Wandelen in een gebied met bossen en bruggen
Wie tussen de flats van de Rotterdamse wijk Ommoord loopt, heeft geen flauw idee dat op loopafstand een prachtig gebied met bossen en bruggen ligt. Én een uitkijktoren vanwaar je het hele gebied overziet.
Ommoord ligt aan de Rotte. Vanaf het startpunt van de wandeling, metrostation Binnenhof, ben je in tien minuten bij het riviertje, dat verderop in Moerkapelle begint en in het centrum van Rotterdam in het niets eindigt. We volgen de route die Cock Hazeu en Peter Kuiper in de pas verschenen gids ”Wandelen in Schieland en de Krimpenerwaard” hebben uitgestippeld. Een mooie route, die bijzonder goed wordt beschreven en van veel toelichting is voorzien.
Zo zien we al snel een enorme bouwput. Wat daar moet komen, leert het boekje: een nieuw stukje snelweg tussen de A13 en de A16, om het verkeer hier te ontlasten. Kosten: 1 miljard euro. Het project moet in 2024 klaar zijn.
Wij laten de bouwput echter achter ons als we over een karakteristiek wit bruggetje –er zullen er nog vele volgen– de Rotte oversteken en richting het Lage Bergse Bos lopen. Gelukkig is de miezerregen opgehouden. De paraplu’s kunnen opgeborgen worden. Dit gebied van bossen en water van 216 hectare groot is in 1970 aangelegd. De gravelpaden slingeren over een rundereiland waar zich Schotse Hooglanders met lange haren en enorme horens moeten ophouden. „Houd minimaal 25 meter afstand”, waarschuwt een bord. Het is niet nodig. De dieren vertonen zich deze middag niet.
Bouwafval
Via een enorme boog langs de rand van het gebied –links liggen de tuinbouwbedrijven van Bergschenhoek– komen we bij het punt waar het Lage Bergse Bos overgaat in het Hoge Bergse Bos. Opnieuw een enorm terrein, nu veel heuvelachtiger. Het blijken bergen van sloop- en bouwafval te zijn. Maar daar zie je niets van. Vooral in de lente en de zomer moet het hier heel mooi zijn. Het ruige en oneffen landschap is een geliefde plek voor sportievelingen, zo leren we. Skiën, mountainbiken, kanoën: het kan hier allemaal. Op warme dagen zal het hier druk zijn. Wat ons intrigeert zijn de beide bouwwerken die in de verte vanuit het landschap oprijzen. Een enorme klimwand –het blijkt de Monte Cervino te zijn– en een stalen uitkijktoren. Die laatste, daar moeten we natuurlijk naartoe.
Als we boven staan schijnt inmiddels de zon en hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. Aan onze voeten ligt Bergschenhoek, en verderop Zoetermeer. Aan de andere kant de skyline van Rotterdam: tussen de torenflats is de Van Brienenoordburg nog net te zien.
Na zo’n 8 kilometer zijn de benen moe. Hazeu en Kuiper willen ons nog een hele lus richting de Rottemeren laten maken. Maar wij kiezen ervoor door het Hoge Bergse Bos terug naar de Rotte te lopen. De steile Rottebanbrug brengt ons weer in Ommoord. Moe zijn we, maar verrijkt.