Wandeling naar Siberië en weer terug
Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel. Dus een dikke jas, warme laarzen en wanten aan en een muts op. Vooruit, op naar Siberië.
Vliegen is niet nodig, een taalbarrière is er nauwelijks, en de Nederlandse Spoorwegen boemelen ons erheen in hun ‘Siberië-express’ Zwolle–Hoogeveen. De wandelroute lijkt een raadselachtige uitdaging: eerst naar Stuifzand, dan naar Zwartschaap en verder naar Siberië en Kremboong, om ten slotte Tiendeveen en Fokker te passeren. Ga er maar aan staan.
Het weer helpt mee aan een Siberische beleving, het is schraal, guur en grijs. Gaandeweg wordt ook duidelijk waarom het gebied de naam Siberië kreeg: het is een ruig en onherbergzaam veengebied met slechts enkele plaggenhutten. Vanaf de 18e eeuw brengt de turfwinning wat arbeiders in het gebied. De armoede is groot. Stuifzand –nu een buurtschap met wat woningen– was het jachtterrein van stropers die een maaltje bij elkaar strikten.
Dit desolate gebied was kaasje voor kunstenaar Vincent van Gogh. Herberg De Sleutel, waar hij verbleef, staat er nog en is nu boerderij. Geen bord, geen reclame, geen informatie, maar Vincent was here.
Ongemerkt gaat Stuifzand over in Zwartschaap. Net even buiten de route moet Bethel staan, een hervormde preekplaats, in 1933 in elkaar getimmerd. Dominee Saraber uit Pesse betaalde het gebouwtje uit eigen zak. Want ook in Stuifzand moest het Evangelie verkondigd worden. Helaas, Bethel is niet meer. Het bord boven de deur is weg en de kapel wordt nu verbouwd tot vakantiewoning. Een voorbijganger kent de kapel oude stijl nog. Hij bezocht er jarenlang de zondagsschool, later kwam alleen de vrouwenvereniging er nog bijeen. Zondagse preken herinnert hij zich niet. Daarvoor moeten Zwartschapers naar Pesse of het nabijgelegen Tiendeveen.
Via De Zandgaten voert de route onder een zuinig zonnetje naar Kremboong (bamboespruit), een laatste stukje bos van de oud-Indiëganger Frederik s’Jacob, die er rond 1880 zo’n 350 hectare liet aanplanten voor hout- productie. Een restant van 31 hectare wordt, naar de visie van Stichting Het Drentse Landschap, overgelaten aan de natuur. Dat levert naast oerachtig bos ook juweeltjes aan beplanting op, zoals het linnaeusklokje en de stekende wolfsklauw.
De wandeling laat zich samenvatten als lang en strak, rechttoe rechtaan. Langs vaarten en kanalen, weiland- randen en door bospercelen. Er zijn prachtige stukken zoals De Zandgaten, maar een flink deel van de route loopt over asfaltwegen en zelfs door industriegebied. De zomer zal ongetwijfeld een groener beeld geven. Maar dan is Siberië ook niet Siberisch meer.