Hoe winstbejag van een multinational een Spaans dorp ontwricht
Het water in de Spaanse stuwmeren staat lager dan ooit. Ongeremd winstbejag van multinational Iberdrola ontregelt het leven in tientallen dorpen. „Ze hebben ons een woestijn nagelaten.”
Aan het stuwmeer van Ricobayo, een van de grootste stuwmeren in Spanje, heeft de Europese Unie een aanlegsteiger gefinancierd. Het is een slimme steiger. Het onderstel bestaat uit twee rails met een lengte van een meter of honderd. Ze lopen over de berghelling omlaag naar het water. De steiger zelf is verplaatsbaar over de rails. Hij kan hoger of lager gesteld worden, al naar gelang de waterstand.
Een goed idee, want het peil kan flink variëren. Er is alleen een probleem. Niemand gebruikt de steiger. Hij staat in de laagste stand, maar vanhier moet je zeker nog eens honderd meter over de rotsachtige berghelling afdalen tot je eindelijk bij de rivier bent. Welkom in de provincie Zamora, de zone zero van het droge en hete Spanje. Maar ís het eigenlijk wel de droogte? Of is hier iets anders aan de hand?
„In een paar maanden hebben ze het stuwmeer leeggeplunderd”, zegt Ismael Rodríguez (57). „Het is een ramp, een aanslag op de economische motor van deze streek en op het milieu.” Rodríguez spreekt kalm en zacht. Het maakt zijn verontwaardiging alleen maar overtuigender. Hij is bestuurder van de plaatselijke zeilvereniging en met al zijn vezels betrokken op zijn geboortegrond en de weinige mensen die er nog wonen. Hij tuurt naar het uitgestrekte dal voor ons. Kale, grijze heuvels in een kale, grijze vlakte: tot voor kort was dit alles bedekt met water. Een lang geleden gezonken bootje ligt op de uitgedroogde bodem. In de verte is nog net een armzalig stroompje zichtbaar. „In juni kwam het water tot waar we nu staan. Nu is nog maar een tiende van die watermassa over. Ze hebben ons een woestijn nagelaten.”
Rodríguez heeft het over de Spaanse elektriciteitsgigant Iberdrola, een van de machtigste energiemultinationals ter wereld. Sinds de voltooiing van de stuwdam in 1935 heeft Iberdrola, aanvankelijk onder de naam Saltos del Duero, het expoitatierecht van de waterkrachtcentrale van Ricobayo. De concessie is een goudmijn. Dat was het altijd al, want de stuwdam en de centrale zijn indertijd door de staat gebouwd. Maar de recente prijsexplosie op de groothandelsmarkt voor elektriciteit heeft de winstmarges voor de zo goed als gratis geproduceerde stroom uit de Spaanse waterkrachtcentrales naar een duizelingwekkende hoogte gestuwd.
Dat is het gevolg van de werking van de groothandelsmarkt. Op de dagelijkse energieveiling krijgt álle stroom die nodig is om de verwachte stroombehoefte van de volgende dag te kunnen dekken –of die nu via water, wind, zon, kernsplijting, kolen, diesel of gas is opgewekt– de prijs betaald van de duurste technologie. De werkelijke productieprijs per megawattuur doet er daarbij niet toe.
Dit systeem werkt redelijk als de kosten van de verschillende technologieën van stroomopwekking niet al te ver uiteenlopen. Maar zodra dit wel het geval is, zoals nu met de piekende gasprijzen, ontstaan er bizarre situaties. „Het is alsof je bij de slager een kilo gehakt, een kilo kip en een kilo biefstuk koopt en dan drie kilo biefstuk moet afrekenen”, zoals een Spaanse energiedeskundigde het uitlegde. Leuk voor de slager, maar niet voor de klant.
Financiële dreun
En zo liet Iberdrola tussen maart en augustus meer dan duizend kubieke hectometer (1 kubieke hectometer is 1 miljard liter) water uit het stuwmeer van Ricobayo door zijn turbines wegvloeien. De helft daarvan in de maanden juni en juli, toen de stroomprijzen record op record braken. De groothandelsprijzen in Spanje liepen op tot de hoogste van Europa. „Toen de stroomprijs omhoog schoot, begon het water met bijna een meter per dag te zakken”, zegt Ismael Rodíguez. Intussen is het waterpeil in Ricobayo 40 meter gedaald. In maart zat het stuwmeer met 1200 kubieke hectometer op 100 procent van zijn capaciteit. Nu is daar nog 130 kubieke hectometer (11 procent) van over. Door droogte komt het niet.
Nooit eerder stond het water zo laag in de zomer, verzekert burgemeester Lidia Pechero (49) van Palacios del Pan. „Wij hebben maar 200 permanente inwoners”, zegt ze. „De bevolking loopt terug en vergrijst, net als in de rest van de provincie Zamora. Wij doen ons best om mensen aan te trekken, en dan laten zij ons in de zomer zonder water zitten. Rond het stuwmeer zijn allerlei activiteiten ontstaan, zoals de verhuur van kajaks, waterfietsen en andere watersportbedrijfjes. Die trekken mensen vanuit de wijde omtrek aan, net als de sportvisserij. Zonder water blijven al die mensen weg, waardoor ook de plattelandshotels geen klanten meer hebben.”
Voor de dorpen aan het stuwmeer van Ricobayo betekent dat een financiële dreun. Maar niet alleen de dienstensector lijdt onder het optreden van Iberdrola. De agrarische bedrijfstak ondervindt ook grote problemen. „We hebben hier veel extensieve veeteelt”, zegt burgemeester Pechero. „Herders die met hun schapen naar het stuwmeer gaan om de kudde te laten eten en drinken. Dat kan nu niet meer. Kinderen kunnen er niet meer in zwemmen. Het is een verstoring van het leven in onze dorpen. De mensen zijn boos. Ze vragen zich af: hoe kan dit gebeuren?”
Voor het gemak geeft de burgemeester zelf het antwoord: „Het is heel simpel. Ze openen een stop en laten het water lopen. Het kost ze niks en ze verdienen sloten geld. En ze laten ons zonder water zitten. Voor hen is water alleen maar handel. Maar voor ons is het leven, een eerste levensbehoefte. Je kunt niet zomaar het water afnemen van de mensen, de landbouwers, de veehouders, de dieren en de vissen. Iberdrola zegt: „Wij vullen onze zakken en de rest interesseert ons niet. En dat het ecosysteem eronder lijdt, maakt ons niet uit.” Dat is triest. Het is tijd dat wij onze stem verheffen.”
Aandacht
De dorpen langs het meer hebben zich intussen verenigd. Overal kun je er spandoeken tegenkomen met de tekst ”Iberdrola seca la provincia”, Iberdrola droogt de provincie uit. Javier Aguado (64) is burgemeester van San Cebrián de Castro en woordvoerder van de negentien getroffen gemeentes. „We hebben een brief gestuurd aan de Europese Commissie”, zegt hij. Het antwoord kwam snel. „Vicepresident Frans Timmermans schreef dat hij onze ongerustheid deelt en dat de commissie de zaak zal onderzoeken.” Dat gaf hoop.
De burgemeesters spraken hun ongenoegen ook uit in een brief aan Iberdrola. Maar die bleef onbeantwoord. De multinational vindt dat het bedrijf niets verweten kan worden omdat het zich aan de concessievoorwaarden zou houden. Het water mag wettelijk niet onder het peil van 644 meter boven de zeespiegel zakken. Dat is precies het niveau waarop het stuwmeer nu al maanden staat.
Het is een argument dat Aguado niet kan overtuigen. „Dit is een brute aanslag op het milieu”, zegt hij wijzend op het smalle stroompje van de rivier Esla, diep onder de hoge pijlers van de brug waar we naast staan. „De oorspronkelijke concessie stamt uit 1935 en liep tot 2010. In 1993 werd die verlengd tot 2040. Op dat moment golden hele andere milieunormen dan nu. Er bestond nog geen Europese Green Deal, geen Agenda 2030 en geen Akkoord van Parijs. Waar zijn al deze milieuafspraken voor Iberdrola, met hun mooie woorden over schone en hernieuwbare energie? Ze hebben zich hier niet laten zien.”
Burgemeester Aguado en zijn collega’s zijn erin geslaagd aandacht in binnen- en buitenland te trekken voor hun zaak. Ze willen dat het stuwmeer in de zomer op ten minste 70 procent van zijn capaciteit blijft. Ondanks meelevende woorden van de linkse regering in Madrid is het voorlopig nog wachten op concrete maatregelen. „Het is niet redelijk dat de stuwmeren in 2021 op dezelfde manier beheerd worden als tijdens de Francodictatuur”, zegt minister Teresa Ribera van Milieu. Maar ze sluit uit dat het kabinet aan de lucratieve concessies van de elektriciteitsmaatschappijen zal tornen.
Woorden
Ricobayo is het meest extreme geval, maar niet het enige. Ook in andere grote stuwmeren, zoals dat van Valdecañas in Extremadura en As Pontes in Galicië, is het water naar een extreem laag peil gedaald. Ook hier heeft Iberdrola het exploitatierecht, net als in de zes grootste hydro-elektrische centrales van Spanje (gezamenlijk vermogen: 4700 megawatt). In 2020 boekte de multinational uit Bilbao een nettowinst van 3,6 miljard euro.
„Alle politieke partijen zeggen dat ze ons steunen”, zegt burgemeester Javier Aguado. „Als dat echt zo is, kunnen ze het probleem oplossen via wetgeving. Of zijn de stroombedrijven soms machtiger dan de regering?”
Voor collega-burgemeester Lidia Pechero van Palacios del Pan is het een uitgemaakte zaak. „De elektriciteitsbedrijven zijn de baas”, zegt ze met een verwijzing naar het intensieve draaideurverkeer tussen Spaanse regeringskringen en energiegiganten. Van de Spaanse regering verwacht ze weinig. „We zullen dus moeten blijven knokken. Uiteindelijk denk ik dat de EU wél zal ingrijpen. Misschien leggen ze een boete op. Die zal Iberdrola dan fluitend betalen, want ze hebben veel geld. Maar ik heb in elk geval de hoop dat er voor de toekomstige generaties iets gaat veranderen.”