Vereniging Rembrandt: Dit ziet er wel heel goed uit
De Tweede en Eerste Kamer moeten nog akkoord gaan met de aanschaf van Rembrandts werk De Vaandeldrager, maar bij Vereniging Rembrandt kunnen ze zich eigenlijk niet meer voorstellen dat het nu nog fout gaat. „Dit ziet er wel heel goed uit. Super”, reageert directeur Fusien Bijl de Vroe op het nieuws dat de familie Rothschild akkoord is met de verkoop van het schilderij aan de Nederlandse staat.
De Vereniging heeft een bijdrage van 15 miljoen euro toegezegd voor de aankoop van het schilderij. Dat is de grootste bijdrage uit de geschiedenis van deze vereniging, die het ziet als een buitenkans. „De mogelijke aankoop van De Vaandeldrager is een kans die maar één keer voorbij komt. Dit schilderij is om vele redenen van groot belang voor het Nederlands openbaar kunstbezit.”
De directeur van Vereniging Rembrandt wil het lot niet tarten, maar geeft al wel aan dat deze aankoop „vlekkeloos” lijkt te gaan. „Voor de Fransen is het ook prettig dat ze eraan hebben meegeholpen dat dit werk naar Nederland gaat, waar het hoort. Het blijft te zien in Europa.” Bij de aankoop van twee andere werken van Rembrandt, de portretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit, ontstond eerder commotie toen de familie Rothschild ze aan Nederland wilde verkopen, omdat Frankrijk had aangegeven er geen geld voor te hebben. Frankrijk trok de exportvergunning in toen de voorgenomen verkoop uitlekte. Uiteindelijk kochten Frankrijk en Nederland de 2 meter hoge huwelijksportretten samen aan met de bepaling dat Marten en Oopjen altijd samen worden tentoongesteld, afwisselend in het Rijksmuseum en in het Louvre.