Opinie

Column (Enny de Bruijn): Weggooien of bewaren, dat is de kwestie

Wij in onze familie kunnen de dingen niet goed weggooien. Daar loop ik tegenaan, nu ik binnenkort ga verhuizen. Eigenlijk wil ik het allebei: een opgeruimd huis, maar ook een huis vol dingen-met-een-verhaal.

Enny de Bruijn
11 September 2021 13:44
Het herinneringsmuseum van Stichting Humanitas is bedoeld om het geheugen van dementerende bejaarden te stimuleren. beeld RD, Henk Visscher
Het herinneringsmuseum van Stichting Humanitas is bedoeld om het geheugen van dementerende bejaarden te stimuleren. beeld RD, Henk Visscher
17479921.JPG
Enny de Bruijn. beeld RD
Ik ontdek van alles bij het opruimen en inpakken. Een oud portemonneetje met guldens, kwartjes, dubbeltjes en munten uit allerlei Europese landen. Schoolschriftjes van mijn vader, brieven van mijn oma. Een doosje kralen met een half afgemaakt kettinkje. De jurk van mijn promotie. Mijn eerste RD-artikelen op nu vergeeld krantenpapier. Een bakvorm voor muffins die ik nooit gebruikt heb en waarschijnlijk ook nooit zal gebruiken. Oude bloempotten en vazen. Sleutels waarvan ik niet eens meer weet op welke deur ze ooit pasten.

Gelukkig bestaan er kringloopwinkels en rommelmarkten. Dat maakt het makkelijker om afstand te doen van al die overbodige borden en schaaltjes, kleren en boeken. Maar een oude bank en een oud bureautje kwijtraken, dat is een ander verhaal. Alle kringloopwinkels in de buurt zitten vol en nemen even geen omvangrijke meubelstukken aan. Dat maakt iets zichtbaar van een groter probleem: wij, westerse mensen, zijn omringd door veel te veel dingen. We produceren te veel, we kopen te veel, we komen vervolgens om in de spullen en we danken dus ook weer te veel af.


Geen wonder dat de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo zo’n enorm succes is, de laatste jaren. Haar adviesbureau is mateloos populair, haar boek ”Opgeruimd” werd een wereldwijde bestseller, en als gevolg daarvan kreeg ze haar eigen serie op Netflix. Voor die serie gaat ze langs bij allerlei wanhopige mensen in huizen die tot de nok vol rommel lijken te zitten, ze geeft ze streng doch liefdevol advies en laat ze vervolgens hun eigen troep opruimen. En als ze weer weggaat, is iedereen gelukkig. Elke aflevering weer.

Haar basisregel: je moet de dingen óf wegdoen, óf een duidelijke plek geven in je huis. Daartoe moet je elk ding bewust vastpakken, waarbij je jezelf dan de vraag stelt: Word ik hier blij van? Is het antwoord ”nee”, dan doe je het weg, terwijl je het bedankt voor de trouwe dienst die het in je leven gedaan heeft – eerlijk gezegd, bij dat ”bedanken” wordt Kondo’s door het boeddhisme gekleurde filosofie me een beetje te zweverig. Maar het idee is helder. Kondo helpt mensen om duidelijke keuzes te maken en leert ze om elk ding de juiste plek te geven. Materialisme maakt ongelukkig, tevreden zijn met weinig is een kunst en een opgeruimd huis geeft rust. Menigeen heeft in onze tijd die boodschap nodig.

Zondagsschool

Toch wordt ook weer niet iedereen blij van zo weinig mogelijk spullen. De echte verzamelaars onder ons weten wat het is om te genieten van kasten en laden vol dingen die niemand anders hebben wil. Of het nu schelpen zijn of postzegels, oude ansichtkaarten of poppen of suikerzakjes of militaire voorwerpen. Verzamelde dingen hebben samen altijd een verhaal te vertellen. Eén oud boek is mooi, maar een kast vol oude boeken, met liefde bijeengebracht, zegt zoveel meer.

17479920.JPG
Het herinneringsmuseum van Stichting Humanitas is bedoeld om het geheugen van dementerende bejaarden te stimuleren. beeld RD, Henk Visscher
Ik weet dat, want ik heb zo’n kast op de zolder staan, vol met oude kinderboeken. Elk op zichzelf zijn ze niet veel waard. Sommige ervan zijn zelfs voor de kringloopwinkel niet goed genoeg meer, denk ik. Maar de hele verzameling, voor een deel door mijn overgrootvader aangelegd, voor een deel door mijn vader, opent voor mij de deur naar een wereld die ik niet vergeten wil. De wereld van mijn eigen jeugd, maar ook de wereld van de generaties die aan mij voorafgegaan zijn.

Een hele plank bestaat uit dunne 19e-eeuwse zondagsschoolboekjes met rode ruggetjes. De goedkoopste boekjes die je maar krijgen kon, ook destijds. Geschreven door auteurs aan wie niemand nog enige herinnering bewaart: P. Brouwer, A. van der Flier, H. van Dorp, Betsy, Hermanna en vele, vele anderen. Spannend zijn die verhalen niet altijd, supergoed geschreven ook niet. Anders waren de auteurs vast bekender gebleven. Maar de geur van die boekjes, de rode ruggetjes, de letters, de plaatjes – ze roepen een wereld op die niet meer bestaat. Dat is de kracht van dingen: ze houden de herinnering soms beter vast dan mensen.

Neem het onooglijke boekje ”Thirza, of de aantrekkingskracht van het kruis”, zonder enige auteursnaam op de omslag. Aan de binnenkant heeft mijn overgrootvader zijn naam en adres geschreven: M. de Bruijn Wzn, Herwijnen, A59. Als ik die schuin overhellende letters zie, bedenk ik hoe deze verre opa rond 1900, toen hij nog jong was, in zijn dorp de gereformeerde zondagsschool hielp oprichten die hij tientallen jaren leidde. De kinderen van die zondagsschool kregen met Kerst wellicht een sinaasappel en chocolademelk, en in elk geval een boekje. Mijn overgrootvader heeft die boekjes met zorg uitgezocht en besteld, getuige alle titels die hij eraan overgehouden heeft. Dat gebeurt er dus wanneer je zo’n boekje vastpakt: er gaat een deur open naar een tijd die je vreemd is, een tijd die je anders misschien snel vergeten zou zijn.

Onlangs verscheen er een mooi boek over de omgang van mensen met de dingen waardoor ze omringd zijn, geschreven door journalist en socioloog Warna Oosterbaan: ”Het leven van dingen” (uitg. Atlas Contact). Dat boek gaat niet alleen over alle kwesties rond opruimen en bewaren, maar ook over dingen kwijt zijn, dingen maken, dingen repareren, mooie en lelijke dingen, dingen die zichzelf en andere dingen aansturen, dingen die onze identiteit bepalen, dingen die ons een vergeten wereld binnentrekken. Voor wie graag een beetje over de dingen filosofeert is het boek van Oosterbaan even boeiend als verrassend.

Als je erover leest, besef je hoe belangrijk dingen kunnen zijn – soms té belangrijk zelfs, als ze voorwerp van hebzucht worden en het hele leven overnemen. De mens leeft niet bij brood alleen, zegt de Bijbel. Maar het omgekeerde is ook waar: we kunnen als mensen niet leven van ideeën alleen. Ziel en lichaam horen in het mens-zijn bij elkaar. Zonder geestelijke dimensie kan het leven niet, zonder materie evenmin. En soms herinnert juist de materie ons aan die geestelijke dimensie van het bestaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer