Gelderland blaast verbreding Rijnbrug Rhenen af: geen extra geld
Gedeputeerde Staten van Gelderland willen niet doorgaan met de verbreding van de Rijnbrug tussen Rhenen en Kesteren.
Gelderland is niet bereid haar deel van het verwachte financiële tekort voor haar rekening te nemen, besloten GS dinsdag. Volgens recente berekeningen valt het project door kostenstijgingen, indexatie en een hogere risicoreservering 60 miljoen euro duurder uit. Gelderland zou daarvan de helft moeten dekken, maar zij heeft daar geen financiële ruimte voor, menen GS.
De investering is volgens Gelderland bovendien “niet meer in balans is met het verwachte resultaat”. De verbreding, waarvoor Gelderland en Utrecht in 2018 samen 80 miljoen euro beschikbaar stelden, zou de fileproblemen bij de brug moeten oplossen. Het verkeer op de N233 (Veenendaal-Kesteren) via de Rijnbrug loopt in de spitsuren vaak vast. Gelderland twijfelt nu ook aan “het oplossend vermogen” van de verbreding. Ze verwacht dat “betrekkelijk snel” weer nieuwe fileknelpunten in de omgeving van de brug ontstaan. “Bovendien is de brug, eigendom van het Rijk, verouderd, waardoor onverwachte risico’s op kostenstijging tijdens de realisatiefase niet uit te sluiten zijn.”
De regio’s FoodValley en Rivierenland en diverse economische organisaties drongen er maandag nog in een brandbrief bij Gelderland op aan de verbreding van de Rijnbrug niet af te blazen. De SGP in Rhenen hield recent een petitie-actie met hetzelfde doel.
Gedeputeerde Staten van Utrecht willen het tekort op het budget voor het Utrechtse deel wel aanvullen, zo besloten ze eveneens dinsdag. “Daarmee voldoen we keurig aan de gemaakte afspraken en tonen we ons een betrouwbare overheid”, aldus gedeputeerde Arne Schaddelee. Provinciale Staten nemen hierover in februari een definitief besluit.