Hij is vooral bekend als beiaardier. Maar Boudewijn Zwart beweegt zich steeds meer ook op het terrein van het orgel. Nu komt hij met een compleet koraalboek voor de kerkorganist, dat hij zaterdag in Dordrecht presenteert. Aanleiding voor de uitgave: zijn dochter kan geen pedaal spelen.
Boudewijn Zwart reist het hele land door om op allerlei torens het carillon tot klinken te brengen. Waar andere musici de achterliggende periode vanwege corona weinig konden uitrichten, hadden beiaardiers het juist razend druk. „Mensen werkten thuis en hoorden soms voor het eerst het carillon van hun stad. Dat leverde heel wat verzoeken op. Voor de beiaard was corona een goede tijd.”
Dat de 58-jarige musicus uit Nijkerkerveen op de torens ook graag de psalmen speelt, is bekend. „Een heel oude traditie. Vanaf de Reformatietijd moesten stadsbeiaardiers de psalmen laten klinken, om de mensen vertrouwd te maken met de nieuwe melodieën. Hier in Nijkerk is zelfs vastgelegd dat de automaat op elk heel uur een psalm moet laten horen. Een belofte aan de boeren die destijds hielpen de klokken naar boven te hijsen.” Zelf krijgt Zwart vaak reacties als hij een psalm speelt: „„Die melodie zong mijn moeder altijd; leuk om weer eens te horen”, zeggen ze dan.”
Driestemmig
Intussen is Zwart al jaren actief als kerkorganist in zijn eigen gemeente, de gereformeerde kerk van het Groningse Grootegast. De gemeente kerkt in de Torenkerk van Lutjegast, waar ze zingt bij een klein, eenklaviers orgel van Van Oeckelen.
Al zo’n acht jaar geleden moest de oudste dochter van Zwart, Lydia, weleens invallen als organist in de kerk. Zij is zelf ook beiaardier. Maar als kerkorganist had ze een probleem: ze kan geen pedaal spelen. Zwart: „Beiaardspelen, ook met je voeten, is een heel andere techniek dan orgelspelen. Lydia heeft ook pianoles gehad, dus met haar handen op het orgelklavier lukt wel. Maar pedaalspelen kan ze niet.”
Punt is dat alle huidige koraalboeken uitgaan van pedaal. „De oudere, zoals van Worp, niet. Maar moest ik Lydia dan Worp geven? De zettingen in dat koraalboek zijn netjes, hoor, maar de voorspelletjes vind ik een beetje saai. Je hoort soms amper over welke psalm ze gaan, zo algemeen zijn ze vaak.”
En dus ging Zwart zelf muziek schrijven voor zijn dochter: voorspelen, zettingen en korte naspelen die zijn uit te voeren met alleen beide handen. Hij koos ervoor om uit te gaan van driestemmige, in plaats van de gebruikelijke vierstemmige muziek. „Beperkend? Dat zou je denken. Deze muziek is juist heel polyfoon, omdat de baslijn en de altpartij allebei een eigen melodie hebben. Je zou ze zo kunnen zingen.” En iel klinkt het niet, zegt Zwart. „Tot mijn verrassing blijkt driestemmigheid bij de samenzang een prima optie.”
Het leuke, zegt Zwart, is dat hij destijds zelf zo bij zijn vader, Jaap Zwart sr., heeft leren harmoniseren. „Hij gaf me dan de melodie van een psalm en noemde er een bastoon bij. Ik moest dan de middenstemmen erbij verzinnen. Per akkoord ging dat, heel langzaam. Maar zo leerde je harmoniseren.”
Opa Jan Zwart
Gaandeweg schreef Zwart de achterliggende jaren voor zijn dochter muziek bij alle 150 psalmen. Toen kwam het plan een uitgave te maken. Naast de driestemmige muziek –waarbij hij overigens wel suggesties voor pedaalgebruik geeft– biedt Zwart ook nog een aantal moeilijker bewerkingen. „Ik maakte een aantal jaar geleden een piano-cd waarop ik psalmen speel. Daar kreeg ik heel positieve reacties op. Ik heb daarom de bewerkingen van die cd ook in het boek opgenomen, voor de gevorderde amateur.”
Het leuke vindt Zwart dat hij met zijn uitgave aansluit bij de oudere koraalboeken, zoals die van Worp, waarmee een speler ook op harmonium, piano of klavecimbel uit de voeten kon. En ook Zwarts eigen opa, de bekende Jan Zwart, schreef veel muziek die in de huiskamer met harmonium was uit te voeren.
Wat biedt het nieuwe boek qua stijl? „Je vindt verschillende stijlen, van barok en klassiek tot gematigd modern. Dat laatste doe ik zodanig dat de eenvoudige kerkganger zich er niet aan stoort. Maar het boek is overwegend romantisch van aard. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan…” Is het Hollandse koraalkunst? „Van die benaming ben ik niet zo’n fan. Wat wordt ermee bedoeld? De muziek van Feike Asma en mijn oom Willem Hendrik? Ik maak zeker weleens gebruik van de zogenoemde gealtereerde akkoorden die zij vaak toepasten. Als je dat met mate doet, kan het functioneel zijn. Maar ik voel me toch meer verwant met de oudere koraalkunst, van mensen als Cornelis de Wolf en mijn grootvader Jan Zwart.”
Boudewijn Zwart presenteert zaterdagmiddag 4 september in Dordrecht zijn koraalboek (uitgave in eigen beheer; 516 blz.; € 49,95). Eerst speelt hij om 14.30 uur psalmen op de beiaard, vervolgens geeft hij om 15.30 uur een bespeling op het Kamorgel van de Grote Kerk. Meer informatie: grotekerkdordrecht.com