Langs de Linge
In het stroomgebied van de Linge kun je zomaar een ijsvogel tegenkomen. Of een beverspoor. De steeds zeldzamer wordende koekoek woont er ook. Hij laat zich niet zomaar zien. Wel horen.
Vanuit het oude vestingstadje Heukelum liggen de wandelingen voor het oprapen. Wij kiezen voor de gele route, die bijna tot aan Asperen gaat en vanaf daar terugleidt naar de Linge. De 8 kilometers die er op internet aan worden gehangen, blijken er uiteindelijk ruim 11 te zijn. Goed dat we het niet wisten, dan waren we er niet eens aan begonnen. Nu blijkt gelukkig dat ook een zevenjarige dat prima aankan.
We kiezen ervoor om de route met de wijzers van de klok mee te lopen. Verstandig, blijkt al gauw, want het eerste stuk is niet het meest wervelend en loopt grotendeels over een fietspad vlak naast de weg. Liever meteen dan straks wanneer iedereen moe is. Bij Asperen duiken we echt de polder in en dan blijkt ook dat de laarzen die we aanhebben niets te maken hebben met overdreven bezorgdheid. We passeren een avontuurlijk stukje modderbos met smalle bruggetjes, boomstammen over het pad en weerbarstige boomwortels. Aan de voet van de dijk richting Spijk komen we in rustiger vaarwater. De smalle strook gemaaid gras bevordert de toegankelijkheid en geeft je het idee op de goede weg te zijn. Weer een stukje bos, waar reeën schijnen te zitten. Ineens horen we de koekoek. Dat is echt zo’n vogelroep die je uit duizenden herkent, al heb je hem nooit gehoord. Vanuit het bos staan we ineens in de berm van de N848. Dat is meteen het grootste minpunt van de route, want die moeten we oversteken. Een waarschuwingsbord was op zijn plaats geweest. Zeker met kinderen, die nogal de neiging hebben vooruit te rennen. We geven elkaar een hand en als in de verste verte geen auto te bekennen is, wagen we het erop.
Aan de overkant wacht een paar kilometer Tiendweg, een nauwelijks gebruikte polderweg met een weelderige berm. Letterlijk en figuurlijk staan we even stil bij het gedenkbord van de Nieuw-Zeelandse vliegenier die hier in januari 1945 is omgekomen. Vragen genoeg vanaf de kant van de kinderen. Antwoorden zijn minder makkelijk te geven.
Prachtig polderlandschap leidt weer terug naar de Linge. Met zijn vele S-bochten is het de langste rivier van Nederland, maar dat weten maar weinig mensen. Tot slot duiken we de Koornwaard in. In dit prachtige uiterwaardengebied leven bevers en ijsvogels en bloeien in juni en juli de rietorchis en de wespenorchis. Wij moeten het zonder deze dieren en planten doen, maar het trekpontje dat het tientallen meters brede stroomgat tussen de zandwinplas en de Linge overbrugt, maakt veel goed. Piepend en knarsend trekken we onszelf het water over. Alleen dit is al reden genoeg om nog eens terug te gaan.
>__routeyou.com