Geef boer perspectief met integrale regelgeving
Boeren willen werken aan het oplossen van het stikstofprobleem. Maar laat allerlei wetgeving de boer zijn werkvreugde niet ontnemen. Integreer het beleid in een systeem dat de boer verantwoordelijkheid én speelruimte geeft.
Als je mijn werk en passie in één beeld wil samenvatten, dan is dit het wel: tevreden vretende, drachtige koeien, terwijl het buiten koud is en regent. Hier ben ik het hele jaar mee bezig: opfok van vee, zorgen dat ze gezond blijven en drachtig worden, en zorgen dat er een grote hoeveelheid voer van de juiste kwaliteit en samenstelling beschikbaar is. Als dat allemaal goed lukt, leidt dat uiteindelijk tot veel melk in de tank en gezonde slachtkoeien en kalveren om de rekeningen van te betalen.
In dit hele proces, van land naar voer, en via de koe naar melk en mest, speelt stikstof een grote rol. Of eigenlijk eiwit. Elk grassprietje, en elke koe, kalf en liter melk bevat eiwit. Dat bestaat voor 16 procent uit stikstof. De koe is als herkauwer in staat om van lage kwaliteit eiwit, uit bijvoorbeeld gras, microbieel eiwit in de pens te maken waar ze via de darm hoge kwaliteit melk van maakt. We proberen elke dag ieder dier te voeren met de juiste verhouding in energie en eiwit. Koeien die veel melk produceren, krijgen zo smakelijk mogelijk, gemakkelijk verteerbaar voer met veel energie en een behoorlijk hoog eiwitgehalte, tot op aminozuurniveau geoptimaliseerd. Als de melkgift van de koe afneemt, mag de snelheid van het rantsoen wat omlaag en krijgen ze minder krachtvoer te vreten, maar nog steeds een hoogwaardig rantsoen met een nauwkeurig gemanaged eiwitgehalte.
Krachtvoer
Via individuele en automatische krachtvoerverstrekking kunnen we dit nauwkeurig dóen en via melkonderzoek kunnen we dit ook nauwkeurig ópvolgen. Elke zes weken bepalen we naast de melkproductie het vetgehalte, het eiwitgehalte en het ureumgehalte in de melk van elke koe. Dit ureumgehalte is een goede indicator voor de beschikbaarheid van eiwit in de pens van de koe in verhouding tot de beschikbaarheid van energie. De verhouding gras/snijmais is voor mij een gemakkelijk middel om hierop te sturen, snijmais is als smakelijk, energierijk en zeer eiwitarm voer ideaal om de stikstofbenutting te optimaliseren.
Ik wil benadrukken dat ik, net als veel van mijn collega’s, graag wil werken aan het verminderen van verliezen van stikstof aan onze leefomgeving. Dat dóen we ook al decennia en we gaan er ondanks politiek simplisme vanaf de zijlijn ook gewoon mee door. Ik mag afgerekend worden op verliezen, maar wel binnen mijn macht en mogelijkheden. Een goede gewasgroei, een vruchtbare bodem en gezonde en productieve dieren vormen, samen met de mogelijkheid om de rekeningen te betalen uit de opbrengsten van het bedrijf, keiharde randvoorwaarden.
Losse onderdelen
Tegelijk loopt een boer vandaag volop tegen problemen aan. Beleid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is tot op de dag van vandaag gericht op losse onderdelen: grondwater, ammoniak of fosfaatproductie. Voor al deze aspecten is er afzonderlijk beleid. Integraliteit ontbreekt volledig. Om bijvoorbeeld aan de EU-nitraatrichtlijn voor grondwater te voldoen, wordt het verbouwen van snijmais beperkt. Snijmais neemt alleen in de zomer voedingsstoffen op, waardoor er in de winter kans is op uitspoeling van nitraat. Het gevolg daarvan is wel dat de koeien in ons land minder mais en meer gras te eten krijgen. Daardoor is de gemiddelde stikstofuitstoot van koeien juist gestegen en dreigen we het EU-stikstofplafond te overschrijden.
Gelukkig gaan er nu weer geluiden op voor de invoering van een beter systeem: De Afrekenbare Stoffen Balans. Dit is hard nodig. De doelstellingen voor klimaat, bodemvruchtbaarheid, grondwater en luchtkwaliteit moeten geïntrigeerd worden om mij gemotiveerd te houden. Kringlooplandbouw in de melkveehouderij kan pas vorm krijgen als er bureaucratische belemmeringen worden weggenomen. Zo ontstaat er ruimte in het bouwplan voor variatie in gewassen en het gebruik van dierlijke mest in plaats van kunstmest. Regelgeving waarin bepaald wordt op welke dagen ik mag zaaien, oogsten of bemesten, gaat overboord. Netjes, efficiënt en zuinig boeren wordt beloond en ik ben zelf verantwoordelijk voor hóe ik aan realistische doelstellingen voldoe.
Ik hoop dat het nieuwe systeem ingevoerd wordt, maar ben er niet gerust op. Juridische argumenten hebben de laatste vier jaar elke keer gewonnen van praktische argumenten en ik zie nog geen begin van een kentering bij LNV.
Midden in samenleving
Vergunningen, regels en berekeningen van stikstofdepositie kunnen nooit een doel zijn voor een boer en zouden dat ook niet moeten zijn voor een samenleving en haar overheid. Dat het vol te houden is voor een veehouder, de emissie van een bedrijf en een goede staat van onze natuur: daar zouden de discussie en het beleid over moeten gaan, en daaraan wil ik werken. Eten blijven we toch, en wat mij betreft horen daar ook zuivel, vlees en eieren bij, op een moderne manier geproduceerd, dicht bij de natuur en vooral midden in de samenleving.
De auteur is melkveehouder. Dit artikel is een samenvatting van een lezing die hij dinsdag uitsprak op een webinar ter gelegenheid van het afscheid van prof. dr. Leen Hordijk als voorzitter van de Raad van Toezicht van de Theologische Universiteit Kampen.