Wat wordt er gevierd met het Suikerfeest?
De officiële naam voor het Suikerfeest is ”Feest van het verbreken van het vasten”. ”Suikerfeest” wijst erop dat men dan veel zoetigheid eet. Dat is ongezond, dus voelt menige moslim zich ongemakkelijk bij die naam.
Naar aanleiding van discussies in de media kondigde het Contactorgaan Moslims en Overheid aan zich ervoor in te zetten dat het Suikerfeest een andere benaming krijgt. Een groeiend aantal moslims wil niet meer geassocieerd worden met ”zich volproppen met snoep”. De officiële islamitische naam is ”Ied al fitr”. Letterlijk betekent dat ”Feest van het verbreken van het vasten”. Dat woord is echter een stuk lastiger om als niet-Arabier uit te spreken. Ook in Turkije was dat het geval en daarom ontstond daar de naam ”Şeker bayramı”. De Hollandse naam Suikerfeest is de letterlijke vertaling daarvan en die is dus door de Turkse arbeidsmigranten in ons land geïntroduceerd.
De naam Suikerfeest kwam niet uit de lucht vallen. De realiteit is dat veel moslims tijdens de maand ramadan, ’s avonds na het verbreken van het vasten, meer en feestelijker eten dan in andere maanden, terwijl men de banden met familie en geloofsgenoten aanhaalt. Met name aan het einde van de vastenmaand is er het gebruik om elkaar veel zoetigheden voor te zetten. Maar al jaren is er in Turkije een campagne om de bevolking te motiveren om gezonder te eten en minder suiker te gebruiken. In Nederland is dat al veel langer een trend en daarom voelen steeds meer moslims zich ongemakkelijk bij de naam Suikerfeest.
Consensus lastig
Een naamswijziging van het feest is onder moslims in ons land echter niet onomstreden. Sommigen zien een trend naar een strengere vorm van islam onder invloed van de hanbalitische rechtsschool van het Arabisch schiereiland, met nadruk op het zoveel mogelijk imiteren van de leefwijze in de tijd van Mohammed. Die trend is er al langere tijd in grote delen van de moslimgemeenschap wereldwijd, maar er is onder moslims ook verzet tegen.
De kans dat ”Ied al fitr” of ”Eid al fitr” in ons land de nieuwe naam zal worden, is niet zo groot. Yücel Aydemir, de voorzitter van de Ulumoskee in Utrecht, waar vooral Turken komen, sprak tegenover het NRC over „Ramadanfeest”. Voor Nederlanders een makkelijke en logische naam, maar voor Arabieren weer wat vreemd. Het woord ramadan betekent namelijk geen vasten, maar is eenvoudigweg de naam van de maand waarin gevast wordt. Aydemir motiveerde zijn inzet voor een andere naam aan de hand van Kerst en Pasen: „Kerst noem je niet het bomenfeest, en Pasen is geen eierfeest of haasfeest. Wij vieren het einde van de ramadan. Noem het ook zo, noem het beestje bij de naam.”
In Turkije wordt Pasen echter nog vaak ”Yumurta-bayramı” (Eierfeest) genoemd. Christenen in Turkije spannen zich ervoor in dat de media een andere naam gebruiken: ”Diriliş bayramı” (Opstandingsfeest). Evenzo moeten we moslims de ruimte geven om zelf hun naam te kiezen voor het feest. Omdat moslims in ons land uit verschillende achtergronden komen, is het echter nog niet zo gemakkelijk om consensus te bereiken.
Verlost
Inhoudelijk vallen er wel verschillen op met de christelijke feesten. Bij de christelijke feesten ligt, in lijn met de feesten van het Oude Testament, de nadruk op het vieren van wat God gedaan heeft. De eerste christenen ervoeren het werk van Christus en de Geest als vervulling van waar de profeten naar hadden uitgezien vanuit een sterk besef van eigen falen en onmacht: dat God zou ingrijpen en iets nieuws beginnen.
Bij de twee islamitische feesten is er juist veel aandacht voor de religieuze inspanning van de kant van de mens. Bij ”Ied al fitr” hebben moslims een maand lang gevast. Het Offerfeest (de officiële naam is ”Ied al adha”, het grote feest) gaat gepaard met het slachten van een dier dat moslims zelf hebben gekocht. Het is juist de vraag die je als christen aan moslims kunt stellen: wat wordt er nu precies gevierd, waarom is er sprake van een feest?
In het Oude Testament lezen we maar over één vastendag, tijdens Grote Verzoendag. Daarbij gaat het om stil worden voor God en berouw over je zonde. Dan eet je helemaal niets en vier je geen feest om het vasten te verbreken.
Sommige moslims benadrukken dat er tijdens de ramadan ook dankbaarheid is voor het geschenk van de Koran. Soera 96 zou als eerste soera zijn geopenbaard in de nacht van de 27e op de 28e dag van de maand ramadan. En bij de ”hadj”, de pelgrimsreis naar Mekka die voorafgaat aan het Offerfeest, gaat het ook om toewijding aan God en smeken om vergeving.
Toch blijft er verschil in de grondtoon tussen de christelijke en islamitische feesten. Het heeft ook met de kern van de islam te maken dat deze godsdienst nee zegt tegen het Evangelie dat God zelf in Christus tot ons kwam, onze schuld en schande droeg en door de Heilige Geest in ons iets nieuws begint. Moslims benadrukken dat een ander onze zonden niet kan dragen en dat we zelf zo veel mogelijk goed moeten doen en zo min mogelijk kwaad, en dat Allah die verhouding meeneemt in zijn oordeel over ons leven, hoewel hij ons niets verplicht is. Veel moslims die christen worden, ervaren het als een grote vreugde dat ze verlost zijn van deze druk. Ze willen God nu dienen uit dankbaarheid voor wat Jezus voor hen volbracht en wat de Geest van God hen schenkt.
Zegen
Tijdens het Suikerfeest zelf word je als buitenstaander niet zo snel uitgenodigd. Dat gebeurt eerder tijdens een iftar-maaltijd aan het einde van een van de dertig vastendagen tijdens de maand ramadan. Kun je als christen op zo’n uitnodiging ingaan? Bij sommige christenen komt dan misschien 1 Korinthe 10 in gedachten, waar de apostel Paulus aan de orde stelt of je als christen vlees kunt eten dat uit de afgodentempels komt. Niet alles is hetzelfde als in de tijd van Paulus. In principe is er met het vlees dat je bij zo’n maaltijd (of bij het Offerfeest) krijgt aangeboden niets anders gebeurd dan met het vlees dat je eet tijdens vakantie in een restaurant in Antalya of Marrakesh. Moslims die je voor een maaltijd uitnodigen, veronderstellen echter niet dat je als gast met het eten van het vlees meedoet met een islamitisch ritueel of de islam erkent. Ze proberen de betekenis van de ramadan voor zichzelf te vergroten door er anderen bij uit te nodigen.
Ik ben altijd gewend om op bezoek bij een moslimfamilie bij het begin van de maaltijd aan te kondigen dat ik om Gods zegen graag wil bidden en daar heeft nog nooit iemand bezwaar tegen gehad. Integendeel, veel moslims verwachten er ”baraqa” (zegen) van. Vervolgens bid ik dan hardop om Gods zegen voor het gezin en dank ik voor het voedsel als geschenk van God en sluit ik af zoals ik als christen gewend ben, in Jezus’ naam. Daarmee maak je dan duidelijk hoe je de maaltijd gebruikt: in dankbaarheid aan God die mij omwille van Christus alles geeft. In Christus’ naam mogen we dicht bij mensen komen en verwachten dat de Geest van Pinksteren werkt waar wij Christus’ getuigen zijn.
De auteur is predikant-directeur van de stichting Evangelie & Moslims.