De wandeling: Kerkenpad Voorst
Hoewel het vandaag geen zondag is, nemen we het wandelpad dat mensen jarenlang liepen als snelste route naar de kerk. Niet op onze nette schoenen overigens. En dat is maar goed ook.
Achter de hervormde kerk van Voorst en de voormalige openbare school ligt een parkeerplaats. Een handige plek om te starten met een wandeling. Er beginnen hier verschillende routes. Het Beekweidenpad, onderdeel van de klompenpadenroutes, gaat volgens het bord „door beekdal en bossen, over enken en landgoederen.” Dat klinkt goed, maar 16 kilometer is ons vandaag wat te gortig. Een uurtje wandelen na het werk was het idee. En dan trekt het Kerkenpad van 4 kilometer meer.
We zijn even in verwarring als we een houten vingerwijzing met ”Kerkenpad” zien die naar links wijst. De route die we in een navigatieapp gedownload hebben, wijst ons namelijk precies de andere kant op. Toch maar eigenwijs de stem negeren die maar blijft zeggen dat we verkeerd lopen.
We belanden direct al op een smal paadje. Dat de mais nog niet gehakseld is, maakt het extra sfeervol. Naast elkaar lopen is er overigens niet bij. We snappen nu opeens ook waarom dit gebied Voorsterklei heet. En twijfelen: hebben we wel de geschikte schoenen aan? Of hadden we toch beter de aanwijzingen op de website van de gemeente Voorst moeten lezen? Na regen worden laarzen aanbevolen.
Even later gaat het beter. Over de modderige ondergrond zijn smalle planken gelegd, die weliswaar doorbuigen als we eroverheen lopen, maar die in ieder geval het gevaar op wegzakken verkleinen.
Hoewel de route niet al te lang is, is hij wel afwisselend. Zo loop je de ene keer langs een bomenrij, steek je enkele keren een smal bruggetje over en wandel je even later dwars door een veld. Dat de route door de weilanden voert, blijkt overigens een kenmerk van alle nog bestaande kerkenpaden te zijn. Vroeger waren dit de kortste verbindingen tussen huis en kerk.
Weilanden en bomenrijen zijn mooi, maar niet heel verrassend, de houten schutting met kijkgaten die opeens opdoemt, is dat wel. De twee panelen met water- en moerasvogels die in deze omgeving te zien zouden kunnen zijn, scheppen een bepaalde verwachting. Als wij ons hoofd erdoor steken zien we echter enkel een grote waterplas – de Beelekolk. Even later wordt dit gemis aan dieren overigens ruimschoots goed gemaakt. Vlak voordat we de kerk weer in het vizier krijgen, zien we zeventien ooievaars in een weiland staan. En dat zonder scherm.