Recept: Fries roggebrood
Als je iets eenmaal weet, is het onmogelijk om het daarna niet meer te weten. Vele jaren verkeerde ik in de veronderstelling dat Fries roggebrood zoals dat in de winkel verkocht wordt –in van die hoekige pakjes– in zijn soort het hoogst haalbare is. Wat niet zo bleek te zijn.
Toen ik een periode in Friesland woonde maakte de lokale bakker met een zekere regelmaat namelijk zelf roggebrood. Nauwelijks te snijden, heel erg klef, maar lékker. Als het weer zover was, rook je dat al als je de winkel binnenstapte. Daar hing dan een typische, zoetige baklucht. Een beetje zoals het in de buurt van een veevoerbedrijf ook weleens ruikt.
Na het verlaten van Friesland was het qua roggebrood gedaan met de pret. Bij elke bakker waar ik weleens binnenloop speur ik naar de versgebakken versie, maar zonder resultaat. Misschien ook wel begrijpelijk. Ik herinner me uit die Friese periode dat dit brood maar kort houdbaar is. Als je het te lang bewaart staat de schimmel er zo op.
Maar goed: elke keer dat ik zo’n pakje tamelijk droog roggebrood koop denk ik dus met enig heimwee aan het Friese origineel. Toen ik pas bij een bezoek aan een molen gebroken roggekorrels zag liggen dacht ik: ik ga het zelf eens proberen. Met een prima geslaagd broodje en een huis vol baklucht als beloning.