De Vaandeldrager gaat op tournee door Nederland
Het schilderij De Vaandeldrager van Rembrandt, onlangs door de Staat aangekocht van de bankiersfamilie De Rothschild, begint aan zijn tournee langs Nederlandse musea. Het wordt uiteindelijk permanent ondergebracht in het Rijksmuseum in Amsterdam, maar is eerst een jaar lang in verschillende musea elders in het land te bewonderen. Het Fries Museum in Leeuwarden, de geboorteplaats van Rembrandts vrouw en model Saskia, is het eerste. Staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur woont de aftrap van de reis daar op vrijdagmiddag bij. Zaterdag kan het publiek het meesterwerk met eigen ogen zien, die dag gratis.
Er werd 175 miljoen voor het kunstwerk uit 1636 neergeteld, 150 miljoen door het Rijk en 25 miljoen door de Vereniging Rembrandt en het Rijksmuseum Fonds. De aankoop maakte de tongen los, omdat de hele cultuursector kampt met problemen als gevolg van de coronamaatregelen, die de bezoekersaantallen en inkomsten dramatisch deden dalen en zelfs ontslagen veroorzaakten.
Het Rijk wilde zich de kans echter niet laten ontnemen om het belangrijke werk uit Frankrijk te halen en voorgoed voor iedereen zichtbaar te maken in het land van herkomst. „De Vaandeldrager behoort tot de absolute meesterwerken van Rembrandt en is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van Nederland. Vaandeldragers liepen voor de troepen uit in de Tachtigjarige Oorlog, die leidde tot de geboorte van Nederland. In dit grote zelfportret schildert Rembrandt zichzelf rebels en vol bravoure. Het werd zijn artistieke doorbraak die zou leiden tot De Nachtwacht”, zo werd verklaard.
Na Leeuwarden gaat De Vaandeldrager naar het Centraal Museum in Utrecht, het Stedelijk Museum in Alkmaar, het Drents Museum in Assen, de Kunstlinie in Almere, Het Noord-Brabants Museum in ’s-Hertogenbosch, het Mauritshuis in Den Haag, het Rijksmuseum Twenthe in Enschede, Museum Arnhem, het Zeeuws Museum in Middelburg, het Bonnefantenmuseum in Maastricht en het Groninger Museum in Groningen.