Tweede Kamer kan borgen van orde rond kliniek rustig overlaten aan lokaal gezag
Rust rond de abortusklinieken. Dat is wat zorgminister De Jonge (CDA) graag wil. De Tweede Kamer deelt dat streven; of het beleid wordt aangepast moet blijken in een debat dat een meerderheid van de volksvertegenwoordiging inmiddels heeft aangevraagd.

Een mogelijke ordemaatregel is het aanwijzen van aparte zones voor onder meer vertegenwoordigers van de zogenoemde prolifeorganisaties. Die bevoegdheid voor burgemeesters is echter al lang geregeld in de wet en vormt allerminst een dode letter zoals een recente uitspraak van de kortgedingrechter in Roermond ook klip en klaar laat zien. De rechtsspraak legt een bestuurder het vuur bepaald niet aan de schenen als deze besluit wakers of actievoerders van de stoep voor de abortusinstelling naar de overkant van de weg te dirigeren. Bijvoorbeeld wanneer de gemoederen, net zoals in Roermond, wat oplopen en motorbendes aanbieden vrouwen te escorteren van en naar de kliniek.
Aantonen dat zo’n besluit in redelijkheid is genomen, een soepel en bruikbaar criterium, volstaat.
Een uitzending van het tv-programma EenVandaag over het onderwerp maakte veel los, maar toonde allerminst aan dat het water de burgemeesters van gemeenten waarin abortusklinieken zijn gevestigd tot aan de lippen staat. Waarom dan toch een debat?
Het zou naïef zijn om te denken dat SP, PvdA, GroenLinks en D66 De Jonge slechts naar de Kamer roepen om hem daar de werkwijze van de Wet openbare manifestaties nog eens uit de doeken te laten doen. Zij willen meer; een toezegging dat wie een kliniek wil bezoeken voor het laten afbreken van een zwangerschap dat altijd ongestoord moet kunnen doen, zonder te worden aangesproken of gehinderd door wie dan ook.
Die inzet is beslist ongenuanceerd en doet geen recht aan het aanbod aan hulp en begeleiding waarin sommige prolifeclubs de afgelopen jaren aantoonbaar investeerden. Een aanbod overigens dat geregeld een doelgroep bereikt voor wie de huidige, karige overheidsgefinancierde voorzieningen niet volstaan.
Wat de biddende en wakende actievoerders onbedoeld zwangere vrouwen vertellen over de methodes waarmee zwangerschappen worden beëindigd roept emoties op, maar is het nieuw? In dat geval kan de Kamer beter nagaan of de informatie die aanstaande moeders nu in het besluitvormingsgesprek krijgen wel volledig is.
Opkomen voor het ongeboren leven kan op meerdere manieren, van zeer bescheiden tot wat meer robuust. Gelukkig is het nog niet zover dat lokale overheden elk tegendraads geluid rond de kliniek al willen smoren, nog voor het kan worden geuit. Anders gezegd, gemeenten en prolifeorganisaties hebben de ruimte om rond een (actie)bijeenkomst of ander initiatief met het oog op de lokale context te zoeken naar passende maatvoering. Zulk overleg aanmoedigen, is echt veel verstandiger dan na een handvol mediaberichten te vluchten in een hyperig debat.