Henk bleef de rest van zijn leven Koos
Titel: ”’Koos’ Michel. Mijn verzet in de Tweede Wereldoorlog”
Auteur: drs. S. E. Scheepstra (red.)
Uitgeverij: Van Warven, Kampen 2007
ISBN 978 90 806146 4 2
Pagina’s: 138
Prijs: € 13,50.
Als het pistool bij de Barneveldse spoorwegovergang nu eens wél was afgegaan? Dan zou de bezetter zich waarschijnlijk op de bevolking gewroken hebben voor de dood van een Duitse agent. Verzetsman ”Koos” zag er later Gods hand in dat zijn vuurwapen ketste en dat hij met zijn maats aan de Grüne Polizei wist te ontsnappen zonder iemand gedood te hebben. Het is een van de vele voorvallen waarover hij in zijn verzetsherinneringen vertelt.
Koos heette eigenlijk Hendrik Heike Michel. Op 20-jarige leeftijd kwam hij in het verzet terecht. Na het overlijden van zijn vrouw in 2000 begon Michel (1923-2004) zijn herinneringen op schrift te stellen, omdat hij merkte dat zijn kleinkinderen zich geen voorstelling konden maken van het verzetswerk. Drs. S. E. Scheepstra, dochter van verzetsleider L. Scheepstra (”Bob”), werkte Michels aantekeningen na zijn overlijden uit.
Michel was een onderwijzerszoon uit Wierden. Hij werkte op een notariskantoor en was hulporganist in de gereformeerde kerk. Een foto van een verticaal overeindstaande wagon toont het succes van de eerste sabotageactie waaraan ”Koos” deelnam: door het ombuigen van een spoorrail lieten enkele ondergrondse strijders in mei 1943 bij Wierden een trein ontsporen.
Acties
Michels verzetsactiviteiten speelden zich ook buiten zijn eigen woonomgeving af: in Gelderland en Utrecht. Hij nam deel aan overvallen op distributietransporten en -kantoren en verdonkeremaande bevolkingsregisters. Ook maakte hij deel uit van de knokploeg die op 11 juni 1944 op klaarlichte dag het huis van bewaring in Arnhem binnendrong en daar, zonder een schot te hoeven lossen, 54 politieke gevangenen uit handen van de Sicherheitsdienst (SD) bevrijdde. Het is de grootste bevrijdingsactie van het Nederlandse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog geweest.
De acties volgden elkaar snel op. Zonder opschepperij vertelt Michel erover. Het boek geeft inzicht in de structuur van het illegale werk en de onderlinge contacten. Een deel van de gebeurtenissen is vrij zakelijk weergegeven. De drijfveren voor het werk en de doorstane emoties -Michel verkeerde altijd in gevaar- houdt de veteraan vaak wat onder de oppervlakte. In andere verhalen klinkt iets meer van de spanning door waaronder de verzetslieden moesten werken. Michels verloofde stond achter zijn inzet voor de goede zaak, hoewel ook zij angsten moet hebben uitgestaan.
Aangrijpend is het verhaal van de verzetsman die op 11 juni 1944 uit het huis van bewaring in Zutphen werd bevrijd. Hij was dankbaar, maar had één grote zorg: zijn verloofde zat gevangen in Arnhem. Zijn bevrijders konden hem vertellen dat zij dan waarschijnlijk eerder die dag ook bevrijd was, tezamen met 53 anderen. De verloofde bleek echter al eerder vrijgekomen te zijn: ze was voor de SD gaan werken en leverde een aantal verzetslieden aan de Duitsers uit, inclusief haar verloofde, die het leven liet voor een vuurpeloton.
Bruidsjurk
Terwijl de Slag om Arnhem in volle gang was, ontsnapte Michel aan arrestatie toen de SD een villa overviel waarin zich vaak verzetsmensen ophielden. Drie van zijn makkers werden doodgeschoten.
In de laatste maanden van de oorlog had de nog maar 21-jarige Michel de leiding tijdens droppings in Overijssel, onder meer bij Markelo/Holten, Vriezenveen, in het Staphorster Bos en in de Noordoostpolder. Zijn verloofde maakte van een van de parachutes na de bevrijding haar bruidsjurk. Later in zijn leven zocht Michel tijdens fietstochten de oude droppingsterreinen nog vaak op.
Zijn deelname aan het verzet heeft het verdere leven van Michel beïnvloed. Pal na de oorlog legde hij de herinneringen aan een aantal acties vast. Net als andere ex-verzetsmensen had hij moeite om te wennen aan het normale leven in de naoorlogse maatschappij. De strijder werd boekhouder. Hij zette zich op bestuurlijk niveau in voor organisaties van het voormalige verzet (zoals de LO-LKP-stichting) en Stichting 1940-1945. Het contact met verzetsvrienden bleef. Michels kinderen vonden het dan ook heel gewoon dat hij op verjaardagen afwisselend Henk en Koos werd genoemd. Twee oorlogsjaren drukten een onuitwisbaar stempel op de 59 jaren die volgden.