Ouderen en kwetsbaren moeten zo snel als dat kan een extra coronaprik krijgen, net als zorgmedewerkers die met Jansen zijn gevaccineerd. Dat stellen vaccinexperts in het AD. Haast is geboden, omdat de vaccins minder goed beschermen dan gehoopt. Uit onderzoek onder bijna 800.000 Amerikaanse veteranen, gepubliceerd in Science, blijkt bijvoorbeeld dat het Janssen-vaccin na een half jaar nog maar 13 procent van de besmettingen weet te voorkomen. Andere vaccins scoren beter, maar na verloop van tijd neemt de bescherming ook bij BioNTech/Pfizer, Moderna en AstraZeneca af. Tegen ernstige ziekte en overlijden beschermen de vaccins nog wel goed, maar bij ouderen begint deze linie ook scheurtjes te vertonen.

Ook NU’91, een beroepsorganisatie voor mensen die in de zorg werken, is er „niet op tegen” als de boosterprikken eerder dan 6 december worden gegeven. „Alles wat helpt, moet op dit moment worden aangegrepen”, laat de organisatie weten.

Seniorenorganisatie KBO-PCOB zegt eveneens dat het kabinet „alles op alles moet zetten” om ouderen zo snel mogelijk een boosterprik te geven. De club reageerde op de oproep van verpleeghuizen bij Nieuwsuur maandag om de boosterprik te vervroegen.

Een deel van de Tweede Kamer dringt erop aan om binnen 48 uur te beginnen met de toediening van boosters. JA21, SP, GroenLinks, Volt en de Kamerleden Omtzigt en Den Haan stelden dinsdag spoedvragen daarover aan demissionair zorgminister Hugo de Jonge.

Gevaccineerde mensen tussen de 61 en 65 jaar hebben een stuk minder antistoffen tegen corona dan gevaccineerde mensen in andere leeftijdsgroepen. Dat zei arts-microbioloog bij bloedbank Sanquin Hans Zaaijer dinsdagavond aan tafel bij Op1. Volgens Zaaijer is dat precies de groep die via de huisarts het AstraZeneca-vaccin heeft gekregen.