederen voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije staan bij een Turks centrum in Den Haag klaar voor transport naar het zuiden van Turkije. beeld ANP, Phil Nijhuiis
Ingezamelde hulpgoederen voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije staan bij een Turks centrum in Den Haag klaar voor transport naar het zuiden van Turkije. beeld ANP, Phil NijhuiisIngezamelde hulpgoederen voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije staan bij een Turks centrum in Den Haag klaar voor transport naar het zuiden van Turkije. beeld ANP, Phil Nijhuiis
Ingezamelde hulpgoederen voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije staan bij een Turks centrum in Den Haag klaar voor transport naar het zuiden van Turkije. beeld ANP, Phil NijhuiisHonderden mensen hebben inmiddels spullen gebracht bij de stichting, vertelt de voorzitter. De eerste twee vrachtwagens zijn al gevuld. Volgens Çetinkaya melden chauffeurs zich vrijwillig om de spullen naar Turkije te brengen. Hij verwacht dat ze er zo’n vier tot vijf dagen over doen om in het getroffen gebied te komen. „We hebben hierover contact met de overheid en de gemeenten in het aardbevingsgebied”, aldus de voorzitter.
Veel mensen in zijn achterban hebben familie in de getroffen regio. De zorgen zijn groot over hoe hun naasten eraan toe zijn, vertelt Çetinkaya. „Ik ken zeker vier of vijf mensen die al het vliegtuig hebben gepakt naar Turkije om te kijken wat ze kunnen doen.” Ze vliegen volgens hem naar onder meer Istanbul, Izmir of Antalya en reizen vanaf daar verder met bussen of auto’s.
De voorzitter hoort ook van Turkse Nederlanders met een huis in Turkije dat ze hun woning beschikbaar stellen voor getroffenen van de aardbevingen.
Kerk in Actie, de diaconale organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), is begonnen met een noodhulpactie voor de slachtoffers van de aardbevingen in Syrië maandag.
Zes Nederlanders zijn door hun naasten bij het ministerie van Buitenlandse Zaken als vermist opgegeven in Turkije, dat maandag is getroffen door zware aardbevingen. „We maken ons ernstig zorgen over hun situatie en doen wat we kunnen om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen voor hun familie en vrienden”, meldt het ministerie.
Het ministerie heeft nog geen bevestiging of er Nederlandse slachtoffers zijn, maar staat voortdurend in contact met de Turkse autoriteiten ter plaatse.
Op veel plekken in Nederland hangt de vlag dinsdag halfstok voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië. Onder meer bij het stadhuis van Almelo, Deventer, Tilburg, Lochem en Arnhem is dit het geval en ook bij het Turkse consulaat in Deventer. Het gaat om Nederlandse, Syrische en Turkse vlaggen.
De burgemeester van Deventer Ron König schrijft: „vele Deventenaren van Turkse en Syrische afkomst hebben familie en vrienden in het rampgebied. Velen van hen krijgen op dit moment geen contact en maken zich grote zorgen over familie en vrienden daar. Ik leef met hen mee.” Hij brengt dinsdag een bezoek aan de Centrum Moskee in Deventer en aan vijftig Syrische vluchtelingen die tijdelijk in Deventer wonen op het schip aan het Pothoofd. „De mensen in Arnhem worden direct getroffen.
Turkije heeft zeven dagen van nationale rouw afgekondigd en ook daar hangen de vlaggen halfstok. Het dodental van de aardbevingen in Turkije en Syrië staat dinsdag op 5000.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) maakt zich extra zorgen om de gebieden in Turkije en Syrië waar geen informatie vandaan komt sinds de dodelijke aardbevingen. De organisatie meldt dat het in kaart brengen van de schade nog altijd aan de gang is, om te kunnen bepalen waar de meeste aandacht naartoe moet.
„Het is een race tegen de klok. Iedere minuut die voorbijgaat, worden de kansen om slachtoffers levend te vinden kleiner,” zei de directeur-generaal van de organisatie. Het netwerk van medische noodteams is ingezet om de nodige zorg te kunnen leveren. De WHO stuurt ook drie chartervluchten naar beide landen met medische benodigdheden, onder andere voor traumachirurgie.
In Turkije en Syrië zijn meer dan 5000 mensen om het leven gekomen door de zware aardbevingen van maandag. De Turkse vicepresident maakte dinsdag bekend dat in het land zeker 3419 mensen om het leven zijn gekomen. In Syrië is het dodental opgelopen tot boven de 1600.
Het aantal dodelijke slachtoffers loopt naar verwachting nog verder op. De zoek- en reddingsoperaties zijn momenteel in volle gang.
Het dodental in het aardbevingsgebied in Syrië is opgelopen tot boven de 1600. De overheid maakt melding van zeker 812 doden, aldus staatspersbureau SANA, en hulpverleners in het door rebellen bezette noordwesten hebben zeker 792 doden geteld.
Door de aardbevingen van maandag zijn meer dan 3600 gewonden gevallen. Van die meldingen komen er meer dan 1400 uit het gebied waar de Syrische overheid de controle heeft. In de gebieden waar rebellen het voor het zeggen hebben, zijn volgens hulporganisatie Witte Helmen 2200 mensen gewond geraakt.
Tien Turkse provincies en 13,5 miljoen burgers zijn direct getroffen door de aardbevingen. Dat melden Turkse media op basis van de Turkse minister voor milieu en verstedelijking, Murat Kurum. Hij bezocht dinsdagochtend de zwaar getroffen stad Gaziantep.
De minister noemde de aardbeving de grootste ramp voor het land in de afgelopen eeuw, sinds de beving die het land in 1939 trof. Hulpverlening wordt bemoeilijkt door winters weer en naschokken. Daar zijn er tot nu toe al zo’n 285 van waargenomen. Dinsdagochtend werd nog een aardbeving met een kracht van 5.7 gemeld door het Europees-Mediterraan Seismologisch Centrum (EMSC).
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR dat in het Turkse Adana is, hoopt „over enkele uren” aan de slag te kunnen in het gebied dat is getroffen door de aardbevingen. „Het is moeilijk te zeggen wanneer we precies beginnen. Dit hangt bijvoorbeeld ook af van de omstandigheden op de weg”, aldus Jop Heinen, een van de teamleden.
Nadat het grootste gedeelte van het team op maandagavond al in Adana was geland, kwam dinsdagochtend ook een vrachtvliegtuig aan met daarin materieel dat gebruikt wordt bij reddingsoperaties. Het gaat om materieel met een totaalgewicht van 15 ton. Het betreft onder meer gereedschap om door gewapend beton te boren, microfoons om mensen te zoeken onder puinbergen en materiaal om van grote hoogte te kunnen afdalen. Ook neemt het team een eigen tentenkamp, eten, drinkwater en toiletten mee.
Dinsdagochtend is het reddingsteam, dat bestaat uit 65 mensen en acht reddingshonden, bezig het materieel over te laden op bussen en vrachtwagens. Met lokale autoriteiten wordt overlegd waar het team aan de slag zal gaan. Vanaf Adana zal het team oostwaarts trekken richting het gebied dat door de bevingen is getroffen.
In het team zitten mensen van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie. USAR wordt zowel in binnen- als buitenland ingezet bij rampen of ongevallen waarbij mensen ingesloten of bedolven zijn. Rond de 150 mannen en vrouwen zijn hiervoor getraind en voorzien van de juiste inentingen. Binnen twee uur moet een team paraat kunnen staan. Nederland is een van de weinige landen ter wereld dat een dergelijk team kan inzetten bij grote rampen.
De sfeer in het team is goed, zegt Heinen dinsdagochtend. „Vannacht hebben we nog een paar uurtjes rust kunnen pakken op het vliegveld, in afwachting van het materieel dat nog onderweg was. We zijn blij dat het team compleet is en dat de spullen er zijn.”
De nachtelijke aardbeving in de buurt van de stad Gaziantep had een kracht van 7.8, waarna nog naschokken volgden, waaronder een van 7.5. De verwachting is dat het dodental de komende tijd nog verder zal oplopen. Het slechte weer in het rampgebied bemoeilijkt het werk van de reddingswerkers.
De aardbevingen van maandag hebben in Turkije zeker 3381 mensen het leven gekost, meldt de Turkse rampendienst AFAD. Het geregistreerde aantal gewonden is opgelopen tot zeker 20.426.
In Turkije wordt nog steeds gezocht naar overlevenden. Er zit een onbekend aantal mensen vast onder het puin van de ingestorte gebouwen. Duizenden mensen zijn al in veiligheid gebracht. De internationale hulp komt steeds verder op gang. Steeds meer teams vanuit het buitenland arriveren in het aardbevingsgebied.
In de internationale pers is dinsdag uitvoerig aandacht voor de zware aardbevingen bij de Turks-Syrische grens. Op voorpagina’s van vrijwel alle toonaangevende buitenlandse kranten staan grote foto’s van de zoek- en reddingsoperaties met daarboven koppen als „help ze”, „duizenden in hun slaap gedood” en „een race tegen de klok”.
Op de voorpagina van de Britse krant The Guardian is te zien hoe een meisje gered wordt uit het puin. „Catastrofaal”, schrijft de krant over de duizenden doden. De Britse The Times, die dezelfde foto plaatst, schrijft over „de gigantische aardbeving die mensen in hun slaap doodt”.
De Financial Times heeft het over „de grootste aardbeving in 84 jaar voor Syrië en Turkije”. The Daily Mail kopt met grote letters „hulpeloos” bij een foto van kinderen die uit het puin worden gehaald.
De Britse krant The Mirror schrijft over „een moment van hoop te midden van terreur” bij een foto van een kind dat uit het puin wordt gehaald. De Franse krant Le Monde schrijft op de voorpagina over een „dodelijke aardbeving in Turkije en Syrië” terwijl de Amerikaanse krant The Washington Post over „verwoesting” in die landen spreekt.
Op Giro 7244 is tot nu toe bijna 1,2 miljoen euro gedoneerd voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië, meldt een woordvoerder van het Rode Kruis. Meer dan 4300 mensen hebben de ramp niet overleefd, vele mensen zijn gewond en er ligt nog een onbekend aantal slachtoffers onder het puin. De hulporganisatie heeft Giro 7244 maandag geopend.
Reddingswerkers die zoeken naar overlevenden in het zuidoosten van Turkije na de verwoestende aardbevingen maandagochtend, kampen in de nacht van maandag op dinsdag met moeilijke weersomstandigheden. Volgens een verslaggever van de BBC in de Turkse stad Osmaniye, niet ver van het epicentrum, ging de zoek- en reddingsoperatie er ’s nachts ondanks de stromende regen door.
De Britse omroep meldt dat er in de stad geen elektriciteit is. Op beelden is te zien hoe een familie, ondanks temperaturen onder het vriespunt, de nacht op straat doorbrengt. Vanwege de kans op zware naschokken zijn mensen volgens de BBC-verslaggever te bang om in een gebouw te slapen. Er zijn volgens buitenlandse media in Syrië en Turkije duizenden mensen die om deze reden in auto’s of buiten slapen.
De komende dagen wordt in het rampgebied naast meer regenval ook sneeuw verwacht, schrijft The New York Times op basis van Turkse weerbureaus. De temperatuur blijft rond de zwaar getroffen Turkse stad Gaziantep ’s nachts onder het nulpunt.
In het zuiden van Turkije is na de verwoestende aardbevingen van maandag een naschok geweest met een kracht van 5.3. De schok werd door het Amerikaans seismologisch instituut USGS gemeten op 29 kilometer van Gaziantep, vlak bij de eerdere aardbevingen. De zwaarste bevingen hadden een kracht van 7.8 en 7.5.
Maandag zijn al meer dan honderd naschokken geweest, die de hele dag doorgaan. In Turkije en Syrië zijn al zeker 3500 mensen om het leven gekomen door de natuurramp.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde maandag voor het gevaar van de naschokken. Die kunnen beschadigde gebouwen doen instorten.
Vanuit alle delen van de wereld zijn reddingswerkers of hulpgoederen onderweg naar de regio in Turkije en Syrië waar al duizenden mensen zijn overleden na de zware aardbevingen maandag. Volgens de Turkse krant Sabah zijn vanaf de luchthaven van Istanbul dinsdagochtend 13.000 reddingswerkers en vrijwilligers vertrokken richting de Turkse provincie Hatay.
Op beelden op sociale media zijn grote groepen mensen op de luchthaven van Istanbul te zien. Het zou gaan om deels vrijwillige hulpverleners die volgens de gouverneur op weg zijn naar de provincie Hatay.
Intussen groeit de lijst landen die steun toezegt in de vorm van financiële hulp of reddingsteams. Op beelden is te zien hoe reddingswerkers en speurhonden vanuit bijvoorbeeld Griekenland, Hongarije, Zwitserland, Mexico en Duitsland onderweg zijn naar Turkije. Ook vanuit de stad Los Angeles en landen als Zuid-Korea en Japan zijn reddingswerkers onderweg.
De Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en tientallen andere landen hadden Turkije maandag al beloofd hulp te sturen. Een Nederlands reddingsteam, bestaande uit 65 mensen en acht reddingshonden, is maandagavond al geland in het Turkse Adana.
Australië, Nieuw-Zeeland en China leveren een financiële bijdrage van respectievelijk 6,5 miljoen, 1 miljoen en 5,5 miljoen euro. In Syrië zijn dinsdagochtend vroeg hulptoestellen met voeding, medische voorzieningen en dekens aangekomen uit Iran en Irak. Iran heeft Syrië ook humanitaire hulp beloofd.
Zo’n 24 uur na de eerste aardbeving in het zuiden van Turkije bij de grens met Syrië is het dodental opgelopen tot 4361. Turkije heeft het dodental in de nacht van maandag op dinsdag bijgesteld van 2316 een paar uur eerder naar 2921. In Syrië zijn volgens de laatste tellingen nog altijd 1440 doden, waardoor in totaal meer dan 4300 mensen de ramp niet hebben overleefd. Turkije meldt in de nachtelijke telling ook 15.834 gewonden.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft gewaarschuwd dat het aantal doden in de komende week „significant op kan lopen” en sluit niet uit dat het dodental tot 20.000 kan stijgen. „Helaas is dit wat we vaak zien bij aardbevingen; na de eerste berichten stijgt het aantal doden en gewonden in de week die volgt significant”, vertelde Catherine Smallwood, namens de WHO betrokken bij noodsituaties in Europa.
Reddingswerkers zijn ondanks moeilijke omstandigheden ook in de nachtelijke uren druk bezig met zoeken naar overlevenden tussen het puin.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vreest dat het dodental na de aardbevingen in Turkije en Syrië in de komende weken kan verachtvoudigen. Catherine Smallwood, namens de WHO betrokken bij noodsituaties in Europa, zei dat tegen persbureau AFP toen het dodental in beide landen op 2600 stond. Ze sluit niet uit dat het dodental op kan lopen tot voorbij 20.000.
„Helaas is dit wat we vaak zien bij aardbevingen; na de eerste berichten stijgt het aantal doden en gewonden in de week die volgt significant”, aldus Smallwood. „Ook is er een kans op verdere instortingen van beschadigde gebouwen.
Eerder maandag zei de WHO ook al dat het dodental „aanzienlijk” zou kunnen stijgen.
De Amerikaanse president Joe Biden belooft zijn Turkse collega Recep Tayyip Erdogan „alle hulp” te sturen die nodig is om te herstellen van de verwoestende aardbevingen. De twee leiders spraken elkaar maandagavond (Nederlandse tijd) telefonisch.
„Biden bevestigde in dat gesprek de bereidheid van de Verenigde Staten om alle hulp te bieden aan onze NAVO-bondgenoot Turkije”, liet het Witte Huis in een verklaring weten. Eerder op de dag zei Biden op Twitter al „diep bedroefd” te zijn over „het verlies aan mensenlevens en de verwoesting veroorzaakt door de aardbeving in Turkije en Syrië”.
Volgens de verklaring van het Witte Huis worden Amerikaanse teams spoedig ingezet om Turkse zoek- en reddingsteams te ondersteunen. Vanuit Nederland is zo’n team van 65 mensen en 8 reddingshonden al geland in het Turkse Adana om te helpen zoeken naar overlevenden van de aardbevingen.
De Marokkaanse koning Mohammed VI heeft zijn condoleances overgebracht aan de Turkse president Erdogan na de zware aardbevingen die maandag het zuiden van Turkije hebben getroffen, meldt staatspersbureau MAP.
In het bericht geeft de vorst aan met groot verdriet kennis te hebben genomen van de ramp die zich in Turkije heeft voltrokken, met vele dodelijke slachtoffers en gewonden en grote materiële schade tot gevolg. Namens het Marokkaanse volk staat de 59-jarige koning stil bij de slachtoffers en hun nabestaanden en geeft hij aan te bidden voor alle getroffenen.
Door de bevingen in Turkije en buurland Syrië zijn inmiddels al meer dan 3500 mensen om het leven gekomen.
De webredactie begint een nieuw liveblog. Bekijk het liveblog van maandag via deze link:
Advertentie
