Israël steunen in Irak kan je leven kosten
Terwijl ik dit schrijf, ben ik in Irak. Ik bezoek plaatsen als Bartalla en Qaraqosh, twee stadjes op de Vlakte van Ninevé die horen bij de christelijke Biblebelt. En ik bezoek Mosul, het oude Ninevé aan de rivier de Tigris dat nog steeds een van de belangrijkste steden van Irak is.
Als ergens zichtbaar is hoe het leven is veranderd, is het hier wel. In eerste instantie is dat een verandering ten goede. Het is immers nog maar een paar jaar geleden dat de jihadisten van Islamitische Staat de dienst uitmaakten in Mosul en op de Vlakte van Ninevé. Vluchtelingenstromen van duizenden en nog eens duizenden mensen trokken naar het relatief veilige Erbil, en vandaar naar Europa of de Verenigde Staten – als dat mogelijk was.
Nu het territorium van IS is opgerold, kunnen mensen weer terug. Er zijn christenen die dat inderdaad hebben gedaan. Maar het leven is niet meer hetzelfde, vertellen teruggekeerde christenen me. In Mosul, een vanouds soennitische stad met een flinke christelijke minderheid, maken nu sjiitische milities de dienst uit die openlijk gesteund worden door Iran. Ze rijden rond in Toyota’s met automatische geweren in de laadbak, zoals ooit IS dat deed.
In Bartalla, het vanouds christelijke stadje op de Vlakte van Ninevé, is een deel van de huizen ingenomen door een sjiitische groepering – de shabaks. Aan de doorgaande weg naar Bartalla wapperen honderden vlaggen aan de lantaarnpalen met de beeltenis van Qasem Soleimani, de Iraanse topgeneraal die in 2020 in Bagdad door de Amerikanen werd geliquideerd.
Het beeld is duidelijk: de soennitische dreiging van radicale groepen is nu veranderd in een dreiging van sjiitische groepen. Te midden van dit Iraans machtsvertoon zijn de vijanden van Iran in toenemende mate ook de vijanden van Irak geworden. Dat geldt in de eerste plaats voor Israël. Vorige maand nog nam het Iraakse parlement een wet aan waarin iedere vorm van normalisatie met Israël zeer zwaar wordt bestraft – tot levenslange gevangenis en zelfs tot de doodstraf aan toe.
De enige politici die opvallend stil bleven in deze massale veroordeling van Israël, waren de Koerdische. In Iraaks Koerdistan, de autonome republiek in het noorden van het land, wordt een veel gematigder politiek gevoerd. Iran wordt er zeker niet als de grote redder van het land beschouwd en Israël niet als het grootste probleem van de wereld.
Een gevolg daarvan is wel dat het ooit zo veilige Koerdistan meer en meer het slagveld wordt voor de cyberoorlog die Iran en Israël al jaren aan het uitvechten zijn. Het gebeurt steeds vaker dat Iraanse drones en raketten doelen in Erbil treffen, de hoofdstad van Iraaks Koerdistan. De laatste kwam vorige week nog neer op een weg vlakbij Erbil. Volgens sjiitische groeperingen was die aanval gericht op een agent van de Mossad, de Israëlische geheime dienst. Erg succesvol was de aanval overigens niet: drie mensen raakten lichtgewond. Maar de toon is gezet. In het Irak van na Islamitische Staat gaat Iran zijn zwaarbevochten machtspositie echt niet opgeven.