Opinie

Column (Enny de Bruijn): De ene helft van het land coacht en managet de andere

De helft van mijn omgeving bestaat tegenwoordig uit managers, coördinatoren, coaches en adviseurs. Eerzame beroepen – maar wat dóén al die mensen precies? En zijn er niet veel te veel van?

Enny de Bruijn
19 February 2021 18:14Leestijd 5 minuten
beeld Getty Images
beeld Getty Images

Ik weet niet goed hoe oud ik was, misschien een jaar of negen, tien. Ik wilde iets gaan doen met mijn zusje en een paar vriendinnetjes, maar ik wist niet goed wat. Misschien konden we spelen dat we op school zaten, en dat ik dan de juffrouw was, en dat ze allemaal een opstel moesten schrijven. Of sommen maken. Of misschien konden we naar buiten gaan en een gymles doen. Of doen wie er de meeste wilde bloemen kende. Of hoorde dat niet bij school?

Mijn moeder hoorde het allemaal geduldig aan, want ze wist dat ik nu eenmaal lang niet zo praktisch was als zij. Maar op een gegeven moment was ze er toch klaar mee. „Nou kun je nog uren gaan bedenken wat je allemaal gaat doen”, zei ze, „en hoe je het beste kunt gaan spelen, maar je hebt niks aan al dat bedenken en praten, ga het nou maar gewoon dóén.”

Die uitspraak ben ik nooit vergeten. Omdat er toen ineens een inzicht doorbrak, voor het eerst. Ik besefte dat mijn moeder het grootste gelijk van de wereld had. Dat je niks had aan mooie plannen en vage ideeën, als ze niet daadwerkelijk, concreet, praktisch uitgevoerd werden.

Daarom hoor ik nog steeds, als ik met collega’s aan het brainstormen ben, of als ik denk aan alle dingen die ik nog graag eens zou willen maken of doen, soms in gedachten mijn moeder: „Kies nou maar gewoon iets uit en ga het dan ook echt dóén”.

Die herinnering komt de laatste tijd veelvuldig bij mij boven. Omdat ik tegenwoordig de helft van de tijd niet snap wat mensen precies dóén als ze ”floor manager daily operations” zijn, of ”communication facilitator”, of ”senior content marketing manager”.

Onlangs keek ik uit pure nieuwsgierigheid eens op de website van de Belastingdienst, waar ze honderden nieuwe collega’s zoeken. Het was alsof ik verdwaald was op een andere planeet, waar ik de taal niet kon verstaan en geen idee had van wat er bedoeld werd. En dat kwam echt niet alleen doordat ik niet goed thuis ben in de financiële en juridische wereld en de vaktermen niet ken.

Zomaar een bloemlezing uit de openstaande vacatures: business architect gegevens, senior ketentestcoördinator, data scientist, business analist, adviseur informatiehuishouding, coördinerend specialistisch adviseur formeel recht, procesdeskundige klantgegevens, portfoliomanager keten interactie, scrum master.

Geen idee wat al die mensen doen, dacht ik, maar laat ik eens kijken wat er voor functiebeschrijving achter zo’n term zit. Ik klikte op de senior ketentestcoördinator. „In jouw rol van senior ketentestcoördinator ben je verantwoordelijk voor het beoordelen van de kwaliteit van complete IV-solutions.” „Gezamenlijk werk je toe naar een succesvolle solutiontest. Zo verbind je de ontwikkelteams binnen de agile release trains van de afdeling STS/gegevens aan beheerders en gebruikers, collega’s van andere IV-domeinen en ketenpartners in binnen- en buitenland”.

Als ik zoiets lees, denk ik ineens te snappen waarom er vier blauwe enveloppen tegelijk op de mat liggen als je –om maar wat te noemen– een andere auto aanschaft en er één dingetje in de wegenbelasting veranderd moet worden. Daar zouden zomaar vier verschillende managers achter kunnen zitten, die onafhankelijk van elkaar de hele tijd geautomatiseerde brieven in het systeem aan het stoppen zijn.

Maar het is niet alleen de Belastingdienst, natuurlijk. Dat is maar een voorbeeld. De content marketing manager, de business intelligence specialist en de senior consultant hebben zich overal genesteld: op de ministeries, in de ziekenhuizen, op de scholen, in het bedrijfsleven.

Ik weet echt wel dat er in elke organisatie mensen nodig zijn die de boel coördineren, die het proces bewaken en het beleid uitzetten. Dat is nuttig en belangrijk werk, daar wil ik niets aan afdoen, los van de vage en interessantdoenerige Engelse etiketten die er soms op geplakt worden. Maar zijn er niet veel te veel van deze functionarissen? Soms denk je: de ene helft van het land coacht en managet en adviseert de andere, en verdient daar dik geld mee – dat kan toch niet helemaal gezond zijn.

Het doet me denken aan dat Klikbeet-filmpje Stafvergadering bij hoveniersbedrijf Meeuwissen – zoekt u dat vooral eens op. Iedereen die in dat filmpje aan de vergadertafel zit acht zichzelf ontzettend onmisbaar in de communicatie, het plannen maken, het toezicht houden, de sfeer goed houden, het delegeren. Dus als er dan iemand ontslagen moet worden, is er maar één optie: een van de twee mannen die het echte hovenierswerk met spa en hark en schoffel doen. Het zijn nu eenmaal de managers die daarover beslissen, en die zullen nooit zichzelf ontslaan.

Zo krijg je dus bedrijven met een enorm waterhoofd. Bedrijven waar de bureaucratie uitdijt, waar voortdurend externe bureaus worden ingehuurd die voor duizenden euro’s een paar mooie grafiekjes laten zien – omhelsd door beleidsmakers die zelf soms niet goed weten welke kant het op moet. Bedrijven waar menigeen het gevoel heeft dat het werk gedaan is als je maar een mooie PowerPointpresentatie hebt gemaakt – terwijl in feite de vertaalslag naar de praktijk dan nog moet beginnen. Bedrijven waar almaar meer communicatiestrategen, marketing managers en producteigenaren aangesteld worden, terwijl er almaar minder mensen over zijn om het werk daadwerkelijk uit te voeren.

Je zou ze allemaal een moeder gunnen die af en toe zegt: „Dat is allemaal leuk en aardig, je kunt nog uren gaan nadenken en praten over wat je allemaal zou kunnen gaan doen, maar ga nou eens praktisch aan de slag.”

Vond je dit artikel nuttig?
Meer over
Spotlight

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer