Alblas lijkt vergeten te zijn in Papendrecht, het dorp waar hij zes jaar woonde. In Dordrecht is een brug en een pad naar de oud-inwoner genoemd.

Het is opmerkelijk dat Alblas in de Papendrechtse historie bijna altijd onzichtbaar is gebleven, vindt Pieter van Wijngaarden, auteur van verschillende boeken over Papendrecht. „Alleen in 2005 was er aandacht voor de verzetsman, toen voormalig burgemeester Marius Soetendal van Papendrecht naar Dordrecht kwam om aanwezig te zijn bij de onthulling van de Aart Alblasbrug, over een zijtak van het Wantij. Na de onthulling van die brug, als aandenken aan de verzetsman, verdween Aart Alblas in Papendrecht uit het zicht. Wel werd hij na de oorlog postuum onderscheiden met de Militaire Willemsorde.

Marconist

Alblas werd geboren op 20 september 1918. In 1940 begon Alblas, die de marconist van de soldaat van Oranje werd genoemd, inlichtingen te verzamelen en stak hij zich in gestolen Duitse uniformen. Hij vertrok met een motorbootje naar Engeland en leverde daar verscheidene inlichtingen af. In 1941 werd de verzetsman gedropt bij het toenmalige Nieuweschans.

Daar leefde hij verder als Klaas de Waard. ‘De Waard’ wist met zendapparatuur om te gaan, maar hij werd door de Duitsers uitgepeild en vervolgens opgepakt, om in het Oranjehotel te worden opgesloten. Later kwam hij in Kamp Haren. Het voorstel van zijn vrienden om in Kamp Haren te ontsnappen steunde Alblas niet om zijn familie niet in gevaar te brengen. Na Kamp Haren belandde Alblas in Mauthausen, waar hij op 7 september 1944 door de SS werd vermoord.

Christelijke HBS

Dat blijkt uit aantekeningen die Jacques Batenburg naliet. Batenburg werkte meerdere keren mee aan publicaties over Aart Alblas in Dagblad De Dordtenaar. Hij leerde Alblas als medeleerling kennen op de Dordtse christelijke HBS en werd in 1941 zijn medewerker in het verzet. Zo steunde hij de geheim agent. Batenburg overleed in 2010 op 92-jarige leeftijd.

Conflict

De familie Alblas verhuisde in 1930 van Papendrecht naar Dordrecht als gevolg van een conflict met de toenmalige burgemeester van Papendrecht, Pieter van Rees. Volgens oud-journalist Hans Berrevoets was Van Rees een NSB-burgemeester die op 8 mei 1945 werd geschorst op grond van zijn Duitse gezindheid. Enkele jaren later werd Van Rees veroordeeld. Daarna verdween hij in de anonimiteit.

Vader Alblas, gemeenteontvanger in Papendrecht, wilde meer verdienen om zijn gezin met elf kinderen te kunnen onderhouden. Daarom stal hij geld uit de gemeentekas. Hij werd voor de diefstal veroordeeld. Bovendien zorgde de diefstal voor een conflict met burgemeester Van Rees.

In de oorlog ondersteunde Aart zijn familie financieel zo lang als mogelijk was. Het geld was hard nodig.