Taal: Geen boer is in zijn land geëerd
De zeevaart, de handel en het huishouden leverden de Nederlandse taal veel spreekwoorden en gezegdes op. Schipbreuk lijden, knollen voor citroenen verkopen en de vuile was buiten hangen, bijvoorbeeld. Maar het zou me niet verbazen als het boerenleven hofleverancier is. Overbekend zijn onder meer: goed boeren, wat de boer niet kent dat eet hij niet en iets op z’n janboerenfluitjes doen.
De agrarische sector wordt al eeuwen beeldsprakig gebruikt. Honderden jaren geleden kon je op straat zomaar horen: „Alles vergeefsch! Het is, of hy een naald in een voer hooi zoekt.” Inmiddels geëvolueerd tot: Zoeken naar een speld in een hooiberg. Of: „So ras het hecken van de dam is, lopender de verckens in het koren.” Tegenwoordig ingedikt tot: Het hek is van de dam.
Andere boerderijdieren spelen in spreekwoorden ook vaak een hoofdrol. Het kalf, dat verdronken is voordat men de put dempt. Het lammetje, dat zo mak is. De schaapjes, die een herder idealiter op het droge heeft.
Boeren komen er in spreekwoordenland meestal niet zo goed vanaf. Ze zijn brutaal en klagen overdadig. Neem ”Twaalf boeren en een hond zijn dertien rekels”, wat zoveel betekent als: een boer is een even grote deugniet als een hond. Of ”In februari klagen de boeren ’t minst”. De betekenis: boeren zeuren onafgebroken, maar omdat februari de kortste maand is, hebben ze er dan de minste tijd voor.
Boeren zijn ook betweterig, aldus het spreekwoord ”Als een boer niet kan zwemmen, ligt het aan het water”. Dat kun je zeggen tegen of over iemand die meent dat de schuld voor een probleem altijd bij anderen of omstandigheden ligt.
Waarom doen boeren het zo slecht in spreekwoorden? Boeren zijn toch ook die nuchtere mensen, met een boerenverstand vol boerenwijsheden? Die harde werkers die voor dag en dauw in de weer zijn om de monden van het volk gevoed te houden?
Misschien is het tijd voor een nieuwe serie spreekwoorden die boeren in een wat positiever daglicht zetten. Al is de leugen nog zo snel, de boer achterhaalt hem wel, bijvoorbeeld. Of: Beter een goede boer dan een verre vriend.
Vermoedelijk zijn zulke voorstellen niet zo kansrijk; taalvernieuwing laat zich moeilijk afdwingen. Maar vanwege de huidige tijdgeest gooit de volgende suggestie misschien wel hoge ogen: Geen boer is in zijn land geëerd.
Redacteur Chris Klaasse bespreekt een taalkwestie. Reageren? chris@rd.nl