De Bijbelse bril van Johannes Hoornbeeck
Het 25-jarig jubileum van het Hoornbeeck College heeft een prachtig boek opgeleverd, de biografie ”Johannes Hoornbeeck. Een brede blik, een Bijbelse bril”. De schrijver ervan is dr. Wim Fieret, voormalig lector van het college.
Sinds enkele jaren woont Fieret (72) net buiten het dorp Schoonrewoerd, op een stuk grond achter de woning van zijn dochter. Vanuit zijn houten huis kijkt Fieret uit over een natuurgebied van sloten en weilanden. Hij heeft ruim zicht op reigers, meerkoeten, waterkipjes en buizerds. Soms verschijnt er zomaar een ree in beeld.
Fieret: „Nooit eerder in mijn leven heb ik zo veel vogels gezien als hier. We krijgen de storm, de wind en de zon uit de eerste hand.” Waar heeft iemand ’t aan verdiend, om zo mooi te wonen? „Dit is geen verdienste van onszelf.”
Zijn kleine werkkamer bevindt zich achter de huiskamer, rechts van de voordeur. Tussen de theologische boeken staat een klassiek bureau. Hier schreef Fieret ”Johannes Hoornbeeck. Een brede blik, een Bijbelse bril”. Zijn eerste reactie: „Ik vond het geen straf om te doen.”
Aan het begin van zijn speurtocht naar het leven en werk van Johannes Hoornbeeck kwam Fieret „bij geval” terecht in de bibliotheek van de Gereformeerde Bijbelstichting. „Die bevindt zich hier vlakbij, op een steenworp afstand. Wat een rijke boekenschat staat daar. Ik kon elke dag op de fiets naar de GBS. En dan zat ik daar in m’n eentje, want het was de tijd van corona. In die stille bibliotheek ging ik op zoek naar Johannes Hoornbeeck. Daar ging hij voor me leven. In die bibliotheek heb ik zitten lezen en schrijven.”
Wie was de mens Hoornbeeck?
„Hoornbeeck moet een vriendelijke man geweest zijn, die de vrede zocht, geen scherpslijper in elk geval. Hij was een mens met een brede blik, iemand die midden in zijn eigen tijd stond. Hij kon goed over de grenzen van zijn eigen levensovertuiging heen kijken en verdiepte zich graag in de opvattingen van anderen. Hoornbeeck kon relativeren, maar dat betekende niet dat hij zaken op losse schroeven zette, ook niet dat hij gedreven werd door aanvechting of twijfel, want voor zichzelf was hij diep overtuigd van de waarde van de Bijbelse, gereformeerde leer. Hoornbeeck was een orthodox mens, maar hij bleef niet zitten in zijn eigen bubbel.”
En de theoloog Hoornbeeck, wie was hij?
„Hij had oog voor het innerlijke bevindelijke leven, voor iemands zielsgesteldheid, voor het werk van God in de harten van zondaren. De orthodoxe leer was hem lief en hij kon scherp reageren tegen alles wat daarmee in strijd was. Toch was Hoornbeeck wel iemand die steeds weer naar verbinding met de ander zocht. Daarom vind ik het ook zo mooi dat er een scholengemeenschap naar deze man is genoemd. We moeten elkaar zoeken en dat doet het Hoornbeeck College ook.”
U schrijft dat Hoornbeeck het leven op aarde bezag vanuit het perspectief van het eeuwige leven. Waar blijkt dat uit?
„Een van zijn meest bekende werken is ”Euthanasia of Wel-sterven”. Daarin roept hij de lezers op zich tijdig op de dood voor te bereiden, vaak over het eigen levenseinde na te denken, over de dood te lezen en kennis te nemen van voorbeelden van godvruchtige sterfbedden. Hij schreef bijvoorbeeld: „Zien sterven, leert sterven.” Voor hem was iemand die op zijn sterven voorbereid is, ook voorbereid voor een goed leven. Gehechtheid aan de dingen van de wereld staat bij hem de geestelijke voorbereiding op het einde in de weg. Niemand kan immers in zijn sterven iets meenemen. Hij was bewogen met mensen die onderweg zijn naar hun eeuwige bestemming, die op zoek zijn naar vrede voor hun ziel. Voortdurend roept hij op te zoeken naar de dingen die waarde hebben voor de eeuwigheid. Zelf sprak hij ook vrijmoedig over zijn naderende levenseinde. Tijdens zulke gesprekken keek hij vaak vrolijk, alsof hij over een bruiloftsdag sprak, iets waar hij naar uitzag.”
Hoornbeeck was een studeerkamergeleerde, is wel gezegd.
„Hij zat veel op zijn studeerkamer, maar was geen kluizenaar. In zijn geest kon hij grote afstanden overbruggen. Hij heeft geschreven over verschillende godsdiensten, over de zending, over mohammedanen en boeddhisten, over de keizer van China, de hoogte van de rente en de nieuwe filosofie van Descartes. Toch, door zijn vaak zittend leven liep hij podagra op, een gewrichtsziekte die lijkt op jicht of reumatiek. Een tweede aandoening die hij opliep, was niersteen. De combinatie van podagra en niersteen werd wel de ”beul van de geleerden” genoemd.”
Hoornbeeck was een geestverwant en leerling van Gisbertus Voetius. Sommigen vinden hem een slaafs navolger van hem.
„Maar dat was hij niet. Samen schreven Voetius en Hoornbeeck het boek ”Geestelijke verlatingen”. Daarin is het aandeel van Hoornbeeck zelfs beduidend groter dan dat van Voetius. Beiden zagen het grote belang in van aandacht voor de schommelingen in het innerlijke, geestelijke leven. Veel mensen ervaren die schommelingen, maar er is weinig bekend over hoe men er pastoraal mee moet omgaan. Geestelijke verlatingen zijn diepingrijpend. Hoornbeeck noemt ze de zwaarste bestrijding die een ziel op aarde hebben kan. Nee, hij was geen slaafs navolger van Voetius. Hij legde zijn eigen accenten, zoals over de opvattingen van Descartes. Hoornbeeck was een zelfstandig denker en een zelfstandig zoeker.”
Hoornbeeck had, schrijft u, de vrede lief en zocht naar rust in de kerk. Dan moet er vandaag veel van hem te leren zijn.
„In veel opzichten was hij gematigd, niet hard, niet verachtend. Graag hield hij zich bezig met verschillen tussen andere godsdiensten en culturen, maar verviel daarbij niet in de valkuil van scherpte en polemiek. Soms kon hij heel strak zijn, in zijn opvattingen over de zondagsrust bijvoorbeeld. Toch was hij geen ongenaakbare en strijdlustige polemicus, maar bleef verdraagzaam en vredelievend. Hoornbeeck wilde de waarheid verdedigen, de dwaling bestrijden en de vroomheid beschermen. Op dit punt valt veel van hem te leren, juist vandaag.”
Weten we nu precies wie Johannes Hoornbeeck was?
„Nee. We moeten het doen met wat ik over hem heb kunnen vinden. Je probeert je een beeld te vormen van de manier waarop hij werkte, leefde en geloofde. Ik heb mijn best gedaan om me zo veel mogelijk in te leven in zijn denkwereld. Maar iemand die 400 jaar geleden leefde, leren wij niet echt meer kennen.”
Buiten ligt het panorama van sloten en weilanden in de zon. Een eend klimt uit het water. Aan de slootkant staat een reiger roerloos in de verte te kijken. Fieret: „Dit uitzicht geeft rust, ontspant en inspireert. Dit zet me aan het denken. Ik zie hier de verandering van de seizoenen. Hier leef ik dicht bij de natuur, bij dit stukje van Gods schepping, die nog door Hem onderhouden wordt. De hemelen verkondigen Zijn eer en het uitspansel Zijner handen werk. Dat zie ik hier voor me.”
Drie jaar geleden kreeg Fieret een ernstig herseninfarct als gevolg van een aangeboren hartafwijking. „Alle zekerheden glipten opeens uit mijn vingers. Zondagmorgen zongen we in de kerk Psalm 68:10: „Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij ’t naderen van de dood, volkomen uitkomst geven.” Dat heb ik echt ervaren. Wij leven coram Deo, voor Gods heilig aangezicht. Dat was ook de boodschap van Hoornbeeck. Hij zei in zijn boek ”Euthanasia”: „Wie leert wel te sterven, leert ook wel te leven.””
Johannes Hoornbeeck. Een brede blik, een Bijbelse bril, W. Fieret, uitg. De Banier i.s.m. Hoornbeeck College; 332 blz.; € 29,95