Een boekje open over taboes
Over mentale problemen praten is taboe, constateerden de schoonzussen Paula (33) en Anna (28) Korpershoek. Ze schreven een boek over hun eigen ervaringen, dat feitelijk een pleidooi is voor meer openheid. Want over je problemen praten helpt. Maar niet met iedereen.
Ze hebben veel gemeen, de twee schoonzussen. Ze kenden elkaar vaag van een bandje uit hun kerk, de evangelische gemeente in Maassluis. Door hun mannen werden ze schoonzussen, door het samen schrijven van een boek werden ze vriendinnen en vertrouwelingen.
Een onbekommerde jeugd hebben ze geen van beiden gehad. Paula kampt al sinds het begin van haar puberteit met depressies. Anna heeft last van angsten. „We zijn allebei hooggevoelig, trekken ons liefst een beetje terug, houden van diepgang in contacten”, vat Paula samen. En ze hebben een gezamenlijke missie: ze willen andere vrouwen helpen om open te zijn over mentale problemen waar vaak in stilte mee geworsteld wordt. Omdat erover praten taboe is.
Angststoornis
Anna: „Ik heb al zolang ik mij kan herinneren last van angsten. Dan haal ik mij van alles in het hoofd en slaan mijn gedachten op hol. Toen ik zwanger was van ons eerste kind ging het heel slecht met mij. Ik vond het erg zwaar om de dagen door te komen, was extreem bang dat ik iets zou doen dat slecht was voor de baby, voelde me heel alleen en onbegrepen. Omdat ik wist dat Paula ook met mentale problemen te kampen had, heb ik haar toen in vertrouwen genomen. Dat luchtte me enorm op, al was de angststoornis daarmee nog niet verholpen.”
Paula: „Het dieptepunt van mijn leven was toen ik een jaar of achttien, negentien was. Ik ben toen een halfjaar seksueel misbruikt door een leraar van school. Het ging in die periode heel slecht met me, al hield ik dat voor iedereen verborgen. Ik zat helemaal in de greep van die man. Ik dacht dat het door mij kwam. In de zomervakantie beleefde ik, toen ik stille tijd hield en bad, een soort inkeermoment. Daarna had ik de kracht om naar die leraar toe te gaan en te zeggen dat het voorbij was. Toen heb ik voor het eerst mijn verhaal aan iemand verteld: aan een vrouw uit mijn gemeente die ik vertrouwde. Daarna ben ik ook naar een therapeut gestapt.
Het is goed om je af te vragen waarom je zaken waarvoor je je schaamt voor jezelf wilt houden. Vaak is dat angst voor een oordeel. Maar als je dingen niet uitspreekt, worden ze alleen maar groter. Als je er open over bent, gaat het je minder beheersen.”
Hoopvol verhaal
Twee schoonzussen die samen een boek schrijven: dat zie je niet vaak. Paula: „Het plan ontstond toen ik een keer aan het hardlopen was. Ik dacht: Wat wij hebben meegemaakt en geleerd, daar moeten we samen een boek over schrijven. Een hoopvol verhaal moest het worden. Want ondanks alles wat we hebben meegemaakt en waar we nog mee worstelen, gaat het nu best goed met ons. Dat kan andere vrouwen misschien helpen. Hoe moeilijk je het nu ook hebt, het kan goed komen.”
Anna: „Maar het is geen therapeutisch boek, hoor. We hebben onze eigen ervaringen, die denk ik niet echt doorsnee zijn, opgeschreven en met elkaar vervlochten.”
In het boek schrijven Paula en Anna openhartig over thema’s waar door vrouwen vaak niet open over gepraat wordt. Denk aan onderwerpen als menstruatie, seksualiteit, miskramen, voorbehoedsmiddelen, en (het uitblijven van) zwangerschappen.
Paula: „Dat zijn eigenlijk allemaal taboes. Er wordt weinig of niet over gesproken, ook niet door vrouwen onderling. Maar het zijn ook onderwerpen waar velen tegenaan lopen en mee tobben, en die gevolgen hebben voor je mentale toestand. Ook als je andere keuzes maakt dan wij. Wie voorbehoedsmiddelen afwijst, loopt ook tegen vragen rond vruchtbaarheid aan. Ik heb geleerd: praat er gewoon over. Delen is helen. Als je aan iemand verteld hebt waar je mee zit, loop je er niet meer alleen mee.
Neem de menstruatie. Ik voelde me door de hormonale schommelingen elke maand een paar dagen heel erg naar. Het duurde trouwens best lang voor ik het verband tussen die somberheid en mijn cyclus zag. Na een ingreep is dat nu gelukkig voorbij. Het zou denk ik helpen als vrouwen opener zijn over hun menstruatieproblemen. Dat roept herkenning op, en dat lucht op.”
Grenzen bewaken
Wat schokkend is om te lezen is dat de twee schoonzussen al op hun veertiende seksueel actief waren. Iets waar ze beiden met veel spijt op terugkijken. Anna: „Er gebeurden dingen die ik niet wilde, maar dat inzicht kwam helaas pas later. Ik wist op dat moment niet hoe ik mijn grenzen moest bewaken.”
„Ik worstel al zolang ik me kan herinneren met depressies”, vertelt Paula. „Daaronder zat een grote behoefte aan veiligheid en geborgenheid. Ik vluchtte al toen ik nog heel jong was in de alcohol en in verliefdheden voor het prettige gevoel dat dat opleverde. Het ging in die tijd echt niet goed met me. Ik heb mezelf een periode beschadigd, wilde in essentie niet leven.” Ze kreeg een relatie met een oudere jongen en ging al snel erg ver met hem op seksueel gebied. „Mijn ouders wisten in die tijd niet waar ik mee bezig was. We praatten daar nooit over.”
Toen Anna haar eerste vriendje kreeg, dachten haar ouders dat het niet serieus was. „Maar dat was het wel. We hebben uiteindelijk vierenhalf jaar een relatie gehad.” Van huis uit had ze meegekregen dat seksuele gemeenschap iets is voor binnen het huwelijk. Haar vriend, die niet van christelijken huize was, stond daar heel anders in. Zij ging daarin mee, tegen haar zin. Uiteindelijk brak de relatie juist op dat punt. „Hij stelde me een ultimatum. Hij wilde onze relatie alleen voortzetten als we seks zouden hebben. Toen dacht ik: Dit is niet goed. Ik zie dat als de Heilige Geest Die in mij werkte. Ik heb het uitgemaakt en voelde mij bevrijd. Dat was echt een omslag in mijn leven. Ik ging in de Bijbel lezen en bidden, ik bezocht conferenties. Al zaten de angsten me ook al snel weer op de hielen.”
Paula en Anna zouden het allebei heel erg vinden als hun kinderen hun voorbeeld zouden navolgen. Anna: „Ik ben ervan overtuigd dat God seksualiteit voor het huwelijk bedoeld heeft. Maar hoe begeleid je je kinderen daarin? Ze zijn nu nog klein, maar ik denk dat ik ze, als ze wat ouder zijn, mijn verhaal uit de doeken ga doen. En ik wil ze meegeven dat hun grenzen mogen aangeven.” Paula: „Dingen verbieden is niet de oplossing. Dan gaan ze het stiekem doen. Ik hoop dat de relatie met mijn kinderen, als ze ouder worden, zo open is dat we alles kunnen bespreken. Ook hun twijfels en onzekerheden.”
Stoomwals
Open zijn helpt, is het devies van Paula en Anna. Maar je moet er wel goed over nadenken wie je in vertrouwen neemt. Anna: „Je moet je hart alleen uitstorten bij iemand die je echt vertrouwt. En die je begrijpt. Als je zomaar iemand uitkiest, kun je heel erg teleurgesteld worden. Tijdens mijn eerste zwangerschap, toen het echt niet goed met me ging, zei iemand nadat ik mijn verhaal had gedaan: „Stress is slecht voor je baby.” Dat helpt niet echt.”
Paula: „Iedereen heeft z’n eigen referentiekader. Sommige mensen kunnen ook niet anders reageren.”
Anna: „Dat is zo. Maar mensen kunnen ook als een stoomwals over je heen gaan. Dan zeggen ze: Je moet gewoon de knop omzetten. Welke knop, denk ik dan. Ik heb in de loop van de tijd wel vriendschappen dood laten bloeden om mezelf te beschermen. Op oordelen zit ik niet te wachten.”
Buitenkant
Paula: „Een sterke drijfveer bij het schrijven van het boek was ook dat de buitenkant in deze tijd zo belangrijk is. Bijvoorbeeld op sociale media laten mensen alleen de mooie dingen zien: een leuke man, lieve kinderen, een mooi huis. Alles lijkt perfect. Ik merkte dat mensen ook naar mij keken alsof ik mijn leven prima voor elkaar heb. Het gaat nu ook best goed met me. Ik heb geen last meer van lange depressies. Maar ik vind het waardevol om mensen een inkijkje te geven in de langdurige herstelprocessen die hieraan vooraf zijn gegaan. Nu probeer ik bij vertrouwde mensen niet meer de schone schijn op te houden omdat ik het belangrijk te laten zien wie ik echt ben en waarmee ik worstel.”
Anna: „Mensen zeggen vaak tegen me dat ik altijd zo blij kijk. O ja? denk ik dan. Je moest eens weten hoe ik ben als ik thuis ben.”
Jullie schrijven heel open en eerlijk over jullie leven. Dat is soms best shockerend. Ik dacht weleens: Is dit niet te privé? Herkenbaar?
Paula: „Een beetje. Mijn oma heeft het boek ook gelezen, al wilde ik dat liever niet. Ik was bang dat ze het niet zou begrijpen. Haar generatie is het niet zo gewend om over traumatische ervaringen te praten. Ze stuurde me een lief mailtje, maar ik denk dat ze wel van mijn verhaal geschrokken is.”
Anna: „Dat mijn ouders het zouden lezen, vond ik wel ingewikkeld. Het gaat ook over hen en over de spanningen die er in mijn jeugd thuis waren, die veel invloed op mij hebben gehad. Het is wel bijzonder dat mijn vader een reactie op mijn ervaringen voorin het boek heeft geschreven. Maar verder heb ik eigenlijk alleen positieve reacties gehad. Vrouwen bedanken me dat we zo open zijn over de dingen waar we mee worstelen. Ze vertellen dat dat hen heeft aangemoedigd om naar een therapeut te gaan of om op iemand af te stappen.”
Waren er ook onderwerpen taboe?
Anna: „Voor mij wel. Paula schrijft iets over hoe zij de seksualiteit met haar man beleeft. Dat heb ik niet gedaan. Daar voelde ik mij niet comfortabel bij.”
Instagram: @deschrijvendeschoonzussen
Daar praat je toch niet over, Anna & Paula Korpershoek, uitg. Sestra, 240 blz., € 20