Langetermijnvisie nodig bij opvang asielzoekers
Een dieptepunt was het, daar was iedereen het over eens. Dinsdagavond kregen tientallen asielzoekers beddengoed om voor de hekken van het aanmeldcentrum in Ter Apel de nacht door te brengen op een grasveld. Het is een feit dat bestuurders in dit land het schaamrood naar de kaken moet jagen.
Dat een van de rijkste landen ter wereld serieus overweegt om asielzoekers in de buitenlucht te laten overnachten, is simpelweg niet te verdedigen. Gelukkig hoefde het uiteindelijk ook niet, maar ook nachtopvang in wachtruimten en kantoren zónder bedden is natuurlijk onaanvaardbaar.
Dat de crisis in de opvang van asielzoekers onverwachts kwam, kan niemand zeggen. In maart waarschuwde het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) al dat het fout zou gaan in Ter Apel. Door de oorlog in Oekraïne kwamen er duizenden vluchtelingen uit dat land naar Nederland. Omdat deze mensen geen asiel hoefden aan te vragen, verliep hun opvang redelijk goed. De oorlog was in het nieuws en de bereidheid om mensen op te vangen uit dit Europese land bleek groot. Maar het COA zag de bui al hangen en waarschuwde dat het met de opvang van ‘gewone’ asielzoekers in Ter Apel mis zou gaan. De doorstroming daar was zo goed als gestokt omdat gemeenten simpelweg geen woonruimte hebben voor asielzoekers die daarvoor wel in aanmerking komen. Daarbij was tijdens de coronapandemie veel opvangruimte buiten gebruik gesteld. Met de problemen die er nu zijn als een bijna logisch gevolg.
De burgemeester van Groningen zei begin april dat hij zich schaamde voor de omstandigheden in Ter Apel. Volgens hem was de situatie in het aanmeldcentrum onhoudbaar geworden, in tal van opzichten. Ook de kinderombudsvrouw luidde de noodklok.
Kortom: het uitreiken van beddengoed op 10 mei voor een nachtje in de buitenlucht voor tientallen asielzoekers kwam niet onverwachts. Maar ondanks alle waarschuwingen deed niemand iets. Deels uit onmacht, maar misschien ook wel uit onwil. Want nogal wat gemeenten vangen liever vluchtelingen uit Oekraïne op dan asielzoekers uit andere gebieden in de wereld.
Feit blijft ook dat de overheid er tijdens de coronapandemie te snel vanuit is gegaan dat na corona de asielzoekers weg zouden blijven. Een naïeve gedachte. Dat door de oorlog in Oekraïne de situatie nog ernstiger zou worden, kon ze natuurlijk niet voorzien. Maar een plan maken voor de tijd na de coronapandemie was absoluut noodzakelijk geweest.
De crisis in Ter Apel is dus deels het gevolg van een kortademig overheidsbeleid. Dat hebben bestuurders op allerlei terreinen en niveaus zich aan te trekken. Het moet mogelijk zijn om in leegstaande gebouwen, die eigenlijk niet voor bewoning bedoeld zijn, faciliteiten voor asielzoekers te regelen. Zodat de optie ”buitenslapen” nooit meer op tafel hoeft te komen. Omdat het simpelweg geen optie ís in een land als Nederland.