Mens & samenlevinghet gesprek

Bert Dorenbos wil wonen in het Woord

Nu hij de leeftijd van de zeer sterken heeft bereikt, doet Bert Dorenbos het wat rustiger aan. De geest van de voormalige EO-directeur en oud-voorman van Schreeuw om Leven is nog vurig. Het volk moet worden teruggebracht naar het Woord. „Nederland gaat te gronde aan leesloosheid en gebedsloosheid.”

17 September 2022 10:59
Bert (L.P.) Dorenbos, oud-directeur van EO en Schreeuw om Leven. beeld Niek Stam
Bert (L.P.) Dorenbos, oud-directeur van EO en Schreeuw om Leven. beeld Niek Stam

Wie huize Dorenbos in Hilversum betreedt, wordt vanaf de voordeur geconfronteerd met de boodschap van de Bijbel. In allerlei vormen: van een klassiek wandbord met een Bijbeltekst in de Statenvertaling tot een felrode poster met de woorden ”Jezus leeft”.

Bert en Willy Dorenbos zijn net terug uit Suriname, waar ze anderhalve maand verbleven. Bert (80) beweegt zich voorzichtig door de kamer. Sinds hij werd getroffen door een licht herseninfarct, kost het lopen hem moeite. Willy neemt plaats in een stoel tegenover hem. Door toenemende doofheid ontgaat haar veel, maar het is vanzelfsprekend dat ze bij het gesprek aanwezig is. Bert en zij vormen een hecht paar; ook als bondgenoten in de strijd voor het leven en tegen het morele verval in de samenleving. Zij aan zij deelden ze modellen van foetussen uit, legden ze lakens met gefingeerde namen van geaborteerde kinderen op het Binnenhof, baden ze hardop tijdens waken voor abortusklinieken en liepen ze jaarlijks mee in de door hen geïnitieerde Mars voor het Leven, geïmporteerd uit Amerika.

18594293.JPG
beeld Niek Stam

Wat bracht u in Suriname?

„Janneke, onze oudste dochter, is drie jaar geleden met haar hele gezin daarnaartoe geëmigreerd. Onze schoonzoon Alex en zij wilden weg uit Nederland. Hun kinderen gingen van harte mee. Alex was gedurende een aantal jaren directeur van Schreeuw om Leven. Ik kon me goed voorstellen dat hij het in Nederland had gezien. Ze vonden eigenlijk dat ook wij mee moesten gaan.”

En, wat zei u?

„Er zat op zich wel wat in. De zorg over de geestelijke situatie in Nederland hebben ze van ons meegekregen. Maar om dan naar Surináme te gaan… Daar is ook het nodige aan de hand. Voor het geestelijk klimaat hoef je er niet naartoe. Vind ik. Er zijn nog altijd goede kerkelijke gemeenten te vinden, maar in het algemeen is het er een corrupte toestand.”

Is het sinds Genesis 3 niet overal slecht gesteld?

„Ik zou in ieder geval niet weten waar ik naartoe zou willen. Het geestelijk klimaat in Nederland is om te huilen, maar er zijn tegelijk nog veel positieve ontwikkelingen, zoals de oprichting van Bijbels Beraad M/V. Zolang dat het geval is, blijven we hier ons zaad maar strooien, al doen we dat minder intensief dan voorheen. Onlangs ben ik 80 geworden, dan mag het op een wat ander tempo.”

18594286.JPG
beeld Niek Stam

Hoe beleefde u die mijlpaal?

„Voor mijn gevoel ben ik nog maar net begonnen en wordt het tijd dat ik eens wat ga doen. Mijn fysieke situatie belemmert me in mijn plannen, maar mijn geest blijft jong. Ik heb net het boek ”De weg van de vader” van de Amerikaanse gospelzanger Michael W. Smith gekocht. Daarin beschrijft hij de invloed die zijn vader, Paul Smith, op hem heeft gehad. Mijn vader heeft mij op soortgelijke wijze beïnvloed. Hij was mijn grote voorbeeld. Ik ken hem niet anders dan met een typemachine voor zich. Hij was altijd in de weer, tot op hoge leeftijd.”

Wat zou u nog willen realiseren?

„Veel, maar Wil houdt me kort. Toen we stopten met Schreeuw om Leven, waarschuwde ze: „Je begint níét iets nieuws.” Met hulp van een kleinzoon heb ik nog wel de website Kiesdanhetleven opgezet. Het werk daarvoor kan ik van huis uit doen. Het belangrijkste onderdeel is een Bijbelleesplan. Nederland gaat te gronde aan leesloosheid en gebedsloosheid. Daarom stimuleer ik mensen om de Bijbel te lezen. Dat is het begin van een opwekking. Die ligt om de hoek, zeg ik altijd. Een opwekking begint in je hart.

In mijn stille tijd gebruik ik de computer voor een stuk discipline. Ik lees een stukje, ik bid en vervolgens schrijf ik een stukje. Dat kan ik iedereen aanbevelen. De notities die ik in de loop der jaren maakte, heb ik aan de Bijbelgedeelten in het Bijbelleesplan toegevoegd. Ik word ook zelf regelmatig gezegend door wat ik bij de betreffende gedeelten heb aangetekend.”

U hebt heel veel op poten gezet. Vanuit geloof of vanuit een bruisend karakter?

„Beide, denk ik. Ik ben altijd een ondernemend mens geweest. Niet over dingen blijven práten, maar dóén! Die karaktertrek wordt gevoed door mijn geloof. Het geloof is me van jongs af gegeven, ik denk al in de wieg. Door opvoeding en levensgang heeft het bepaalde uitingsvormen gekregen.

Het geheim achter alles is dagelijks biddend lezen in het Woord van God. Onze trouwtekst was 2 Petrus 1:10: „Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen. Als u dat doet, zult u nimmer struikelen.” Ik kan niet zeggen dat ik nooit ben gestruikeld, maar het is wel iets waar ik me naar uitstrek. In het verlangen dat me rijkelijk toegang zal worden verleend tot het Koninkrijk van God, zoals Petrus in het volgende vers zegt. Als ik terugblik, zie ik een groei in geloof en genade. En in volharding. Niet meegaan met dingen die naar je vaste overtuiging niet goed zijn. Dat levert je wel een bepaalde naam op. Het zij zo. „Wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden”, zegt Jezus.”

18594287.JPG
beeld Niek Stam

Uw leven kende nogal wat conflicten. Hoe kijkt u daarop terug?

„Je bent zelf altijd onderdeel van meningsverschillen, maar ik zie mijn leven niet als een aaneenschakeling van conflicten. Dat vind ik een waandenkbeeld. Bij de Evangelische Omroep heb ik nooit inhoudelijke problemen met het bestuur gehad, terwijl het een bont gezelschap was.

Aan de periode bij de EO, van 1974 tot 1987, denk ik met dankbaarheid terug. Het aantal leden groeide van 50.000 naar 300.000 en we ontplooiden het ene initiatief na het andere. In een organisatie met zo veel hectiek ontkom je niet aan spanningen. Daar denk ik met enige teleurstelling, maar niet met bitterheid aan terug. Hetzelfde geldt voor de spanningen die er later waren bij de door mij opgerichte organisatie Rainbow. Kwamen we er bij een meningsverschil niet uit, dan ging ik verder op mijn eigen spoor. Daardoor zijn sommige contacten verbroken, andere werden er juist hechter door.

Ik heb me nooit laten meevoeren door negativisme. Het gaat zoals het gaat. Als deuren worden gesloten, ontstaan elders nieuwe perspectieven. Wel vind ik het nog steeds jammer dat het Rainbow-themapark er niet is gekomen. Daarmee wilde ik mensen terugbrengen bij Gods Woord. Ds. W. J. J. Glashouwer en zakenman G. Versteeg wilden er iets breders van maken, daar zag ik niets in. Daarom zijn we uit elkaar gegaan. Van dat hele park is nooit iets terechtgekomen. Als ik de energie had, maakte ik me weer hard voor het oorspronkelijke plan. De draaiboeken liggen er nog. Frits Philips was er destijds heel enthousiast over, net als de orthodox rooms-katholieke zakenman Piet Derksen van Center Parcs, een goede vriend van me. Hij had van de kerkelijke leiding toestemming gekregen om op zijn kantoor de mis te laten bedienen, en vond het onbegrijpelijk dat ik daaraan niet deelnam als ik hem een bezoek bracht. Maar op moeilijke momenten in mijn loopbaan was Derksen er altijd om me te stimuleren. Hij was gefascineerd door alles wat ik had opgezet bij de EO.”

18594288.JPG
beeld Niek Stam

Van het toenmalige gedachtegoed bij de EO is weinig over.

„Dat is diep en diep tragisch. Het is een reden te meer om de Bijbel centraal te stellen. Als we daarmee gaan marchanderen, raakt alles op drift. We moeten geworteld zijn in het Woord van God. Dan lezen wij het Woord niet, maar leest het Woord ons.

De aanval door de boze is enorm sterk. Als je niet wordt gewapend en je jezelf niet wapent, word je meegevoerd. In mijn tijd bij de EO werd ik al geconfronteerd met de zuigende werking van de tegenkrachten; mensen die een andere kant op wilden. Het is onze roeping om nee te zeggen tegen kwalijke zaken die binnensluipen. Nu worden ze bij de EO omarmd, al zijn er gelukkig ook positieve tegenkrachten.”

Ervaart u de zuigkracht van de boze ook in uw eigen leven?

„Nee! Omdat ik heb geleerd waar het om gaat. Wónen in het Wóórd. Dat moet je huis zijn.”

Toch kenden ook grote Bijbelheiligen aanvechtingen.

„Ik kan niet zeggen dat ik die heb. Misschien klopt dat niet, maar ik ben er wel blij om. Ik ben ontzettend dankbaar voor het vertrouwen in de vastheid van het Woord van God, dat ik heb meegekregen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Volgens sommigen ben ik behoorlijk afgedwaald, maar zo zie ik dat zelf niet. De christelijke gereformeerde ds. J. H. Velema, jarenlang de voorzitter van het EO-bestuur, noemde zich door en door reformatorisch met een evangelisch hart. Broeder Jan Kits zei: „Ik ben door en door evangelisch met een reformatorisch hart.” Bij zulke mensen voel ik me thuis.

Aan mijn gereformeerde opvoeding heb ik veel te danken. De ontwikkeling van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt vind ik diep tragisch. Mijn broer, die echt vrijgemaakt was, is van ellende lid van de hervormde gemeente in Barneveld geworden. Helaas is ook in de evangelische beweging een hele verschuiving gaande. Er is overal een opwekking nodig. Die begint altijd met gebed; mensen die op de knieën gaan. Zo is de EO geboren en zo ging het ook bij Schreeuw om Leven. In het begin stonden we met een handjevol mensen op de Dam. Nu lopen elk jaar duizenden mensen mee met de Mars voor het Leven.”

18594291.JPG
beeld Niek Stam

U koos nogal eens voor provocerende acties. Hoe verhouden die zich tot gebed?

„Ik zie geen tegenstelling tussen die twee. Voor mij waren het trouwens geen provocerende, maar realistische acties. Jeremia zegt tegen de Israëlieten dat ze van het gebedshuis voor de volkeren een varkensstal hebben gemaakt. De Heere Jezus spreekt zelfs over een moordenaarshol. Dat was heel shockerend, maar het was de werkelijkheid.

Het zien van de in 1984 uitgebrachte Amerikaanse film ”Silent scream”, die de realiteit van abortus toont, heeft ons leven blijvend beïnvloed. Vanaf dat moment wisten we ons geroepen om ons te identificeren met de schreeuw om leven van het ongeboren kindje in de baarmoeder. We zijn zwaar bekritiseerd omdat we een link legden tussen abortus en de Holocaust, maar het valt niet te loochenen dat het doden van ongeboren leven voortkomt uit het Auschwitzdenken. Als we ook uit orthodox-christelijke hoek kritiek op acties kregen, was mijn vaste antwoord: „Zeg maar hoe het wél moet.” Dan bleef het akelig stil.”

U strijdt nu al decennia tegen het morele verval. Zakt de moed u nooit in de schoenen?

„Nee hoor. Bij alle verval dat me verdriet doet, zie ik steeds weer tekenen van hoop. Onlangs het intrekken van de abortuswet in Amerika, een onvoorstelbaar wonder. Het maakt me optimistisch over de toekomst. Dat kan ook niet anders als je een christen bent. Het Evangelie ís optimistisch. Het kan nooit stuk. Wereldwijd gebeuren er geweldige dingen. En het mooiste komt nog. Door strijd en afval heen gaat het naar de overwinning.”

Intussen wordt u geconfronteerd met een stuk aftakeling. Beïnvloedt dat uw denken over de beschermwaardigheid van het leven?

„Absoluut niet. Het bevestigt me alleen maar in de overtuiging dat we moeten kiezen voor het leven, in alle omstandigheden. Het geeft me zorg dat de euthanasiegeest ook in christelijke kring behoorlijk is binnengeslopen. Mocht ik door een zwaarder herseninfarct worden getroffen, dan zij het zo. God zal er een bedoeling mee hebben. En ik ben dankbaar voor alle voorzieningen die we in dit land hebben. Via de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) heb ik een traplift gekregen, Wil krijgt dankzij de WMO eens in de week hulp. Dat is toch bijzonder.”

18594289.JPG
beeld Niek Stam

Wie is Bert Dorenbos zonder zijn Willy?

„ Zonder Willy ben ik niks. We zijn 57 jaar geleden getrouwd, na 4 jaar verkering, dus we trekken al meer dan 60 jaar met elkaar op. In de loop der jaren zijn we volledig met elkaar vergroeid geraakt, ook in het begrijpen en verdragen van elkaar. Daardoor hebben we een levend huwelijk, om het zo te zeggen. Ze is me meestal wel genadig, maar soms krijg ik er behoorlijk van langs. Het was voor haar niet altijd gemakkelijk. Ik bedacht vaak acties op het laatste moment, de praktische uitvoering liet ik aan haar over. Dat gaf weleens fricties, maar inhoudelijk waren we het altijd met elkaar eens. Ik hoop dat we elkaar nog een poosje mogen hebben.”

Hoe kijkt u aan tegen de dood?

„Je weet dat die vroeg of laat komt. We staan allemaal in de rij. Dat is niet zo belangrijk, de vraag is waar je héén gaat. Het is een geweldige zegen als je zekerheid hebt over je bestemming. Zolang ik hier ben, hoop ik bezig te blijven. Ik denk nog niet aan mijn einde. Misschien word ik wel 100. Mijn uitzien is veel meer gericht op de wederkomst van Christus en de vervulling van de nog onvervulde profetieën. Wanneer dat zal zijn, weet ik niet. De klok van de wereldgeschiedenis is in Gods hand, niet in de onze. Wel hebben we te letten op de tekenen der tijden. Ik houd me maar aan het woord van Jezus dat Hij spoedig komt. In die verwachting leef ik.”

Meer over
Het Gesprek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer