De wandeling: Beekweidenpad in de IJsselvallei
De IJsselvallei blijft ons onweerstaanbaar trekken. Door de rust, het oude landschap, de markante hoeven, de kronkelende beken en de variatie in vegetatie. Het Beekweidenpad verenigt het allemaal.
Als een krakeling ligt het 16 kilometer lange Beekweidenpad in de IJsselvallei onder Zut-phen. Officieel start de klompenwandeling bij het dorpshuis van Voorst, maar volk dat met de trein komt, kan ook bij station Voorst-Empe beginnen.
Wij parkeren de auto bij Ribhouse Texas. Daar ligt het verbindingsstuk tussen beide helften van de krakeling. Het gedeelte aan de overzijde van de Rijksstraatweg voert naar de IJssel. Een prachtig gebied voor de fiets, maar een klompenwandelaar ziet liever onverharde paden dan asfalt. Daarom kiezen wij voor de helft aan deze zijde van de doorgaande weg.
Het karakteristieke huisje naast het Ribhouse is voorzien van een antieke wegwijzer: een gevelsteen met pijlen. Aan de overzijde van de Rijksstraatweg ligt de 16e-eeuwse hallenhuisboerderij ”De Adelaar” met bijbehorende camping. Zo’n honderd meter na het Amerikaanse restaurant betreden we Park Beekzicht, onderdeel van het gelijknamige landgoed. Informatieborden laten weten dat de basis daarvan werd gelegd in 1820, toen mr. Hendrik Jan Thooft ”De Adelaar” met omringende landbouwgronden kocht. Nu strekt het 500 hectare grote goed zich uit tot aan de IJssel.
Over het onverharde Mia den Texpad lopen we naar de Voorsterbeek, die we aan deze zijde van het water volgen. Met allerlei subsidies wordt de beek in z’n oude glorie hersteld en hier en daar wat aangepast, om een gunstige biotoop voor vissen en vogels te creëren. Na een omtrekkende beweging langs een boerderij waar passanten tegen betaling aardappels uit een ”Pieperkast” kunnen halen, keren we terug naar de stroom die door het Overijsselse land meandert.
Iets voorbij de Hooistraat slaan we rechtsaf, het Appense Bos in. Een verrassende overgang van weids boerenland naar gevarieerd geboomte met hier en daar een stukje grasland. Aan weerszijden van het pad liggen drie van de zes grafheuvels die hier te vinden zijn, volgens kenners daterend uit pakweg 2200 voor Christus.
Na ettelijke kilometers tussen bomen, waar een specht driftig op een stam hamert, belanden we op een onverharde grensweg tussen bos en landbouwgrond. Langs oude boerderijen met in de tuin wapperend ondergoed aan waslijnen, gaat het naar de Appenseweg. In de verte zien we Park Beekzicht alweer opdoemen. Het Juffersgat, een fraaie vijver naast het park, wordt gevoed door de Voorsterbeek. Een romantisch bruggetje brengt ons aan de overzijde van de beek. De tocht zit er weer op. Wat ons betreft niet voor de laatste keer.