Klimaatverandering: Bonaire krijgt als eerste Nederlandse gemeente natte voeten
Als er niets gebeurt aan de wereldwijde klimaatverandering zal een vijfde deel van het eiland Bonaire in 2050 onder water zijn verdwenen. Dat blijkt uit recent onderzoek door het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit. Op Bonaire klinken kritische geluiden over de alarmistische wijze waarop opdrachtgever Greenpeace met de onderzoeksresultaten de boer op gaat.
Verrassend genoeg zijn het niet de laaggelegen delen van de Nederlandse randstad of van de provincie Zeeland die als eerste risico lopen bij een stijgende zeespiegel, maar juist een deel van een Nederlandse gemeente in het Caribische deel van het koninkrijk. Bonaire ligt immers niet achter dijken of duinen en een Deltaplan ontbreekt. Tijd voor een dringend appèl op de Nederlandse overheid omdat aandacht vanuit Den Haag ontbreekt, vindt Greenpeace.
Het Benedenwindse eiland wordt volgens het onderzoek ook op andere punten hard geraakt als de opwarming van de aarde niet beperkt blijft tot 1,4 graden (net onder de doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs). Veel natuur verandert dan in woestijn en door toenemende hittegolven zullen meer mensen overlijden als gevolg van hittestress. Wie de hitte weerstaat krijgt vaker te maken met knokkelkoorts, chikungunya en andere ziekten die door muggen worden verspreid. Ook koraalriffen –van belang als golfbreker bij toenemende stormen– verbleken of veranderen door het warmer wordende zeewater in een slijmerige substantie. Dat alles heeft ook economische impact: de teloorgang van het prachtige koraal betekent ook het einde van het populaire duiktoerisme. Andere toeristen zullen ook wegblijven als stranden onder water verdwijnen. Alles bij elkaar een rampscenario dat onlangs wereldkundig werd gemaakt door Greenpeace, die het IVM-onderzoek bekostigde. Dat leidde tot veel media-aandacht en zelfs Kamervragen.
Op Bonaire draait alles om het sterk opkomende toerisme, dat werkgelegenheid brengt. Van een toekomstig rampscenario in het zuiden van het eiland ligt men nog niet wakker, er wonen daar geen mensen. De bevolking is ook niet bezig met het jaar 2050 of het jaar 2150, maar met de problemen van vandaag: sterk stijgende kosten van het toch al dure levensonderhoud, armoede, de slechte infrastructuur op het eiland en de toestroom van Nederlanders. De vooral uit Nederland afkomstige vakantiegangers op het Benedenwindse eiland toeren intussen onwetend over de toekomst op hun scooter of met hun pick-uptruck vol duikmateriaal over de EEG-Boulevard. Deze toeristische weg, ooit bekostigd door de toenmalige Europese Economische Gemeenschap, ontsluit het bedreigde zuiden van het eiland. Daar in het zuiden gaan volgens Greenpeace de eerste klimaatklappen vallen. Het wassende water zal niet alleen de wereldberoemde zoutpannen met hun flamingokolonie treffen, maar ook de iconische slavenhuisjes die herinneren aan een zwarte bladzijde uit het koloniale verleden. Bij doorgaande klimaatverandering verdwijnt dit culturele erfgoed onder water.
Verantwoordelijk
Greenpeace mobiliseert de aandacht door te dreigen met een rechtszaak tegen de staat der Nederlanden. Sinds de Nederlandse Antillen als land op 10-10-2010 werden opgeheven, wordt Bonaire samen met de eilanden Sint-Eustatius en Saba (de ”BES-eilanden”) rechtstreeks vanuit Den Haag bestuurd. In de volksmond heten deze eilanden ”bijzondere gemeente van Nederland”. Greenpeace acht de Nederlandse overheid aansprakelijk voor de te verwachten schade door klimaatverandering en oordeelt hard over het ontbreken van een deltaplan voor de BES-eilanden. De activistische milieuorganisatie vindt dat Nederland álle burgers moet beschermen tegen de impact van klimaatverandering, „of ze nu in Valkenburg wonen, op Ameland of Bonaire.” Hoe een eventueel Deltaplan voor Bonaire eruit moet komen te zien, zal volgens Greenpeace nader onderzocht moeten worden.
Doemdenkerig
Jan van der Ploeg, directeur van de Stichting Natuurparken Bonaire (Stinapa), is niet blij met de aanpak van Greenpeace en het IVM. „Er spelen op Bonaire veel acutere problemen. Samen met andere natuur- en milieuorganisaties willen we daar nu lokale aandacht voor.” Van der Ploeg doelt op natuurbeschermingsinitiatieven zoals het verbeteren van waterkwaliteit, de beschermen van kwetsbare natuurgebieden, herbebossing en het verdrijven van vraatzuchtige wilde ezels en geiten uit de vrije natuur. „Greenpeace gaat helemaal voorbij aan wat hier allemaal al gebeurt.”
Verder loopt Stinapa regelmatig aan tegen het weerkerend probleem van gebrekkige handhaving en toezicht door de overheid: „Bestaande milieuwetgeving wordt soms straffeloos met voeten getreden. Projectontwikkelaars bouwen te dicht bij de kust en afgelopen jaar maakte de multinational TUI bij een nieuw hotel een kunstmatig strand in strijd met alle regels die het kwetsbare koraal moeten beschermen.” Van der Ploeg: „Greenpeace mobiliseert op alarmistische en doemdenkerige wijze de aandacht voor de verre toekomst, terwijl een klein eiland als Bonaire op klimaatverandering weinig invloed heeft.”
De directeur van Stinapa vindt ook dat cultureel erfgoed zoals landhuis Slagbaai en de slavenhuisjes bewaard moet blijven, „maar als de zeespiegel in het jaar 2150 2 meter gestegen is en de slavenhuisjes onder water zijn verdwenen, dan hebben we in de wereld wel even wat anders aan ons hoofd. Dan staat in Nederland het water bij wijze van spreken tot aan de Veluwe.”
Mangrovebossen
Intussen zijn er al wel langer bestaande initiatieven op Bonaire om het eiland te wapenen tegen het stijgen van de zeespiegel. Vrijwilligers van de natuurorganisatie Mangrove Maniacs houden zich onder leiding van de Nederlandse biologe Sabine Engel en op kosten van Stinapa al sinds 2015 bezig met het onderhouden en verbeteren van de omvangrijke mangrovebossen in het zuiden van het eiland. Het IVM sprak ook met Engel, haar werk is actueler dan ooit: „Een van de functies van mangroven is het beschermen van de kust tegen stroming en golven. De bomen en de dichte wortelstelsels nemen veel CO2 op, zorgen voor landaanwinning, houden de bodem vast en beschermen zo de kust. Mangroven groeien langzaam, maar bewegen wel mee met de stijging van de zeespiegel als deze niet te snel gaat en als er ruimte is.”
Om Bonaire in plaats van met dijken te beschermen met een gordel van mangroven vindt Sabine Engel maar beperkt haalbaar: “Mangroven zijn mooie golfbrekers, maar ze groeien erg langzaam. We planten nu ook langs de kust en hopen dat de mangroven daar iets kunnen betekenen. Bedenk wel: ook mangroven kunnen niet alles tegenhouden.”
Geen duur Deltaplan
Engel wil realistisch denken: „Een Deltaplan zou de integriteit van het eiland aantasten. Dan denk ik over de stijging van de zeespiegel: het is wat het is, hier in het bedreigde zuiden van het eiland wonen geen mensen. Belangrijker is hoe bewoonde gebieden kunnen worden veiliggesteld.” Ze gooit het over een andere boeg: „In plaats van voor een duur Deltaplan kun je er ook voor kiezen om vandaag de dag de leefomstandigheden van de Bonairiaanse bevolking te verbeteren.”
Over de alarmerende geluiden van Greenpeace zegt Engel: „Klimaatverandering leeft hier nog niet echt. Het IVM-rapport is ook maar een toekomstvisie. Het gaat om de bevolking van Bonaire en niet om Greenpeace.”
Intussen bouwen projectontwikkelaars verder door aan hotels, villa’s en appartementen, vaak veel te dicht op de kust. Engel: „Ze verdienen hun geld en denken wellicht: na ons de zondvloed!”