Wandeling: Landgoed Schovenhorst
De Bostoren op Landgoed Schovenhorst in Putten is letterlijk een hoogtepunt. Boomtoppen rondom, donkere dennen en kale kruinen van bladloze beuken, met heel in de verte wazige windmolens en hoogbouw.
De 8 kilometer lange cultuurhistorische wandeling over Landgoed Schovenhorst biedt een mix van bossen, bomentuinen en gebouwen. Advocaat mr. J. H. Schober koopt in 1948 voor 1000 gulden het 180 hectare grote woeste heideland tussen Garderen en Putten. Schober experimenteert hier met boomzaden, die hij van over de hele wereld laat aanvoeren, om te zien of ze op de Veluwe kunnen gedijen.
De niet beloofde maar wel gevallen regen van deze ochtend heeft de grond verzadigd en de wandelschoenen hebben na een paar stappen al de kleur van de zuigende modder. Een slingerend bospad leidt naar de 500 meter verderop gelegen Brasserie Schovenhorst.
De bomen waarvoor Schober ooit de zaadjes kocht, bevinden zich in vijf afgescheiden parken met de namen Kleine Pinetum, Grote Pinetum, Josinapark, Arboretum en Driecontinentenbos, waar inmiddels overigens bomen uit vier continenten staan: Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Azië.
Het eerst aangeplante deel, het Kleine Pinetum, heeft exemplaren van meer dan 150 jaar oud. Om de in 1852 geplante mammoetbomen van 40 meter hoog in hun volle glorie te kunnen zien moet je zo ver omhoogkijken dat je bijna achterover valt. Aan de voet ervan staat behalve de Nederlandse ook de Latijnse naam: Sequoiadendron giganteum.
Een winterwandeling op Schovenhorst heeft wat, maar het moet een waar feestje zijn wanneer de bomen in blad staan. Misschien hoor je dan ook niet zo duidelijk het verkeer op de drukke Garderenseweg, pal langs het landgoed.
In de verte doemt een van de veertien uit de bronstijd stammende grafheuvels op. Ze zijn inmiddels ontdaan van de giften die overledenen vroeger meekregen als ze begraven werden. In het streekhistorisch museum De Tien Malen –ook op het landgoed te vinden– ligt een opgegraven zwaard uit 1600 voor Christus.
Hoogtepunt van de route is toch wel de 40 meter hoge Bostoren. Zelfs midden in de winter is het nog even zoeken naar de stalen reus, verscholen als hij ligt tussen de bomen. Na betaling van 4 euro geeft een draaipoortje toegang tot de 235 traptreden. Adembenemend, evenals het uitzicht. Op heldere dagen zijn de 38 kilometer verderop gelegen windmolens op de IJsselmeerdijk te zien, evenals de tv-toren van Hilversum, op 31 kilometer afstand. Vandaag belemmert wat vocht in de lucht een scherp zicht. Het is verrassend om te zien dat er berken en ceders kunnen groeien op het bovenste platform. Daarmee is de Bostoren de hoogste bomentuin van Europa.