Tegemoetkoming gemeenten aan mantelzorger steeds minder
De nieuwe gemeenteraden moeten hun werk nog beginnen, maar een eerste aandachtspunt is er al: de tegemoetkoming die mantelzorgers krijgen, wordt steeds minder. In veel gemeenten kan er nauwelijks een cadeautje meer van af.
In een op de tien gemeenten is de stoffelijke waardering zelfs helemaal verdwenen, bleek deze maandag uit onderzoek van MantelzorgNL. Kwalijk, vindt de belangenbehartiger: „Wat mantelzorgers doen, heeft enorme waarde voor de samenleving.”
Tot 2015 kregen mantelzorgers in heel Nederland 200 euro per jaar. Toen zijn de budgetten overgeheveld naar gemeenten. Dat had negatieve gevolgen, want de gemeentebesturen sloegen aan het bezuinigen.
Een derde (dat zijn 119 gemeenten) geeft nog steeds geld, maar het bedrag daalde van 200 naar gemiddeld 114 euro. Als de enkele gemeenten niet worden meegeteld die de waardering juist hebben verhoogd –met gemiddeld 20 euro– is de vermindering nog drastischer.
Bijna de helft (170 gemeenten) is overgestapt op het geven van een waardebon of cadeaupas. Die heeft echter een gemiddelde waarde van slechts 61 euro. Soms is het bedrag vooraf niet duidelijk, omdat de hoogte afhankelijk is van het aantal mantelzorgers dat zich aanmeldt: veel varkens maken de spoeling dun.
Zeven procent (24 gemeenten) geeft mantelzorgers een cadeautje, zoals een bloemetje of pakket met lokale producten. Tien procent (34 gemeenten) geeft helemaal niets meer.
En dat in een tijd waarin er steeds meer op mantelzorgers wordt geleund. Het zijn er in Nederland inmiddels 5 miljoen, en gezamenlijk leveren ze 1,5 miljard uur zorg. Wanneer al dat werk door professionele krachten zou moeten worden gedaan –als die er al zouden zijn–, zou dat zo’n 40 miljard euro per jaar kosten.
Uit onderzoek blijkt dat de meeste mantelzorgers een geldbedrag willen ontvangen. De stapsgewijze vermindering van de tegemoetkoming geeft hun niet bepaald het gevoel dat ze worden gewaardeerd, zegt directeur Liesbeth Hoogendijk van MantelzorgNL.
Schrijnend
Mantelzorgers blijken nogal negatief over de gemeenten te denken. Bij 41 procent speelt de bezuiniging op de tegemoetkoming daarin een rol. Maar dat is het niet alleen. Zo ervaart 31 procent dat er hogere eisen of drempels zijn om in aanmerking te komen voor zorg en ondersteuning. Verder zegt 24 procent ervaren te hebben dat er na een nieuwe indicatie minder zorg werd toegekend dan voorheen.
„Gezien worden als mantelzorger en serieus worden genomen is van cruciaal belang”, stelt Hoogendijk. „Kijkend naar de vergrijzing en de oplopende tekorten in de zorg kunnen gemeenten hier hun ogen niet voor blijven sluiten.”
Laten gemeenten vooral maatwerk toepassen, zegt Arianne Diepeveen-Baas. Als mantelzorgconsulent van de NPV kwam ze „schrijnende gevallen” tegen. „Mantelzorgers maken soms veel kosten en daar zouden gemeenten –en ook kerken– meer oog voor mogen hebben. Neem een vrouw die elke dag haar moeder in een verpleeghuis gaat verzorgen. Die heeft reiskosten; soms ook parkeerkosten. Of iemand gaat minder werken om mantelzorg te kunnen verlenen. Of een vrouw geeft haar baan ervoor op, waarna haar man als eenverdiener door de belastingen wordt benadeeld. Ik heb een moeder begeleid die iedere dag veel was had, omdat haar gehandicapte dochter vaak verschoond moest worden.
Als NPV krijgen we weinig klachten over gemeenten. Mantelzorgers doen hun werk uit liefde en komen niet voor zichzelf op, maar als gemeenschap zouden we meer oog voor hen mogen hebben. Mantelzorgers nemen een steeds groter deel van de zorg voor hun rekening.”