Binnenland

Promotie-onderzoek: Scholekster negeert straaljagers

Een rondcirkelend militair transportvliegtuig boven Vlieland is een angstige ervaring voor wadvogels, maar op een laag overvliegend jachtvliegtuig reageren ze nauwelijks, zo concludeert onderzoeker Henk-Jan van der Kolk uit Bennekom. Woensdag 23 juni promoveerde hij op een onderzoek naar scholeksters.

Kees van Reenen
23 June 2021 21:15
Gekleurringde, gezenderde scholekster en ‘gewone’ soortgenoot. beeld Henk-Jan van der Kolk
Gekleurringde, gezenderde scholekster en ‘gewone’ soortgenoot. beeld Henk-Jan van der Kolk

De grijze lucht hangt laag boven het weidse groene land van de Nijkerker polder Arkemheen. Een zachte regen daalt neer op de weiden en rietkragen waarin vogels op dit vroege uur al uitbundig fluiten en roepen. Rietzangers zingen, zwaluwen zwermen over de Zeedijk en kieviten, grutto’s en scholeksters baltsen boven de weilanden.

Die laatste zijn duidelijk in de minderheid hier. Nu is dit beroemde weidevogelgebied misschien niet de topplek voor de scholekster, maar feit is dat deze vogel sinds de jaren negentig achteruit gaat in ons land, van rond de 100.000 broedparen in de toptijd tot zo’n 40.000 nu. Reden voor Centre for Aviation Population Studies, Sovon Vogelonderzoek, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) en de Radboud Universiteit om de handen ineen te slaan voor een breed onderzoek naar de oorzaken, zowel op broedplekken als in de overwinteringsgebieden. Het project luistert naar de naam Chirp (Cumulative Human Impact on biRd Populations) en zal tegen het einde van dit jaar worden afgerond.

In dienst van het NIOO deed Henk-Jan van der Kolk binnen dit project vier jaar lang onderzoek naar de invloed van verstoring van militaire vliegtuigen op de scholeksters op het oefenterrein op de Vliehors, het westelijke deel van Vlieland. „Daar zijn in de winter grote aantallen scholeksters te vinden tijdens hoogwater. Het onderwerp sprak me aan, omdat er nog weinig onderzoek gedaan is naar verstoring van overwinterende scholeksters. Bovendien weten we heel weinig over de invloed van vliegtuigen, terwijl die overal in de Waddenzee voor verstoring kunnen zorgen.”

Zender

Dat betekende vier winters lang kou lijden; in de winter op het wad vogels observeren, ga er maar aan staan. Een belangrijk deel van het onderzoek bestond uit het vangen van scholeksters. „Dat gebeurde ’s nachts met mistnetten, waar de vogels in vlogen. Met een grote groep onderzoekers haalden we ze er dan uit en werkten ze zo snel mogelijk af, zodat ze binnen een paar uur weer losgelaten konden worden.” Iedere vogel ging van hand tot hand, waarbij de ene onderzoeker de vogel woog en opmat, een volgende ringen aan de poten en soms ook een zender op de rug bevestigde, en weer een ander –vaak Van der Kolk zelf– de vogel bloed afnam voor gezondheidsonderzoek

„Vooral de gezenderde vogels konden we heel precies volgen. Zo kwamen we erachter dat ze verschillen in efficiëntie. Sommige vogels hebben aan drieënhalf uur voedsel zoeken per etmaal genoeg, andere hebben vijf tot zes uur nodig. De verwachting is dat inefficiënte vogels eerder het loodje zullen leggen bij voedselgebrek of verstoring door bijvoorbeeld wandelaars, of militaire vliegtuigen.” Dat is nog niet hard te maken, maar de reactie van de vogels op vliegmachines was opmerkelijk.

„Op de Vliehors komen bijna dagelijks straaljagers over”, vervolgt Van der Kolk zijn verhaal. „Vanaf het duin konden we zien wat er op zo’n moment gebeurde onder de vogels. Kanoeten en rosse grutto’s gingen in veel gevallen op de wieken, maar scholeksters zelden, vermoedelijk alleen als ze toch al van plan waren binnenkort te verkassen, bijvoorbeeld omdat door de eb de mosselbanken weer in zich kwamen. We zagen hetzelfde gebeuren als bij een overvliegende slechtvalk: scholeksters zijn bijna twee keer zo zwaar als rosse grutto’s en worden slechts zelden gepakt door de slechtvalk; ze vliegen pas op als de rover dwars door een groep vliegt.”

Ook op de regelmatig overvliegende propellervliegtuigen reageerden de scholeksters nauwelijks. Minder vaak kwam er een helikopter over, en die had beduidend meer effect. Maar ronduit beangstigend bleek voor alle vogels een rondcirkelend transportvliegtuig, waarmee geoefend werd met droppings of het afwerpen van bommen. „Dat gebeurt zo’n twee keer per jaar, en het maakt dat de vogels zelfs naar een ander eiland vluchten, bijvoorbeeld Texel of Griend. Dat kost energie.”

Steltlopers

Op de totale populatie van scholeksters lijkt verstoring door vliegtuigen geen groot effect te hebben. Anders dan in de tijd van de mechanische kokkelvisserij –verboden in 2005– overleven de meeste scholeksters (en andere wadvogels) de winter en zit de grootste bedreiging in de broedgebieden. Toch levert het onderzoek van Van der Kolk een relevante bijdrage aan de kennis over de scholekster. Hij besluit: „Voor de toekomst is het belangrijk dat soortgelijk onderzoek ook wordt gedaan voor kleinere steltlopers, zodat we de luchtmacht ook voor die soorten van goed advies kunnen voorzien.”

Zijn proefschrift ”Stay or fly away? Impact of human disturbance on shorebird individuals and populations” is in januari al goedgekeurd. De verdediging kon woensdag online worden gevolgd via een livestream.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer