De wandeling: Kuieren in het Land van Cuijk
Het is heerlijk kuieren in het Land van Cuijk. Hier heerst de rust van het Brabantse landschap, met weidse weilanden, lange lanen en een bijzonder bakhuisje.
Gastvrijheid staat in het noordoosten van Noord-Brabant hoog in het vaandel. Dat zégt het bord bij De Barendonk, het blijkt ook. De liefhebber kan bij de receptie van het landgoed –overigens wel een groot woord voor een flinke hoeve– gratis een van de zes uitgestippelde wandelingen voor de omgeving ophalen. De mooiste is, zegt de medewerkster, de route die voert over Landgoed Tongelaar en langs het gelijknamige kasteel. Ze heeft niets te veel gezegd.
Deze dag in maart komt het voorjaar juist een beetje op stoom. Na een koude nacht staat de zon rond het middaguur aan een strakblauwe lucht. Aan bomen en struiken zijn de eerste knoppen zichtbaar. Vogels laten hun lied horen. De geur van gemaaid gras doet weldadig aan. Wie tot rust wil komen, is hier aan het goede adres.
De route op het geplastificeerde vel volgt grotendeels het bestaande wandelnet in Brabant. Over onverharde paden gaat het, langs weilanden en akkers, met hier en daar een hoeve. De drukte van de snelweg –de A73 is toch in de buurt– lijkt ver weg. Het enige wat het stille landschap wat ontsiert, zijn de hoogspanningsmasten. Die hier ondergronds brengen zal wel niet rendabel zijn.
Het landschap verandert als we op Landgoed Tongelaar komen. Bomenlanen nu, en veel houtwallen. En ineens is daar rechts het aangekondigde bakhuisje: een piepklein vrijwel blind gebouwtje met een grote zwarte deur. Het blijkt een rijksmonument. Veel boerderijen in deze streek hadden vroeger zo’n huisje waar het brood werd gebakken. Dit bakhuisje op Landgoed Tongelaar bediende maar liefst acht hoeves. Het is de bedoeling dat het weer gebruikt gaat worden, om streeklekkernijen te bereiden.
Aan de andere kant van de weg staat het kasteel waarnaar het landgoed is vernoemd. Helaas is het deze dag niet geopend. Het was leuk geweest om even binnen te kijken in deze voormalige motteburcht –een kasteel op een motte: een afgeplatte heuvel– die tot 1918 bewoond werd door adellijke geslachten. Maar ook buiten op het bankje is het goed toeven. Al wordt de rust een beetje verstoord door straaljagers in de lucht; even verderop bevindt zich Vliegbasis Volkel.
De route terug voert grotendeels langs het riviertje de Lage Raam: over houtwaldijkjes en langs vennetjes. Opvallend zijn de rode leuningen van de bruggen over de beek.
Precies als je denkt dat de wandeling wel lang genoeg heeft geduurd, is daar ineens weer de ‘poort’ van De Barendonk. En waar heb je op zo’n moment meer behoefte aan dan ergens lekker te kunnen zitten met thee, koffie of fris? Dat kan: in het ”Uutbloashuuske” achter de hoeve.