Charkiv: bemoedigd door studenten
De campus van de beroemde medische universiteit leek uitgestorven. En ik wist dat dat niet alleen kwam omdat het zomer was.
Charkiv, de tweede stad van Oekraïne, ligt niet ver van de Russische grens. Van daaruit worden de bewoners elke nacht met raketten beschoten. De meeste studenten en professoren zijn dus gevlucht. Het onderwijs vindt sinds februari online plaats, en dat zal ook vanaf september weer zo zijn.
Die ochtend was ik getuige van de beschietingen. Om half vijf ontwaakte ik van het geloei van de luchtalarm-app op mijn telefoon; vervolgens klonk de sirene buiten. Ik wilde me nog eens omdraaien —het luchtalarm is immers helaas een soort van routine in Oekraïne— maar op dat moment klonk een luide explosie. Ik rende naar de gang, waar ik tussen de dikke muren op de grond ging zitten: mocht het glas breken, dan zou ik daar geen gevolgen van ondervinden.
Er klonken nog twee explosies, en nóg een. Toen werd het weer stil.
Na even zoeken trof ik wel degelijk leven aan op het universiteitsterrein. Namelijk bij het registratiekantoor. Daar was een dozijn universiteitsmedewerkers aan het werk, en stond een rij jonge mensen voor de deur te wachten. De jongelui bleken zich in te komen schrijven voor de studie geneeskunde. Ik wist dat Charkiv een beroemde medische faculteit heeft, maar dat er zo veel belangstelling voor was —in oorlogstijd— had ik niet gedacht. Al 800 studenten hadden zich aangemeld, glunderde de chef van het registratiekantoor, Viktoria.
Ik sprak met de aankomende studenten. „Dokters zijn altijd nodig; zeker nu”, verklaarde de 16-jarige Palina Litvinenko. Ze komt uit een doktersfamilie, vertelde ze: haar beide ouders zijn arts. „De meeste mensen verloren hun baan, maar mijn ouders niet.” Ze helpt al wat mee in de privékliniek van haar ouders, onthulde ze. Ook ontmoette ik de 21-jarige Bogdan, die al vier jaar geneeskunde studeert en chirurg wil worden. De oorlog geeft hem waardevolle praktijkervaring, vertelde hij. „Als er een granaatscherf tussen zenuw en slagader bekneld zit moet je die heel voorzichtig verwijderen.”
Beide studenten hebben ook ervaring met beschietingen. Zo bracht Palina onlangs de patiënten van de kliniek in veiligheid toen er nabij een explosie klonk. Bogdan zag onlangs vanuit zijn werkruimte hoe niet ver weg een gebouw werd geraakt. De oorlog maakt mensen angstig en gedeprimeerd, zegt hij. Daarom moeten artsen meer praten met patiënten. „Wij dokters zijn nu eenmaal sterke mensen”, besluit hij. Die opmerking laat Palina stralen: „Ik denk dat ik patiënten emotioneel en psychisch wil ondersteunen.”
Na de ontmoetingen op het universiteitsterrein keek ik nog steeds op tegen de nacht, maar keerde ik toch bemoedigd terug naar mijn appartement.