Elisabeth Kreuziger: eerste lieddichteres van de Reformatie
De Reformatie is ondenkbaar zonder het lied. Via nieuwe gezangen wordt vanaf 1524 vanuit Wittenberg de herontdekte leer verspreid. Tussen alle mannelijke dichters die actief zijn –Luther voorop– bevindt zich één vrouw: Elsa.
Op 14 juni 1524 staat Luther in Wittenberg met een bruidspaar voor de stadskerk. Hij mag Caspar Cruciger en Elisabeth von Meseritz –beiden een jaar of 20– in de echt verbinden. Caspar is een student van de reformator. Elsa, zoals Luther haar aanspreekt, heeft nog maar net het nonnenklooster achter zich gelaten. Ze is een paar jaar eerder in het voetspoor van Johannes Bugenhagen vanuit Pommeren (Polen) naar Wittenberg gekomen en heeft sindsdien in Bugenhagens huis gewoond.
Nu is het moment dat Caspar en Elisabeth samen verdergaan. Luther vraagt of ze hun Bijbelse roeping als man (werken) en vrouw (kinderen krijgen) op zich nemen. Beiden geven hun jawoord, waarna Luther hun de ringen aandoet. „Wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet”, spreekt hij. En, terwijl hij hun handen pakt: „Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt.”
Dat laatste gebeurt inderdaad. Caspar en Elisabeth krijgen twee kinderen: Caspar junior, die reformator Melanchthon in Wittenberg opvolgt; en Elisabeth junior, die later de vrouw wordt van Luthers zoon Johannes (”Hänschen”).
Volkstaal
Maar nog op een andere manier wordt Elisabeth Cruciger (op z’n Duits: Kreuziger) vruchtbaar. Ze blijkt namelijk een verdienstelijk dichteres te zijn. Tenminste, dat moet Luther gevonden hebben. Want hij neemt in hetzelfde jaar 1524 een lied van Elsa op in het eerste officiële lutherse liedboekje.
Even daarvoor heeft Luther een oproep gedaan: wie kan hem helpen aan geschikte liederen? Als de liturgie voortaan niet in het Latijn maar in de volkstaal zal plaatsvinden, dan zijn er ook psalmen en gezangen in het Duits nodig. „We zoeken daarom overal naar dichters”, schrijft hij aan Georg Spalatin. Zelf gaat Luther intussen aan de slag. In minder dan geen tijd maakt hij 24 kerkliederen, waaronder bekende gezangen als ”Aus tiefer Not”, ”Nun komm, der Heiden Heiland” en ”Christ lag in Todesbanden”.
In 1524 worden de eerste liedboekjes gedrukt: een voorlopige uitgave in Neurenberg, een definitief liedboek in Erfurt, en een gezangboek met koorzettingen van Johann Walter in Wittenberg. In deze uitgaven staan vooral liederen van Luther, maar ook enkele gezangen van anderen, onder wie Paul Speratus en Justus Jonas.
Er duikt tevens in de bundels uit Erfurt en Wittenberg een anoniem lied op. ”Eyn Lobsanck von Christo”, staat erboven. Het gaat om het gezang ”Herr Christ, der einig Gotts Sohn”: een lied van vijf strofen waarin Christus wordt bezongen en aanbeden. Hij is de Morgenster Die opgaat. God Die mens werd. Degene Die de dood verbrak en de hemel ontsloot. Daarom het gebed: Laat ons toenemen in liefde, kennis en geloof. Laat ons van U niet wegdwalen, maar verwek steeds weer het nieuwe leven in ons.
Het lied is in 1524 anoniem. Maar een paar jaar later staat in allerlei gezangboeken de naam van Elisabeth Kreuziger bij het lied. Ook weet iemand te vertellen dat deze „psalm” door een „vrome en godvruchtige vrouw” is gemaakt en dat het lied „Doktor Martino” zo goed was bevallen dat hij zelf de opdracht had gegeven het in zijn gezangboekje te zetten.
Luther is in deze jaren dan ook vertrouwd met Caspar en Elisabeth. Ze maken deel uit van het netwerk van de reformator. Elisabeth doet bijvoorbeeld mee aan de tafelgesprekken die onder leiding van Luther plaatsvinden. In een van de ”Tischreden” uit het begin van de jaren 30 komen we haar tegen. Ze moet ook bevriend geweest zijn met Katharina von Bora, Luthers vrouw. In een brief uit december 1532 vertelt Luther bijvoorbeeld aan Caspar dat Elisabeth de dag ervoor een gouden geschenk voor zijn Käthe is komen brengen. De vrouwen zitten dan ook in hetzelfde schuitje: ook Elisabeths man is intussen predikant en hoogleraar in Wittenberg geworden, en ook zij heeft altijd studenten in huis.
Op de kansel
Of Elsa nog meer gedicht heeft, is onduidelijk. Er is een verhaal dat ze droomde dat ze in Wittenberg op de kansel stond te preken. Haar man zou dat hebben uitgelegd als: jouw liederen zullen in de kerk gezongen worden. Dat lijkt op een grotere productie te duiden.
Feit is dat Elisabeth Kreuziger, die al in 1535 op ongeveer 30-jarige leeftijd overlijdt, een ereplaats inneemt in de rijke lutherse liedtraditie. Ze is de eerste dichteres van de Reformatie. En haar lied wordt nog altijd gezongen.