Polen verzet in touwtrekkerij met EU nog geen stap
De hakken zijn in het zand gezet. Geen millimeter zijn Warschau en Brussel nader tot elkaar gekomen sinds het Poolse hooggerechtshof het gezag van het Europees recht ondermijnde. Hoe nu verder?
Allesbehalve ontspannend is de bijeenkomst van de Europese leiders op donderdag en vrijdag in Brussel. Niet minder dan drie crises moeten ze onder de loep nemen: de coronacrisis, de gascrisis en de rechtsstaatcrisis. De eerste twee stonden al langer netjes op de agenda, de laatste niet. Minder belangrijk en besproken is de kwestie daardoor zeker niet. De explosieve uitspraak van het Poolse hooggerechtshof is al twee weken het onderwerp van gesprek in de Brusselse wandelgangen.
Alle ogen zijn nu op de Europese Commissie gericht: hoe gaat zij regeren op het besluit in Warschau dat het Europees recht niet in alle gevallen boven Pools recht gaat? De voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, zei dinsdag tijdens een debat in het Europees Parlement dat ze „altijd een voorstander van dialoog is geweest, en altijd dat zal blijven.” Bij het voeren van gesprekken en discussies kan het echter niet alleen meer blijven, beseft de voorzitter.
Er staat voor de Commissie teveel op het spel om niet over te gaan tot actie. „De rechtsstaat is de lijm die onze Unie bijeenhoudt. Het is de basis van onze eenheid. Het is essentieel voor de bescherming van de waarden waarop onze Unie is gegrondvest: democratie, vrijheid, gelijkheid en respect voor mensenrechten”, liet ze de aanwezige Poolse premier Mateusz Morawiecki weten.
Vervolgens somde Von der Leyen op wat de Commissie zou kunnen doen tegen Polen, nu dat land de lijm van het Europees fundament probeert los te peuteren. Dat kan het starten van een inbreukprocedure zijn. De Commissie kan tijdens dat proces Polen voor het Europees Hof van Justitie dagen, dat uiteindelijk de EU-lidstaat financiële sancties op kan leggen. Een andere mogelijkheid is het inzetten van een nieuw rechtsstaatmechanisme, waardoor lidstaten Europese subsidies mis kunnen lopen als sprake is van schendingen van de rechtsstaat. De laatste optie is een artikel 7-procedure, wat mogelijk kan leiden tot schorsing van Polen waardoor het zijn stem in de Unie kwijtraakt.
Frustratie
Geen van de procedures of mechanismen is vooralsnog ingezet door de Commissie, tot grote frustratie van het Parlement en verschillende Europese lidstaten. De leiders van de 27 lidstaten komen donderdag en vrijdag bijeen om onder andere deze kwestie uitvoerig te bespreken. Zij realiseren zich echter ook dat zij dan niet tot echte actie over kunnen gaan, maar dat „de Commissie aan zet is”, zoals premier Mark Rutte vorige week in een debat in de Tweede Kamer zei.
Toch ligt er voor de lidstaten een belangrijke taak te wachten op de tweedaagse bijeenkomst, meent Matteo Bonelli, universitair docent Europees constitutioneel recht aan de Universiteit Maastricht. Het is van belang dat andere lidstaten aan Polen laten weten dat zij zich ook zorgen maken, dat zij ook zien dat schendingen van de rechtsstaat een bedreiging zijn voor het gezamenlijk Europees project. Dat het een gedeelde zorg is, niet alleen een kwestie van de Commissie tegen één lidstaat, aldus Bonelli. „Andere lidstaten kunnen laten zien dat de Commissie niet van alles en nog wat wil centraliseren.”
De Poolse premier Morawiecki beschuldigde de Europese instelling dinsdag in het Parlement juist daarvan, dat Brussel „steeds meer bevoegdheden naar zich toetrekt.” Morawiecki is daar absoluut niet over te spreken en stelde dat Polen „op een oneerlijke en bevooroordeelde manier wordt aangevallen.” Hij sprak ook van een dubbele moraal binnen de EU.
Dat neemt universitair docent Bonelli echter niet waar. Hij wijst erop dat ook Duitsland onder vuur kwam te liggen toen het Duitse hof in Karlsruhe vorig jaar vraagtekens zette bij bepaalde bevoegdheden van de EU. De Commissie startte toen eveneens een inbreukprocedure. „Niet altijd ontkom je aan een dubbele moraal. Het is daarom goed dat Brussel stappen zet om dat nog meer te voorkomen. Maar in dit geval zie ik geen dubbele moraal.”
De rechtszaken in Polen en Duitsland zijn bovendien niet met elkaar te vergelijken, legt de universitair docent Europees recht verder uit. Het Duitse hof spreekt zich uit over één zaak en één programma – het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank, dat niet in lijn zou zijn met Europese regels. Het Poolse hof gaat echter niet over één zaak, maar over het primaat van het Europees recht in het algemeen. Daar komt bij dat er „geen twijfel” is over de onafhankelijkheid van het Duitse hof, maar dat is „niet het geval in Polen.”
Definitief
Naast het Poolse en Duitse hof hebben ook andere constitutionele hoven in verschillende lidstaten in het verleden vraagtekens gezet bij bevoegdheden van de EU. De aloude hoofdvraag in alle kwesties is: gaat Europees recht boven nationaal recht, of toch niet? Juridisch gezien is het lastig om daar een klip-en-klaar antwoord op te geven, zegt Bonelli. „Er is geen definitief antwoord op die vraag.”
Wel is volgens de expert EU-recht duidelijk dat de Commissie in het huidige conflict met Polen juridisch gezien gelijk heeft. „Het Europees Hof van Justitie heeft sinds 1960 uitgesproken dat het Europees recht voorrang heeft op het nationaal recht.” Toen Polen zich in 2004 bij de Unie voegde, was het zich bewust van die positie van het Europees recht en heeft dat geaccepteerd, zegt Bonelli.
De universitair docent in Maastricht vindt het belangrijk dat men in gesprek gaat met elkaar om de huidige problematiek op te lossen. Hij is er geen voorstander van om direct te spreken van een polexit –een vertrek van Polen uit de Europese Unie– of van het uiteenvallen van de EU.
Bonelli ziet liever dat de betrokken partijen met elkaar in gesprek gaan en dat de focus blijft op het onderliggende probleem: de schendingen van de rechtsstaat. Het is daarom volgens hem goed dat de Commissie geen haast maakt om tot actie over te gaan, maar eerst uitgebreid onderzoek doet. „Ik denk dat er altijd meer dialoog mogelijk is, maar als je het debat in het Parlement van dinsdag bekijkt, zie je dat er weinig discussie mogelijk is. Er moet actie worden ondernomen, want je merkt dat alle mogelijkheden voor dialoog zijn uitgeput. In plaats van dialoog, zie je twee keer een monoloog.”
Voor een deel komt de overtuiging van Bonelli overeen met die van de Duitse bondskanselier Angela Merkel, die vorige week zei dat „we grote problemen hebben” en dat het haar „advies is om ze in gesprek op te lossen.” Ze voegde er echter nog een zinsnede aan toe: „om compromissen te vinden.”
Daar is Adam Bodnar het absoluut niet mee eens. Hij is hoogleraar recht aan SWPS University in Warschau en de voormalige Poolse ombudsman voor mensenrechten van 2015 tot 2021. „Een compromis zoeken met mensen die zo openlijk fundamentele waarden en mensenrechten schenden, vind ik een beetje vreemd. Ik snap het niet. Ik begrijp het niet. Het is naar mijn mening in strijd met de fundamentele waarden van de EU”, zegt Bodnar.
Lijden
De juridische situatie in Polen treft de hoogleraar persoonlijk. Hij zegt dat hij uit zijn functie als ombudsman is gezet; een „politieke beslissing.” Het is volgens hem dan ook geen tijd voor compromissen. „Kom op, we hebben echte mensen hier die lijden vanwege hun strijd voor de rechtsstaat.”
Misschien dat de situatie in Polen er in eerste instantie niet zo somber uitziet, vertelt Bodnar, maar toch maakt hij zich grote zorgen over onder andere het politiegeweld, de schendingen van vrijheid van vergadering en het machtsmisbruik in zijn thuisland.
Hoop dat de rechtsstaatschendingen door de regering van de nationalistische partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) worden aangepakt, heeft Bodnar niet. Hij ziet dat de Poolse regering met de uitspraak over het gezag van het Europees recht in handen, het rechterlijk systeem in het land juist niet willen repareren. Dat zou wel moeten, meent de voormalige ombudsman, want de rechtspraak in het land is niet meer onafhankelijk. Dat is gevaarlijk, omdat de rechtbank in sommige gevallen het laatste redmiddel is om te strijden voor bepaalde rechten of vrijheden, of tegen onrecht en misbruik.
Een andere reden waarom de hoogleraar geen verandering verwacht, is vanwege het politieke klimaat in het land. Zonder de steun van de minister van Justitie, Zbigniew Ziobro, en zijn partijleden, zou de Poolse coalitie instorten. „Om aan de macht te blijven, moet PiS de ingeslagen weg van Ziobro volgen. Zelfs met het risico op financiële consequenties uit Brussel. Vat het niet rationeel op, maar zie het als een manier om de macht te behouden en een niet-democratische staat te bouwen. Dat is belangrijker dan geld.”
Tevreden
Misschien dat de Poolse regering binnenkort wel met wat symbolische aanpassingen komt om Brussel tevreden te houden, zegt Bodnar. Dat betekent volgens hem echter niet dat de aanvallen op de rechtsstaat zullen worden stopgezet. Dat is de afgelopen jaren ook zo gebleken. „De Commissie begreep jarenlang niet goed wat er echt gaande was in Polen. Zij zag het als een goed signaal dat er sprake was van onderhandelingen, discussie en compromissen. Ondertussen is de Commissie wel proactiever geworden, bijvoorbeeld dat ze het coronaherstelplan nog niet heeft goedgekeurd.” Stel dat Polen uiteindelijk de miljarden uit dat steunpakket misloopt, dan zal de Poolse regering volgens Bodnar dat ook weer weten te verkopen. „Dan wordt dat weggezet als een fout van de EU, niet van de regering. Als iets wat de Commissie verkeerd doet, als wraak voor de traditionele, conservatieve, christelijke beleidskeuzes van Polen.”
Voor de voormalige ombudsman is het „best pijnlijk om te zien dat Polen niet zo succesvol is als het was. We zijn gewoon een problematisch land. De enige hoop die ik heb, is dat áls we uit deze situatie komen, we op zijn minst binnen de Europese Unie een fascinatie voor antidemocratische ontwikkelingen hebben aangewakkerd. Misschien kunnen de Polen nog eens aan Europa bewijzen dat we genoeg vrijheid in onszelf hebben en dat we genoeg goede mensen hebben om een moeilijke crisis door te komen.” Ook universitair docent Bonelli ziet als gevolg van de huidige problematiek dat er meer discussies binnen de EU zijn over gedeelde waarden. „Wanneer we over vijf of tien jaar terugkijken, zeggen we waarschijnlijk dat dit een cruciale punt was voor meer of minder Europese integratie.”