Gedenk uw voorgangers
Mijd de begraafplaats niet, want die getuigt van de realiteit van het leven en de dood.
Het klinkt wat merkwaardig. De ouderenreis van een kerkelijke gemeente, met als reisdoel een begraafplaats. Eén van de bezochte ‘bezienswaardigheden’: een dodenakker waar het gezelschap geruime tijd werd rondgeleid. Zo was het in de afgelopen week inderdaad. Dus niet alleen de kaasboerderij en de monumentale kerk die werden bezocht, maar ook het kerkhof waar de lichamen van het voorgeslacht rusten. Mijn vrouw en ik waren uitgenodigd om op dit punt van het programma aan te haken. Dat deden we dan ook. We kregen er geen spijt van.
Het is in het algemeen wel aan te bevelen. Om regelmatig eens op een kerkhof rond te dwalen, de namen op de stenen tot je door te laten dringen. Ieder van hen was een mens. Velen van hen leefden en liefden vele jaren. Maar van elk van hen geldt inmiddels: en hij stierf, en zij stierf. En daarmee is hij of zij ons voorgegaan.
Van de Oener ds. J. T. Doornenbal is het bekend dat hij regelmatig de begraafplaatsen rond zijn geboortegrond bezocht: die van Doorn en van Neerlangbroek bijvoorbeeld. Het gaf hem gelegenheid om de overledenen in zijn geest terug te halen en met dankbaarheid aan velen van hen terug te denken. Opdat de gedachtenis van deze rechtvaardigen hem tot zegen zou zijn.
Dat kan nuttig zijn. Om nog een reden. Zullen niet gedachten aan de eeuwigheid zich aan de kerkhofbezoeker opdringen? Dat vooral is zeer wenselijk. Het bepaalt bij de realiteit. Immers, wie is er die de slaap des doods niet eens zal slapen… Wie redt zijn ziel van het graf…? Mensenkind, memento mori, gedenk te sterven!
Ons bezoek van enkele dagen geleden betrof de uitgestrekte en fraaie begraafplaats aan de Traaij te Driebergen. Niet het oude kerkhof, waar het stof van onder meer Wulfert Floor rust. Maar de nog in gebruik zijnde dodenakker in het bos, nabij de autosnelweg A12. Weliswaar was het geruis daarvan goed waarneembaar, maar het vele geboomte dempte dat wel enigszins. Daardoor stoorde het niet. Met dat bezoek bedoelden we gehoor te geven aan een zeer bepaalde apostolische vermaning. Geschreven ooit aan de Hebreeën. Concreet: „Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben” (13:7).
Om dat gestalte te geven, zochten we de graven van dienaren van het Woord op. Met name zij die in de vorige eeuw de gemeente ter plaatse dienden. Om er enkelen te noemen: Frans Bakker († 1965), Maarten Baan († 1973), Pieter Sneep († 1976), Nicolaas de Jong († 1980), Jan van der Vlies († 1983) en Hendrik van Leeuwen († 1988). Van hen is de eerstgenoemde misschien het meest bekend geworden, de jonggestorven ds. F. Bakker. Bekend en geliefd ook buiten zijn eigen kerken en zelfs tot buiten onze landsgrenzen. Door zijn geschriften spreekt hij nog nadat hij gestorven is.
Tussen al die domineesgraven troffen we ook een grafje aan van een kleine jongen. Dat sprak misschien nog wel het meest aan. Het ventje werd niet ouder dan één enkele maand. Maar de bedroefde ouders gaven –en geven via de steen nog steeds– een goed getuigenis: „Want goedertieren is de Heer’ (…) tot in het laatste nageslacht.” Het was goed om in Driebergen te zijn.
De auteur is christelijk gereformeerd emeritus predikant.