Waarom suïcide vooral jongere treft
Het aantal jongvolwassenen dat zich van het leven berooft, stijgt opnieuw. Mensen met psychische problemen en geldzorgen, vroegtijdige schoolverlaters –veelal van het mbo– en lhbt’ers vormen vaak het gezicht achter de schrijnende cijfers, stelde 113 Zelfmoordpreventie donderdag.
Gemiddeld overlijden er iedere maand in Nederland iets meer dan twintig jongeren onder de 30 jaar door zelfdoding. In de maanden januari, februari en december 2021 en in juni en augustus 2022 lag dit aantal boven de dertig. Onder andere leeftijdsgroepen steeg het suïcidecijfer niet. 113 Zelfmoordpreventie deed daarom onderzoek naar de oorzaken van de toename onder twintigers door data te bestuderen, chatgesprekken te analyseren en een vragenlijst af te nemen.
Cijfers laten zien dat een groot deel van de jongvolwassenen die overleden aan zelfmoord, hun opleiding niet hadden afgemaakt. In de meeste gevallen (63 procent) ging het om een mbo-opleiding.
Jongvolwassenen met suïcidale gedachten kampen relatief vaak met prestatiedruk, relatieproblemen en eenzaamheid. Ook gaf het merendeel van de hulpvragers aan dat ze last hadden van psychische problemen. Eenzaamheid vormt een groot probleem. Bij deze groep worden suïcidale gedachten getriggerd door bijvoorbeeld een relatiebreuk, ruzie met vrienden of ouders of het gemis van liefde of vriendschap.
„Het gaat eigenlijk altijd om een opstapeling aan factoren”, zegt onderzoeker Renske Gilissen van 113 Zelfmoordpreventie. Dat maakt het zo complex dat er volgens haar geen duidelijke reden is waarom de stijging juist onder mannen in de twintigerleeftijd zo hoog is. Het aantal zelfdodingen onder jongeren nam vorig jaar al toe met zo’n 15 procent. Die stijging lijkt dit jaar door te zetten, waarschuwt ze.
Studielening
Margrete Bac-Fahner, studentenpsycholoog aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), herkent het beeld dat 113 Zelfmoordpreventie schetst. Afgelopen jaar nam het aantal verzoeken om een gesprek met haar en haar collega’s toe met maar liefst 25 procent, tot meer dan 300 per jaar. Bac schat dat in zo’n 10 procent ter sprake komt dat een student het leven niet meer ziet zitten of denkt aan de dood. „De coronatijd heeft erin gehakt bij studenten”, merkt ze. Die periode leidde volgens Bac tot toegenomen eenzaamheid, gemis van sociale contacten, zorgen over dierbaren en gepieker over het al dan niet halen van de studie.
De pandemie kan dan voorbij zijn, dat geldt niet voor de klachten. Nog altijd kloppen studenten aan omdat ze kampen met de gevolgen van gemiste punten en afgelaste stages. En er zijn nieuwe zorgen: de oorlog in Oekraïne, het klimaat, duurdere boodschappen, een hoge studielening en de onbereikbaarheid van de woningmarkt.
Jongeren met suïcidale gedachten kampen vaak met een opeenstapeling aan problemen, weet de studentenpsycholoog. „Ze hebben bijvoorbeeld hun stage niet gehaald, hoge schulden, ruzie thuis en een klein of geen sociaal netwerk. Dan zie je regelmatig dat mensen zich afvragen: wat heeft het leven nog voor zin?”
Schaamte
Als Bac in een gesprek vermoedt dat een student rondloopt met zelfmoordgedachten, vraagt ze daar concreet naar: „Denk je aan de dood of aan zelfmoord? Heb je al een concreet plan of een datum?” Volgens haar is dat juist van belang om suïcide te voorkomen.
Ook 113 Zelfmoordpreventie hamert op het belang van praten. „Als je je zorgen maakt om iemand, ga dan in gesprek”, adviseert Gilissen. De stichting helpt niet alleen mensen met zelfmoordgedachten, maar adviseert ook hun omgeving. Zo biedt 113 via vraagmaar.nl gratis trainingen aan over hoe je het gesprek kunt voeren over zelfdoding.
„De hele maatschappij is aan zet om zelfmoorden te voorkomen”, zegt de onderzoeker. „Durf het probleem te benoemen. Dat is moeilijk, maar wel erg nodig. Zo help je mensen. Vaak vinden zij het fijn om over hun gedachten te praten, al ervaren ze ook schaamte. Maar als ze die worsteling voor zichzelf houden, blijven ze maar cirkelen in hun eigen gedachten en komen ze er niet uit.” Volgens Gilissen denken mensen met zelfmoordgedachten vaak dat ze hun probleem zelf moeten oplossen en dat ze anderen tot last zijn. „Overtuig hen ervan dat dit niet zo is.”
Spijbelen
Belangrijk is dat scholen problemen tijdig signaleren, stelt ze, zeker gezien de risicogroep van vroegtijdige schoolverlaters. „Het begint al als een jongere spijbelt en steeds minder komt opdagen. Dat zijn momenten om het gesprek aan te gaan en contact te houden. Aan zelfmoord gaat meestal een periode vooraf waarin iemand steeds meer wegglijdt en zich steeds meer afzondert.”
De CHE heeft ook aandacht voor preventie. „We geven trainingen en zorgen dat studenten weten dat ze voor vragen bij ons kunnen aankloppen. Ook krijgen begeleiders informatie over het verbeteren van studentenwelzijn.”
Wachtlijst
Stichting De Kindertelefoon, die ook de supportlijn ”Alles Oké?” runt, merkt dat veel jongvolwassenen die deze lijn bellen op passende hulp wachten. „Lang op een wachtlijst staan kan ervoor zorgen dat sombere gevoelens overgaan in gedachten aan suïcide”, laat de organisatie weten. Voor deze jongeren is het heel belangrijk dat hun mentale problemen bespreekbaar zijn, benadrukt ook deze stichting.
Hebt u hulp nodig? Dan kunt u contact opnemen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0900 0113 (24 uur bereikbaar) en 113.nl